Collecting Otherwise
In 2020-2021 werd er onder de noemer Seen/Unseen vanuit een intersectioneel-feministisch en (gender)queer perspectief gekeken naar de Rijkscollectie. Bestaande, herontdekte archieven en nieuwe aanwinsten werden tegen het licht gehouden met extra aandacht voor de verschillende rollen die vrouwelijke, queer en Zwarte lichamen en lichamen van kleur in de deelarchieven van de Rijkscollectie krijgen toebedeeld.
'Dat wat we ons moeten afvragen is: wat zijn de verschillende manieren waarop vrouwen hun praktijk bedrijven? Het patriarchaat heeft ons buitengesloten, dus vinden we alternatieve wijzen om ons ambt uit te oefenen. Feministische (en queer) modellen trekken de status quo in twijfel -- en daarmee de wijze waarop dingen worden gebouwd.'
Voor de eerste iteratie zal Collecting Otherwise met haar theoretische en praktijkgerichte onderzoeken de nadruk leggen op het vergroten van intersectioneel bewustzijn binnen de Rijkscollectie en voor toekomstig acquisitiebeleid. Door de archieven te bekijken vanuit een met name feministische, queer en dekoloniale lens -- doorgaans minderheidsperspectieven binnen de standaard architectuurpraktijk en archivering -- hoopt Collecting Otherwise inzicht te geven in de elementen, systemen en processen die onlosmakelijk met intersectionele, internationale en intergenerationele opvattingen over feministische en queer ruimtelijke praktijken zijn verbonden en die alsnog aan de Rijkscollectie en de geschiedenis van de discipline toe te schrijven.
Collecting Otherwise neemt in deze iteratie bestaande, herontdekte archieven en nieuwe acquisities als startpunt. Welke vormen van acquisitie moeten in het licht van een intersectioneel feministisch beleid opnieuw bekeken worden? Welke mechanismen van verzamelen zijn gehanteerd? De ambitie is om te investeren in onderzoek rond thema's als het bouwen van veiligere plekken, de structuur van werkrelaties op grond van sekse, begrip van hoe als veranderlijk identificerende sekse en onafhankelijkheid van belichaming worden overgedragen van generatie op generatie, en de met de architectuurpraktijk vervlochten geraakte mannelijke blik. Collecting Otherwise onderzoekt de invloed van vrouwelijke belichaming, het vrouwelijke, als vrouw identificerend en het (gender)fluïde binnen de architectuurpraktijk.
Hoe kunnen we de zichtbaarheid van arbeid (intersectioneel, internationaal, intergenerationeel) natrekken binnen de gearchiveerde projecten? Hoe kunnen we aandacht schenken aan deze activismes, en die inspanningen in relatie brengen met de strijd die vandaag de dag gevoerd wordt voor vrijheid en erkenning? Op welke wijze kunnen we uitdrukking geven aan de (discriminerende) blik van de mannelijke architect op de architectuurdiscipline, -praktijk en uitkomsten als we de feministische, non-binaire, en zich anders identificerende lichamen als perspectief nemen? Collecting Otherwise poogt te reflecteren op de positie van de tekening en de vertegenwoordiging van de auteur versus de collectieve productie, samen met het project Invented from Copy. Collecting Otherwise gaat ook dieper in op de rol van het vrouwelijke in zorgomgevingen en dienstverlenende plekken. Deze positie heeft indirect invloed gehad op ontwerpopdrachten, historisch verweven met patriarchale noties over 'goed leven' zoals gepropageerd door het Bauhaus en architectenvereniging De 8. Op welke wijze vormen huidige pogingen om samen te wonen en leven, weg van het normatieve kerngezin, een alternatief commentaar op het idee van 'goed leven'?
Het selecteren van specifieke startpunten binnen de collectie van Het Nieuwe Instituut gebeurt in samenwerking met archivist Hetty Berens. De doelstelling is om voortdurend de relatie tussen materieel en immaterieel erfgoed te bepalen. In deze iteratie wordt gekeken naar de totstandkoming van de acquisitie van het archief Vrouwen Bouwen Wonen, en hoe deze nieuwe aanwinst zich verhoudt tot eerdere acquisities en de rol die belangrijke spelers hebben in dit proces, zoals Wies van Moorsel. Collecting Otherwise verbindt Vrouwen Bouwen Wonen en bureau Tussen Ruimte (Lidewij Tummers) met de Nederlandse geschiedenissen van vrouwenemancipatie en de inspanning die vrouwen hebben verricht om ruimtes vorm te geven buiten de patriarchale kaders, door anders te gaan bouwen. Hierin sluit Collecting Otherwise aan bij de doelstelling van Rethinking the Collection om het verzamelbeleid opnieuw te beoordelen.
Ten tweede laat het archief van Stichting Goed Wonen interessante ontwikkelingen zien over de rol van vrouwen in huisvesting, ontwerp en ruimtelijke ordening. De vrouwelijke ontwerper en vrouwelijke gebruiker hebben een evolutie doorgemaakt, beginnend bij de oprichting van Stichting Goed Wonen in de voetsporen van Bauhaus, De 8 en De Stijl tijdens de naoorlogse massaproductie van huisvesting, naar de opkomende vrijheidsbewegingen voor vrouwen in de jaren '70, wat uiteindelijk leidde tot een gesterkt voornemen onder feministen om een prominentere plek in architectuur en (interieur)ontwerp op te eisen. De beschouwing van de gebruiker en (anonimiteit van) de vormgever is tevens verankerd in de plek op de sociale ladder.
Bij het speuren naar eerdere voorbeelden van vrouwelijke aanwezigheid in de collectie is het archief van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898 interesssant. Dit archief gaat specifiek over de verborgen rol van vrouwen binnen de ruimtelijke ordening, vormgeving en architectuur. De Nationale Tentoonstelling toonde zelf ook voorwerpen en gebruiken uit voormalige koloniën. Door dit archief als uitgangspunt te nemen kunnen we reflecteren op de rol van vrouwenarbeid, precaire en verborgen werkrelaties, en ruimtes en plekken waar zorg wordt geboden, en deze in verband brengen met hoe zorg, gastvrijheid en meerstemmigheid zich binnen Het Nieuwe Instituut manifesteren, en hoe het alternatieve modellen waaronder feminisme, queering en dekolonialisatie kan onderbrengen.
Omhuld in stilte, zullen we te meer stilstaan bij de positie van gediscrimineerde vrouwelijke en andersgemaakte lichamen in koloniale archieven, zoals de archieven van Berlage, Eibink, en Koen Limpberg. Doorgaans ontberen deze werken een adequate beschrijving, en gaan ze gehuld in onjuiste bewoordingen, bezien vanuit het standpunt van de blanke man.
De Keurige Leugens van het Officieel Fatsoen is een kruising tussen dagboek en zine die is aangetroffen in het persoonlijk archief van de bij Stichting Goed Wonen aangesloten Wim de Boon. Het document brengt tot leven wat het betekent om queer te zijn en als anders bestempeld te worden in een maatschappij waarin het tarten van de heersende norm omtrent sekse en seksualiteit niet werd geaccepteerd.
Met speculatieve onderzoeksmethoden trachten we die verhaallijnen te construeren die wél recht doen aan de persoon en het werk, en de relatie tussen ras, sekse, seksualiteit en architectuur inzichtelijk te maken.