Tijdelijk Modemuseum
Over de relingen van de derde verdieping van Het Nieuwe Instituut hangen tijdens het Tijdelijk Modemuseum grote grof gebreide vlaggen tot op de grond naar beneden. Bezoekers kunnen een bijdrage leveren aan het breien en zo groeien de vlaggen langzaam uit tot dikke balen stof. Deze vlaggenbreimachine maakt deel uit van de installatie _Fashion Machine_ die Conny Groenewegen voor de tentoonstelling _Fashion Data _ontwikkelde.
De indrukwekkende ruimtelijke ingreep in de tentoonstelling Fashion Data is gebaseerd op een karakteristiek restproduct van de fast-fashionindustrie: de fleece sweater. Oorspronkelijk is fleece gemaakt uit een ander industrieel overblijfsel, de PET fles. Fleece is niet het meest avontuurlijke mode-item en de truien komen massaal in de inzamelcontainers voor afgedankte kleding terecht. Helaas is het product nauwelijks geschikt voor doorverkoop naar kringloopwinkels of voor de markten van Oost Europa, Afrika en India.
Voor de installatie Fashion Machine werden talloze fleece truien verknipt en werd het polyethyleen garen weer op spoelen gezet. In de tentoonstellingsruimte ontstaat een soort sweatshop. Met het verwerkte garen worden uiteindelijk op een breibank vlaggen en matrassen gemaakt. De installatie maakt het productiemechanisme en de schaal van de fast-fashionindustrie voelbaar, terwijl het banale materiaal ter plekke een nieuwe vorm en een haast activistische uitstraling krijgt.
Conny Groenewegen verkent in haar werk ontwikkelingen op het snijvlak van mode, technologie en design. De technische en maatschappelijke implicaties van de mode-industrie fascineren haar, maar haar werk weerspiegelt altijd de menselijke maat. De spanning tussen mechanisatie en handwerk, industrie en ambacht is duidelijk zichtbaar in haar ontwerpen. Groenewegen doceert design en mode aan verschillende (inter)nationale mode- en designopleidingen. In 2011 ontving ze de Mercedes-Benz Dutch Fashion Award.