Tijdelijk Modemuseum
31 augustus 2015 - 30 mei 2016
De stad als catwalk: Interview Alfred Marks
Hoe is mode te verbinden met de tekeningen van architecten? Dressed by Architects blijkt het resultaat van een lastige speurtocht.
Archivaris Alfred Marks kent als geen ander de omvangrijke collectie architectuurtekeningen, foto's, maquettes en objecten van Het Nieuwe Instituut. Bij het samenstellen van de serie tenoonstellingen Verrassende Vondsten uit de Collectie, die in 2014 begon, maakt hij telkens een thematische keuze uit deze rijjke verzameling. Dit keer bood de context van het _Tijdelijk Modemuseum _een duideljk uitgangspunt.
Met de reeks Verrassende Vondsten debuteerde je vorig jaar als curator. Wat betekent dat voor iemand die normaal zijn dagen haast onzichtbaar in het archief doorbrengt?
Alfred Marks: 'Op de vraag wat mijn werk is, antwoord ik tegenwoordig vaak dat ik curator ben en nu al weer de vijfde editie van Verassende Vondsten heb mogen samenstellen. Dat klinkt beter dan archivaris, al weet ik heel goed dat het valse schaamte is. Want het is fantastisch om dagelijks in de unieke archiefcollectie van Het Nieuwe Instituut te kunnen werken. En dat is ook wat ik met deze tentoonstellingen wil laten zien: een archief als het onze is één grote bundel van prachtige verhalen, voor ieder die ze wil ontdekken. Maar veel mensen beschouwen een archief als iets saais en stoffigs. En voor je het weet geldt dat ook voor jou als archivaris; een wereldvreemde kluizenaar in zijn muffige habitat aan het werk met stapels oud papier.'
Een grauw bestaan in een duistere kelder?
'Ja, dat beeld is hardnekkig. Misschien is het wel een vorm van overcompensatie, dat ik mij in mijn kledingkeuze juist verzet tegen het vermeende imago van de grijze muis. Aardetinten en grijzen zijn aan mij niet besteed en ook in artistiek zwart zal men mij niet snel betrappen. Ik verschijn op mijn werk in gifgroen, knalroze en felblauw, vaak ook nog met dessins.'
Hoe ben je met het thema mode in het archief aan het werk gegaan?
'Toen de eerste plannen bekend werden om het Instituut tot een tijdelijk modemuseum te transformeren, ben ik meteen gaan onderzoeken of het mogelijk was om deze editie van Verrassende Vondsten hierop aan te laten sluiten. De collectie van Het Nieuwe Instituut is rijk en gevarieerd en het is zeker niet alleen maar een architectuurarchief. Veel architecten hielden zich ook met het ontwerpen van interieurs en meubels bezig, ze waren grafisch ontwerpers en soms werden ze ook als ontwerpers van theaterdecors en kostuums ingeschakeld. Dus ik veronderstelde dat er op het gebied van mode wellicht ook materiaal aanwezig moest zijn.'
Maar je bleek je te vergissen?
'Ja, na enig onderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat mode toch een discipline is waar architecten zich niet aan waagden. In ieder geval heb ik er in de collectie geen sporen van terug kunnen vinden.
Wat ze wel deden - misschien haast onbedoeld - was het vastleggen van de mode van hun tijd, af en toe tot in de fijnste details. Die representaties van mode trof ik in allerlei, vaak prachtig uitgewerkte presentatietekeningen van hun ontwerpen. Een winkelend, flanerend, rondkijkend of poserend publiek zorgt in hun schetsen voor een levendig beeld. Uiteindelijk heb ik ruim dertig tekeningen geselecteerd. De uitkomsten zijn heel divers; van sleepjapon tot minirok, van avondjurk tot spijkerbroek. De catwalk van de architectuurtekening laat mensen zien die zich op hun paasbest hebben aangekleed, maar ook de casual mode van de straat. En de interventies van enkele jonge ontwerpers en kunstenaars, die in hun bijdragen op het archief reageren, trekken de tentoonstelling naar de mode van dit moment.'