Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Tijdelijk Modemuseum

31 augustus 2015 - 30 mei 2016

Home

Rosmarie Amacher over de couturecollectie van Eva Maria Hatschek

De couturecollectie van de Zwitserse Eva Maria Hatschek, te zien in de centrale tentoonstelling van het Tijdelijk Modemuseum, wordt beheerd door Rosmarie Amacher, een couturier uit Zürich die al jong met het verzamelen van textiel begon.

Foto Petra van der Ree

Vijf jaar geleden werd Rosmarie Amacher gebeld door een advocaat. Hij hield zich bezig met de afhandeling van een nalatenschap en de dame in kwestie had nogal veel kleren. Of Amacher wilde komen kijken. 'We zijn gaan kijken en we waren zo verbaasd. In haar appartement stonden stapels en stapels met kartonnen dozen, dezelfde dozen als nu in Het Nieuwe Instituut te zien zijn. Ook in een pakhuis buiten Zürich bevonden zich honderden grote en kleine dozen met jurken, hoeden, schoenen, tassen en andere accessoires. Wat nu in het Tijdelijk Modemuseum te zien is, is slechts een derde van de totale collectie van mevrouw Hatschek.'

'We hebben de jurken nog nooit zo mooi zien hangen als hier in Het Nieuwe Instituut', benadrukt Amacher.

'We waren tot nu toe niet in de gelegenheid om de collectie als geheel goed te bekijken. Voor het eerst zijn we zorgvuldig door de dozen gegaan, om een inventarisatie te maken van wat er in zit en stukken te selecteren voor deze tentoonstelling.'

Foto Petra van der Ree

Eva Maria Hatschek (1924-2010) was de echtgenote van een belangrijke Zwitserse industrieel. Haar hele leven lang kocht ze haute couture. 'De eerste jurken zijn uit 1947,' vertelt Amacher verder. 'Vanaf eind jaren zestig tot eind jaren tachtig hield ze haar aankopen bij in schriften, die ook in de tentoonstelling te zien zijn. Ze noteerde daarin nauwkeurig welke jurken ze bij welke modehuizen in Parijs kocht, wat ze in Zwitserland liet maken en welke bijpassende accessoires ze erbij had aangeschaft. Ze ging naar de beste couturiers en de kleding is dan ook van een zeer hoge ambachtelijke kwaliteit.' Wat de collectie vooral bijzonder maakt, vervolgt Amacher, is dat mevrouw Hatschek nooit iets wegdeed, waardoor de collectie nu uit zo'n zeventienhonderd stuks bestaat.

'Ze bewaarde alles, ondergoed, petticoats, badgoed en zelfs haar kousen'.

'We hebben uitgerekend dat ze gemiddeld ongeveer twintig kledingstukken per jaar liet maken - dat aantal valt dan eigenlijk wel weer mee.' Opvallend is verder dat de meeste jurken volgens Amacher nooit gedragen zijn, of alleen een enkele keer. Het ging haar blijkbaar vooral om het proces van kijken, passen, twijfelen en kiezen, als een echte collectioneur. En hoewel Hatschek ontegenzeggelijk veel van mode moet hebben gehouden, lagen er geen modetijdschriften of -boeken in haar appartement. Ze liet zich adviseren door haar Zwitserse couturier, die een deel van de jurken naar patroon van een Parijse modeontwerper uitvoerde, zoals toen gebruikelijk was. 'Zo'n couturier was de beste vriend van een rijke dame', legt Amacher uit.

Foto: Petra van der Ree

Het ontstaan van de Swiss Textile Collection

Het was geen toeval dat Amacher werd gebeld door de advocaat van de familie Hatschek. Ze is behalve couturier met een eigen haute couturemerk (à ma chère), ook de oprichter van de Swiss Textile Collection. Ze begon al jong met het verzamelen van textiel, vertelt ze. 'Ik heb altijd een hoog niveau van vakmanschap nagestreefd en ben van daaruit zeer geïnteresseerd in materialen en technieken.' Op een gegeven moment werd haar gevraagd om zorg te dragen voor de textielcollectie van Abraham, een van de grote textielfabrikanten van Zwitserland. Abraham leverde zijde, kant en geborduurde stoffen aan modehuizen zoals Givenchy en Yves Saint Laurent. Zwitserland staat sinds jaar en dag bekend om de productie van een hoge kwaliteit textiel. Al zeker zestig jaar leveren Zwitserse textielfabrikanten hun materialen aan de beroemde modehuizen in Parijs en Milaan. Toen Amacher de Abraham collectie in beheer kreeg, groeide haar verzameling uit tot een professionele collectie en richtte ze de Swiss Textile Collection op. 'Mijn collectie ontstond vanuit een persoonlijke interesse, maar uiteindelijk wilde ik er een meer constructieve vorm aan geven.'

copyright Swiss Textile Collection

Prêt-à-toucher

Het is overduidelijk dat Amacher haar ambacht koestert. Ze spreekt met veel liefde en enthousiasme over haar vak. Ze benadrukt dat ze de Swiss Textile Collection open wil stellen voor jonge mensen, om kennis op te doen over technieken en materialen en deze mee te nemen in hun praktijk en te vertalen naar de toekomst. Ze noemt de collectie 'prêt-à-toucher', klaar om aan te raken. Niet voor verkleedpartijen, maar om van te leren. De stukken mogen worden aangeraakt om bijvoorbeeld te kunnen zien hoe de binnenkant is afgewerkt, hoe de verschillende materialen zijn verwerkt en hoe de stoffen met borduursels zijn bewerkt. 'Je kunt aan de collectie allerlei informatie aflezen, juist omdat deze zo compleet is. Je kunt precies zien hoe de mode door de jaren heen veranderde, welke kleuren in de mode waren, welke stijlen, details en materialen.'

Recentelijk betrok de Swiss Textile Collection, dankzij een sponsor die een lage huur rekent, een grote ruimte waar ze delen van de collectie tentoon wil stellen, maar waar de verschillende kledingstukken vooral ook bestudeerd kunnen worden. Amacher wil de collectie daartoe laten digitaliseren, zodat ze makkelijk ontsloten kan worden. Dat kost alleen veel geld, en daar is ze nog naar op zoek.

De collectie als geheel is een rijke bron van informatie, benadrukt ze nog eens aan het eind van het gesprek. 'Iedere jurk vertelt een verhaal, door de gebruikte stoffen, de stijl, de kleur. We hebben patronen, stoffen, moulages, notities, we hebben materiaal van alle stappen die doorlopen worden bij het maakproces van haute couture. De collectie is als een puzzel, de hele modegeschiedenis van de twintigste eeuw komt er in samen.'

Lotte Haagsma

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.