Collecting Otherwise
Netwerken van zorgzaamheid: Vrouwen Bouwen Wonen en netwerken als feministische praktijk
Hoe kunnen we gemeenschappen opnieuw opbouwen en versterken met behulp van de netwerken die we creëren en waarbinnen we opereren? En hoe reconstrueren we zorgzaamheid in netwerken als een pre-digitale, voedende, feministische praktijk? Het archief van het baanbrekende vrouwenarchitectuurcollectief Vrouwen Bouwen Wonen biedt enkele aanknopingspunten.
Bestaande uit netwerken
De werkelijkheid is genetwerkt. Te midden van knooppunten, algoritmes en platforms lijkt het nuttiger om onszelf te zien als mensen die genetwerkt worden dan mensen die actief netwerken. Netwerken, een praktijk die dateert van voor de digitale technologieën en die vooral is geworteld in samenwerking en empowerment, lijkt nu vooral te worden aangestuurd door kunstmatige intelligentie. Daarmee gaat de partijdigheid gepaard die hiërarchieën van macht en zichtbaarheid in stand houden. We zien dat we een netwerk onderhouden dat moeilijk is om te benoemen, te begrijpen en te verzorgen. Dus hoe gaan we de gemeenschappen en netwerken die we creëren en waarbinnen we opereren opnieuw opbouwen en versterken? Hoe reconstrueren we 'zorgzaamheid' in het proces van netwerken als een pre-digitale, voedende, feministische praktijk?
Het is van het grootste belang om het regenereren van netwerken centraal te stellen bij het heruitvinden van werk en netwerken, en om voort te bouwen op bestaande digitale solidariteit. Het bevorderen van digitale solidariteitsnetwerken betekent zorgzaam zijn, vertrouwen op niet-extractivistische modellen die gebaseerd zijn op horizontale benaderingen, en de nadruk leggen op rentmeesterschap. Op deze manier wordt het mogelijk om in een eigen netwerk zorgzaamheid te betrachten en samen te werken. Net als 'anders verzamelen' (collecting otherwise) kan 'anders doen' dan begrepen worden als een praktijk die zich richt op marginale, tot dan toe genegeerde invalshoeken, om zo het verleden opnieuw te vertellen en het heden op te bouwen.
Door netwerken op deze manier bekijken komen er andere verhalen aan het licht en wordt duidelijk uit welke knooppunten en netwerken onze digitale landschappen bestaan. Vrouwen Bouwen Wonen was een van de vele netwerken die gelijkgestemde gemeenschappen opbouwden en de invloed van vrouwen in de bouw- en architectuursector strategisch vergrootten. Maar die netwerken kunnen nu ook een ander, haar/hen-verhaal (her/theystory) van digitale solidariteit te vertellen, door andere narratieven aan te reiken over hoe we zorgzaamheidsnetwerken nog steeds opnieuw kunnen vormgeven.
Het Vrouwen Bouwen Wonen-netwerk
Het Vrouwen Bouwen Wonen-netwerk werd opgericht door een groep vrouwen die, geïnspireerd door de feministische bewegingen van die tijd, zich wilden richten op de relatie tussen patriarchale onderdrukking en de gebouwde omgeving. Ondanks deze focus waren er verschillende disciplines bij betrokken: tijdens de eerste nationale conferentie waren er onderzoekers, sociologen, ontwerpers, architecten en ingenieurs onder de deelnemers (Tussentijdse Krant 1, 1984). Hun doel was niet alleen om aan te dringen op verdere actie om de onderdrukking van vrouwen en andere gemarginaliseerde stemmen in de huiselijke omgeving te erkennen, maar ook om de invloed van vrouwen op de door mannen gedomineerde gebieden van architectuur en bouw te vergroten. Het netwerk bloeide op na de eerste nationale conferentie op 26 november 1983: vrouwen bleven in contact met elkaar en vormden hun eigen subgroepen en netwerken in bepaalde regio's of rond specifieke thema's.
Tijdens de conferentie waren de deelnemers vooral bezig met het onderhouden van en het participeren in specifieke netwerken. Netwerken was een manier om niet in isolement te hoeven werken en om de invloed van vrouwen op hun verschillende werkterreinen te vergroten. In de Tussentijdse Krant, een publicatie die tussen de conferenties door werd verspreid, definieert Vrouwen Bouwen Wonen netwerken als "flexibele, niet-hiërarchische organisatievormen". De leden putten kracht uit de uitwisseling van informatie, contacten en praktische ondersteuning, terwijl ze gemeenschappelijke doelen, ideologieën en methoden deelden om collectieve kennis te creëren. Binnen het netwerk werden kleinere werkgroepen gevormd die onafhankelijk van elkaar opereerden, hoewel de conferenties iedereen samenbrachten om resultaten te delen.
