Tijdelijk Modemuseum
31 augustus 2015 - 30 mei 2016
Habituated Reality: interview met Pascale Gatzen
Een gesprek met Pascale Gatzen voelt als een inspirerend college van een bevlogen professor. Met innemende retoriek spreekt ze over de status van de huidige mode industrie en hoe zij zich, als persoon en in haar werk daartoe verhoudt. Het werk van Gatzen straalt een introverte schoonheid uit. Deze schoonheid gaat vergezeld met een interessant verhaal waarmee ze de regels van de hedendaagse mode industrie herschrijft.
De verblindende catwalk
"De huidige mode industrie is een verouderd systeem. Een goed voorbeeld is de catwalk show; verheven als een soort exclusieve werkelijkheid. Een werkelijkheid die alleen binnen het bereik is van een handjevol mode professionals. Mode komt daarentegen van ons allemaal. Het is een expressie van wie we zijn, van onze tijd en van onze cultuur".
Volgens Gatzen vertaalt een mode ontwerper misschien wel de impulsen die hij of zij ontvangt, maar dat is volgens haar niet het beginpunt van mode. Mode is namelijk niet buiten ons. Wij zijn mode. We leven en beleven mode en daarmee maken we de mode continu samen. "Dat vind ik nu het mooie aan mode. Mode gaat namelijk over inspiratie. Het gaat over onze positie in de maatschappij en hoe wij ons verhouden ten opzichte van de ander. Het is een natuurlijk proces dat je met name goed kan zien bij een groep mensen die langer bij elkaar is. Binnen zo'n groep ontstaat er een eigen taal en dit is alles behalve een exclusieve werkelijkheid. Het is een natuurlijk proces van inclusiviteit".
'With light'
In het Tijdelijk Modemuseum laat Gatzen het project 'With Light' zien. Vijf geweven jasjes die lokaal zijn geproduceerd in de Hudson Valley, New York. In samenwerking met verschillende lokale ambachtslieden heeft ze een speciaal garen ontwikkeld. Het ontwerp van ieder jasje is ontstaan vanuit de verschillende weeftechnieken die zijn gebruikt in de vervaardiging van de stof. "Ik kan niks met een rechte lap. Dat werkt niet voor mij. Als je naar mijn collecties kijkt dan gaat het voornamelijk over constructie; hoe is een kledingstuk in elkaar gezet. Er is altijd een transparantie tussen de binnen- en buitenkant. En in het geval van de vijf jasjes, is alles op vorm en in elkaar geweven. De oppervlakte van een jasje wordt bepaald door de verbindingen tussen de verschillende weeftechnieken en de verbindingen van het ene patroondeel met het andere. Niet door een vooraf bedacht ontwerp".
In ieder jasje zit 150 uur aan arbeid. Gemaakt in samenwerking met vijf vrienden. Zodoende heeft Gatzen als het ware haar eigen werknemerscoöperatie opgericht. "Toen ik voor het eerst kennismaakte met een werknemerscoöperatie dacht ik, nu is het tijd om een activiteit te ontwikkelen die economisch van aard is.
Een werknemerscoöperatie is namelijk een perfect hybride model waarin we weer kunnen leren actieve burgers te zijn. We weten namelijk niet meer precies wat het is om actief bij te dragen aan een samenleving, hoe we ons leven willen inrichten en vormgeven.
In een werknemerscoöperatie gaat het bovenal om de behoeftes en aspiraties van haar leden. Het gaat niet over groeiende winstpercentages maar over persoonlijke ontwikkeling. En dat was voor het eerst dat ik dacht weer een echt bedrijf te kunnen zijn, omdat het dan ten goede komt aan een groep mensen en ook bijdraagt aan het paradigma van de huidige mode industrie dat zo vast zit op het moment".
De goddelijke status
Het kapitalistische systeem is iets waar Gatzen zich al enige tijd zorgen over maakt. De enige productie in mode op dit moment is de productie van geld; de productie van financiële waarden. Volgens Gatzen worden er geen menselijke waarden meer geproduceerd, in ieder geval niet door grote modehuizen. Ontwerpers worden als pionnen op een schaakbord van de een naar de andere investeringsmaatschappij doorgeschoven. Het zijn grote bedrijven geworden die zo veel mogelijk geld willen omzetten door middel van slimme marketing technieken. Binnen dit paradigma wordt zowel de exclusiviteit - de goddelijke status van ontwerpers - als de toegankelijkheid van een merk - door middel van koopkracht - gewaarborgd. De schijnwerpers van de catwalk doen ons vergeten wat er werkelijk om ons heen gebeurd. Zo ook bij Gatzen. "In mijn twintiger jaren heb ik mezelf geprofileerd in Parijs. Binnen de internationale mode industrie. Ik wilde de beste zijn, want dat had ik geleerd in Arnhem. Op mijn 29e kreeg ik vervolgens een mental breakdown. Ik kon het gewoon niet meer, mijn lichaam weigerde om kleding te maken. Ik was volledig ingenomen door een narcistisch mechanisme waarin ik, ondanks de successen, continu het gevoel had mezelf te moeten bewijzen omdat het nooit goed genoeg was. Mijn werk had zich ontzettend ontwikkeld, maar ik had absoluut geen persoonlijk leven en het heeft lang geduurd voordat ik het idee los kon laten de eenzame geniale ontwerper te moeten zijn".
Radical compassion
In reactie op het paradigma binnen de huidige mode industrie heeft Gatzen een alternatieve modeopleiding vorm gegeven binnen de Parsons School of Design in New York. Gatzen laat haar studenten onderzoek doen naar de relatie tussen mode en realiteit. "We drukken ons uit door middel van onze kleding en mode is het aspect dat ons verbindt. In het samenzijn ervaren we die unieke kwaliteit van wie we zijn. Het is de plek waar we keuzes maken en daar waar openheid is, inspireren we elkaar. Omdat we geraakt zijn door de kwetsbaarheid, of de schoonheid. De mate waarin we toegankelijk zijn voor anderen.
En de schoonheid is nooit de grote schoonheid, 'the glossy one', maar het is altijd het onverwachte. De werkelijke kwaliteit van de verbinding ligt in de openheid waarin we niks kunnen reduceren. Waarin we geen controle kunnen uitoefenen.
Veel van mijn studenten worden niet eens mode ontwerper. Wat ze ontdekken is waar ze blij van worden. En als je blij wordt van wat je doet, dan heb je zo veel te geven. Dan heb je ruimte voor andere mensen. Dan is samenwerken geen vraag meer want je hebt elkaar nodig. Als we ons hier nu allemaal bewust van zouden worden dan creëren we met zijn allen plotseling een hele andere wereld; een wereld waarin we samen zijn en waar we onszelf thuis voelen en herkennen als onderdeel van elkaar."
Charlotte Corstanje