Geheugen van het ontworpen landschap
Met het programma Geheugen van het ontworpen landschap wordt de aanzet gegeven tot een toekomstbestendig perspectief op de archivering van tuin- en landschapsontwerp. Aanleiding is het ontbreken van een duidelijke bewaarplaats voor de archieven die de geschiedenis ervan documenteren. Ze vinden moeilijk hun weg naar culturele instellingen, versnipperen of gaan verloren. Als vervolg op een eerste inventarisatie van een mogelijk verzamelbeleid (2021), is er nu een driejarig programma ontwikkeld dat als doel heeft een breed draagvlak te creëren waarbij het belang van een zorgvuldige omgang met archieven van tuin- en landschapsontwerp als een publieke verantwoordelijkheid in beleid verankerd is.

Paneel uit de tentoonstelling 'Vormgeven aan natuurontwikkeling', Stichting LOCUS, 1992. Collectie Het Nieuwe Instituut, TLOC 4.1
Inventarisatie 2020-2021
In 2020 gaf het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Het Nieuwe Instituut de opdracht te onderzoeken hoe om te gaan met de archieven op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur. Hoe bewaren we dat materiaal en hoe houden we het toegankelijk? Tot dusver is het archiveren van tuin- en landschapsontwerp niet als publieke taak benoemd en ontbreekt het aan een duidelijk adres waar de archieven kunnen worden bewaard.
Dit onderzoek, gebaseerd op gesprekken en bijeenkomsten met uiteenlopende partijen, richtte zich in eerste plaats op de professionele praktijken van Nederlandse tuin- en landschapsarchitecten. Het bracht het speelveld in kaart, verkende de knelpunten en de mogelijkheden tot verbetering en de verwachtingen van een langetermijnperspectief voor de archieven van tuin- en landschapsarchitectuur.
Op 8 juli 2021 heeft minister Van Engelshoven het onderzoeksrapport Geheugen van het ontworpen landschap. Het belang van archivering van tuin- en landschapsarchitectuur in ontvangst genomen. Zij gaf bij die gelegenheid aan een vervolgonderzoek mogelijk te willen maken waarbij de aanbevelingen uit het rapport als leidraad zouden dienen. De belangrijkste daarvan waren een programmatische aanpak en de keuze voor een netwerkvorm.

Mien Ruys. Ontwerp van de hoven rond Dirk Sonoystraat, Amsterdam, 1958. Speciale Collecties Wageningen University & Research, Wageningen.

P. Gonggrijp. Ontwerpen 1960-1980. Duinen Den Haag Leiden Haarlem & Delta, eerstee schets, 1 : 50.000. Collectie Het Nieuwe Instituut, GONG 19

Pieter Buys. Plattegrond tuin Van Kooten, Huizen, 1962. Bureau-archief MTD Landschapsarchitecten, Den Bosch.

W. Neutelings, Tapijtmetropool, 1990. Collectie Het Nieuwe Instituut, NEUR t14
Vervolgtraject
De komende periode wordt de aanzet gegeven tot een gezamenlijk gedragen en toekomstbestendig perspectief op de unieke geschiedenis van het ontworpen landschap. Niet alleen door de belangrijke archieven te behouden, te delen en te duiden, maar ook door ze in te zetten bij toekomstige ontwerpopgaven en het behoud van cultuurhistorische waarden van tuinen en landschappen. Er is daarvoor een driejarig programma ontwikkeld met als belangrijkste doel de creatie van een breed draagvlak waarbij het belang van een zorgvuldige omgang met archieven van tuin- en landschapsontwerp als een publieke verantwoordelijkheid in beleid verankerd is.
Hoofdlijnen Programma 2022-2024
Een programmatische werkwijze maakt het mogelijk stapsgewijs toe te werken naar een langetermijnperspectief voor de tuin- en landschapsarchieven en richt zich in de eerste plaats op verkenning van de mogelijke contouren van een methode voor waardering en selectie van tuin- en landschapsontwerparchieven, en het bijbehorende netwerk. Om de mogelijke gedaanten van zo'n netwerk en archief te verkennen, voorziet het programma in concrete case studies.
Programmatische aanpak
Een programmatische aanpak voorziet in enkele concrete case studies rond verschillende archieven en archiefbenaderingen, variërend van een bestaand archief dat hoognodig onderdak moet vinden tot een archief dat nog gevormd moet worden door meerdere deelarchieven bij elkaar te brengen. De cases kennen ieder een eigen schaalgrootte en inhoudelijke invalshoek, een bepaald netwerk en type archiefmateriaal. Ze behandelen zo elk specifieke aspecten van de inhoudelijke, methodologische en strategische aspecten van het archiefvraagstuk.
De case studies bieden de kans om per case met een kleine werkgroep mogelijke oplossingen voor verwerving, verzameling en ontsluiting te verkennen, en knelpunten inzichtelijk te maken. Dat proces genereert tal van verhalen die in diverse formats - zoals een podcastserie, een lezingenreeks, een verzameling oral histories, beeldessays en archiefrondleidingen - met uiteenlopende publieksgroepen kunnen worden gedeeld.
Netwerkbenadering
De keuze voor een decentrale netwerkvorm bouwt voort op de organisch gegroeide infrastructuur van archieven. Een netwerk, als een som van partijen uit verschillende sectoren en groepen in de samenleving, bestaat op dit moment nog niet. Daarom zal het programma bij de start inzetten op het consolideren van de verbindingen die ten tijde van de inventarisatie zijn ontstaan en waarin een duidelijk commitment en draagvlak is geconstateerd. Maar het netwerk dient evenzeer de stemmen te representeren van andere partijen die betrokken zijn bij het ontstaan van tuinen en landschappen.
Het Nieuwe Instituut onderkent meerstemmigheid als een leidend principe. In de context van tuin- en landschapsontwerp zal dit betekenen dat in aanvulling op de professionele ontwerpsector ook maatschappelijke partijen - van burgerinitiatieven tot ondernemingen en stadsecologen - bij het denken over de archieven betrokken zullen raken.

Tijdens de tentoonstelling Nederland in 2050, in 1987, werden vier scenario's gepresenteerd van een denkbaar 2050: een dynamisch, een kritisch, een zorgvuldig en een ontspannen Nederland. Collectie Nieuwe Instituut, NNAO 7

B+B. Toekomstscenario IJmeer/Almere, Nederland Nu als Ontwerp 1987. Collectie B+B
Contact
De coördinatie van het programma ligt bij Het Nieuwe Instituut. Als nationale erfgoedinstelling voor de ontwerpdisciplines beschikt Het Nieuwe Instituut over een uitgebreid instrumentarium, expertise en een organisatorische inbedding om de continuïteit van het inmiddels ingezette traject te waarborgen.
In de subsidieaanvraag die hieronder te downloaden is, wordt het programma verder uitgewerkt en toegelicht.
Voor meer informatie over dit programma kunt u contact opnemen met Marten Kuijpers, onderzoeker bij Het Nieuwe Instituut en programmamanager van Geheugen van het ontworpen landschap: m.kuijpers@hetnieuweinstituut.nl