Zorgzaamheid in de praktijk
In een interview voor Bulletin, een publicatie van VBW Amsterdam, wordt Ied Guinée gevraagd om netwerken te definiëren. Guinée beschrijft de 'echte netwerker' en onderzoekt de waarde van netwerken. Ze vergelijkt een netwerk met een visnet: er zijn allerlei soorten knopen, waar allerlei lijnen doorheen lopen. Je kunt je in een van deze knopen bevinden, informatie ontvangen en verspreiden, en beslissen waar, wanneer en waaraan je deelneemt. Het netwerk is dynamisch en evolueert naarmate belangen en thematiek veranderen (Bulletin 1, 1986). Naast de praktische, strategische rol van netwerken zoals hierboven beschreven, leveren deze verbindingen ook modellen op voor toekomstige feministische politiek. Om ze te kunnen gebruiken moeten we ons afvragen: wat betekent het om een 'knoop' te zijn in een niet-digitaal netwerk en hoe stroomt informatie door het 'net'?
"De echte netwerker heeft altijd haar adresboekje bij de hand om haar contacten te met anderen te delen," zegt Guinée. Oppervlakkig gezien lijken deze noties van snelheid, directheid en beschikbaarheid vergelijkbaar met de urgentie van notificaties van LinkedIn en andere social media; maar ze waren vooral geworteld in het verantwoordelijkheidsgevoel dat gepaard ging met zulke horizontale netwerken. Iedereen moest en bijdrage leveren om de hele groep vooruit te helpen. Guinée zegt verder dat "het niet genoeg is om in het adresboekje te staan"; je moet aanwezig en proactief zijn.
Zorgen voor het netwerk betekende dat het een centrale rol moest hebben in het professionele leven, maar ook dat de leden van het netwerk zorgzaamheid ervaren. Tussen de regionale bijeenkomsten van subgroepen, de nationale conferenties en de verspreiding van publicaties was er geen gevoel van competitie of differentiatie, maar eerder van het versterken van elkaars praktijken om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Het creëren van een generatief, levend netwerk maakte het mogelijk om voortdurend adressen en ervaringen uit te wisselen via een soort analoge mailinglijst. Aanbevelingen, suggesties en simpele 'hallo's' kwamen niet alleen voor in brieven van leden aan leden, maar ook in mondiale en internationale netwerken. Zonder een digitaal, snel bewegend netwerk beoefenden vrouwen over de hele wereld een actieve vorm van solidariteit, die een inspiratiebron kan zijn voor hedendaagse digitale solidariteit, nu en in de toekomst.
'Anders' verzamelen, schrijven en netwerken
Dus hoe beïnvloeden casestudy's en onderzoek naar dit soort netwerkpraktijken ons eigen proces, waarin we voortbouwen op een archief dat een eerbetoon is aan liefdevolle en zorgzame netwerken als die van Vrouwen Bouwen Wonen? Hoe vertalen we de zorg die het schrijven van een brief of het samenstellen van een handgemaakte adressenlijst met zich meebrengt naar het schijnbaar kille, onophoudelijke ge-klikklak van het toetsenbord of het ge-ping van notificaties?
Ten eerste zet Collecting Otherwise praktijken als de nieuwsbrief voort, om een onderzoeksgemeenschap te ondersteunen en leden op de hoogte te houden tussen openbare bijeenkomsten door, net zoals de publicaties van Vrouwen Bouwen Wonen een vervolg waren op de nationale bijeenkomsten.
Nieuwsbrieven, zowel gedrukt als digitaal, belichamen genetwerkte solidariteit. Dergelijke communicatiemiddelen van eigen makelij zijn essentieel in feministische gemeenschappen. Leden kunnen ze gebruiken om een gemeenschap op te bouwen en in stand te houden. Nieuwsbrieven kunnen meer zijn dan alleen instrumenten; ze kunnen een inspiratiebron worden om de gemeenschap te mobiliseren. Ze hebben een sleutelrol gespeeld in het vormgeven van het beleid, de doelen en de betekenis van hun gemeenschappen. Nieuwsbrieven overstijgen de dynamiek van publicaties, omdat ze 'discursieve communicatiepraktijken' vertegenwoordigen en op een generatieve en royale manier nieuwe contexten en netwerken scheppen.
Etherpad is een van de manieren waarop we anders kunnen schrijven: het netwerk is internationaal en interdisciplinair en de meerstemmigheid zorgt voor een collectief schrijfproces dat meningen niet uitvlakt, maar er juist aandacht aan schenkt, om zo samenwerking te versterken. Het is op een andere manier kijken naar dingen door het blootleggen van knooppunten, infrastructuren en verschillende geschiedenissen. Het archief van Vrouwen Bouwen Wonen laat zien hoe netwerken als feministische praktijk dergelijke organisatiestructuren kunnen blootleggen en toegankelijk maken. We kunnen hiervan leren en doorgaan met het onderhouden van een zorgzaam netwerk.