Tijdelijk Modemuseum
31 augustus 2015 - 30 mei 2016
Het dromerig go-get optimisme van Liselore Frowijn
"Als ik over straat loop of in kranten blader: ik zie overal prints."
Koud cum laude afgestudeerd aan de Artez in Arnhem won ze de Frans Molenaar-prijs met haar afstudeercollectie Afternoon of a Replicant (2013). Ze kon meteen aan de slag met het ontwerpen van prints voor de Nederlandse batikstoffenproducent Vlisco en het Noord-Italiaanse textielfabrikant Mantero Seta. Vervolgens won haar ontwerp voor het modehuis Chloé, de Franse Chloé award op een prestigieus modefestival in Hyères (2014). Met prijzengelden en extra sponsering zette Frowijn nóg twee collecties in elkaar, Fracture space en No.3 Formania, waarvan ze de laatste begin dit jaar presenteerde in Parijs. Een eigen kledinglabel kreeg vorm: 'Liselore Frowijn'. Ze lijkt niet te stoppen. Wie is dit mode-icoon in spe, slechts vierentwintig lentes jong?
Onlangs verhuisde ze naar een nieuw atelier in het centrum van Amsterdam, aan de Singel. Het is een nog wat lege, hoge, witte ruimte zonder Wifi. Maar er staan al een hoop lange werktafels, een dwars opgestelde IKEA Kallaxkast vol kunstboeken en een groot, druk rechthoekig moodboard waar vanalles tegenaan gespeld is. Het oog dwaalt langs de hel van Jheronimus Bosch, via ijslandschappen, zangeres Taylor Swift, een gesmolten zebrapad en helrood pointillistisch koraal - "ik weet niet of ik die wel echt op wilde hangen" - naar een hockeyster gewikkeld in de Nederlandse vlag. "Mooi he? Geen idee wie zij is. Maar die primaire kleuren, daar kies ik ook heel vaak voor in mijn werk. Lekker fris."
Oog voor prints
Frowijns collecties zijn als het moodboard: explosies van eclecticisme en kleur. Maar de verzameling knipsels herbergen nog een, misschien iets minder in het oog springende overeenkomst: voor Frowijn is elk beeldfragment een print. Naast beauty, zijn ook prints in the eye of the beholder. En Frowijn ziet prints in alles. "Als ik over straat loop of in kranten blader - ik ben verpest!" Prints zijn haar forte. Door prints viel ze op. Aan prints dankt ze Vlisco en Mantero.
Prints en het materiaal dat die prints draagt, vormen het startpunt van elk kledingstuk. Ze krijgen vrij spel in Frowijns volumineuze tunieken, parka's en jurken. Modellen dragen vaak twee jassen over elkaar. Je ziet eerder een wijde broek dan een kokerrok.
"Prints zijn interessanter dan silhouetten."
Bonte strepen, ruiten en kleurvlekken die in elkaar overlopen, welkom in het universum van Liselore Frowijn.
Lang voordat een kledingstuk een ontwerp heeft, heeft het bij Frowijn al een stof en een print. En die maakt ze liefst zelf. Hoe? Frowijn: "In mijn geval door heel veel te schilderen en tekenen op stoffen." In Het Tijdelijk Modemuseum richtte Frowijn een kijkdoos in met haar werk. Daar laat ze onder andere een oranje lycra bodysuit zien, waar met permanent markers een grillig jaarringpatroon op gestift is. "Maar ik zeefdruk ook op stof, ik verf zijde in met textielverf, ik haak, ik brei, ik borduur.." Een andere, oorspronkelijk witte kijkdoosjas, lijkt dankbaar slachtoffer van een graffitibom. En een tentoongestelde zijden rok is kunstig geborduurd en behangen met fonkelende pailletten, als de schubben van een vis. "Ik knip ook graag patronen uit plastic folie of zijde, die ik dan op een ander materiaal pers." De laatste tijd zijn Frowijns ontwerpen erg geometrisch.
Bloedheet
En zoals ze haar materiaal laag voor laag opbouwt, zo gaat het ook met elke individuele volledige outfit - ze noemt ze wel 'collages'. Dit zorgt voor een grappige tegenstelling in Frowijns kleding. "Ik maak graag gebruik van mooie materialen als zijde." Het heeft enerzijds een luxe uitstraling, en ook comfortabel - alles is zo wijds. Het oogt even draagbaar als een Japanse kimono of Indiase salwar kameez. Anderzijds kent een outfitcollage zoveel catsuits, gebreide jurken en dubbele jassen: het ziet er bloedheet uit. Frowijn: "Ja, vroeg werk heb ik echt gezien als een manier om mijn handschrift kenbaar te maken. Nu merk ik dat mijn collecties steeds draagbaarder en verkoopbaarder worden." Dat moet ook wel, nu het merk Liselore Frowijn in de winkels komt te hangen. Een lang gekoesterde droom. Dries van Noten achterna. "Maar het kost een paar seizoenen voordat je doorhebt hoe je dat aanpakt."
Los van fysiek comfort, tovert een Frowijn je ook echt wel om tot een paradijsvogel. "Haha, ja, dus of je je comfortabel voelt in een Frowijn, dat is weer een tweede. Toch ga ik er wel voor dat vrouwen zich heel mooi voelen in mijn werk. Zelfverzekerd, heel krachtig of juist relax -dat het iets toevoegt aan hun gemoedstoestand." Wat dan? "Optimisme?
"Je hoeft jezelf niet heel wat te wanen, maar vergeet ook vooral niet om grote dromen te dromen. En energie, om net datgene te doen waar je tegenaan zit te hikken."
Voor Frowijn geen hangdagen, geen films op de bank. "Nee, meer die schop onder de kont." Heb je dat zelf nodig? "Nou ik heb zeker dagen waarop ik geen zin heb, maar mijn liefde voor die energie komt eerder voort uit de waardering voor dat gevoel - voor die dagen dat er wel veel uit je handen komt! Die zijn veel leuker. Daar kan ik echt van genieten, dat je er alles uithaalt. Dat wil ik mensen meegeven met mijn kleding."
Tamar Stelling
Lieselore Frowijn, View on Fashion II