Invented from Copies
Begrippen en technieken
Het hiërarchische onderscheid tussen 'hoogstaande' originelen en 'inferieure' reproducties is te herleiden tot een kunsthistorische en kunstfilosofische perceptie van originelen en kopieën.
Vanuit de kunstfilosofie, de esthetica en kunstgeschiedenis is veel geschreven over de definities van originelen en kopieën en hun onderlinge relatie. Hieruit blijkt dat deze begrippen door de tijd heen steeds andere betekenissen hebben gehad en op verschillende wijze zijn gewaardeerd. Ook wisselen de criteria voor de definitie van een kopie of origineel elkaar af, is hun onderlinge verband vatbaar geweest voor meerdere interpretaties en zijn definities vaak niet houdbaar gebleken.
Het valt buiten het kader van het onderzoek om deze verschillende inzichten hier uiteen te zetten. We beperken ons tot definities en denkbeelden die relevant zijn voor een goed begrip van het onderzoek, en voor de verzamelgeschiedenis en -praktijk van Het Nieuwe Instituut en daarmee voor de collectie archieven die het beheert.
Kopie
De term kopie, etymologisch afkomstig van het woord Copia, dat verwijst naar veelvoud en overvloed, is van toepassing op documenten die qua vorm en inhoud een exacte reproductie zijn van een bestaand document (of voorwerp). Wanneer het om een boek gaat, noemen we dit een facsimile, wanneer het om een kunstwerk gaat noemen we het een replica. Het gaat dus niet om een vervalsing omdat er duidelijkheid is over de herkomst, de wijze van vervaardiging en de context waarin deze is gemaakt. Een kopie in deze vorm komt bijna niet voor in de archieven van Het Nieuwe Instituut. Wel bevinden zich meerdere facsimile in de bibliotheek, zoals bijvoorbeeld de facsimile-uitgave uit 1916 van plattegronden van Nederlandse steden, gemaakt in 1557-1575 door Jacob van Deventer.
Reproductie
De term reproductie is eveneens een kopie van een bestaand document of voorwerp maar wijkt op onderdelen af van het voorbeeld waarnaar deze is gemaakt. Zo kunnen er verschillen zijn in formaat, papiersoort en materiaal, vormgeving, datering en kleine inhoudelijke wijzigingen in titels en opschriften.
Origineel
De definitie van origineel is rijk en daardoor ook problematisch. In verschillende periodes en vanuit verschillende motivaties hebben bijvoorbeeld filosofen, (kunst) historici, architecten, kunstenaars, auteurs en juristen en verzamelaars er steeds iets anders onder verstaan: een contract/juridisch document, een zeldzaam kunstwerk (er is er maar één van), een nieuw kunstwerk zonder precedent, een gesigneerd werk, een natuurgetrouwe imitatie van de natuur, een werk van een beroemde kunstenaar, handgemaakt werk, en zo verder. Een rode draad in het denken over een origineel is wel dat deze aanduiding door de tijd heen in moreel opzicht hoger wordt gewaardeerd dan een kopie of een reproductie. En een ander gemeenschappelijk oordeel is dat aan originelen een hogere esthetische en artistieke waarde wordt toegeschreven.
In de collectie van Het Nieuwe Instituut gebruiken we het adjectief 'origineel' meestal voor ontwerpschetsen en presentatietekeningen met een hoge communicatieve waarde voor een groot publiek. Ook reproducties waarop aantekeningen zijn gemaakt of waarop opnieuw is getekend, zien we als een origineel document. In het onderzoek gebruiken we de termen kopie en reproductie door elkaar, terwijl we meestal reproductie bedoelen. Dit is gedaan ten behoeve van variatie in de tekst. Wanneer we een kopie bedoelen in de betekenis van een replica of facsimile dan wordt dit zo benoemd. De term origineel vermijden we zo veel mogelijk, vanwege de vele betekenissen. Als we deze gebruiken, dan biedt de context duidelijkheid over de beoogde betekenis.
De blauwdruk
Een blauwdruk is een lichtdruk, omdat deze wordt gemaakt met behulp van licht. De blauwdruk als kopieertechniek krijgt rond 1870 zijn toepassing in de architectonische ontwerppraktijk. Tijdens het blauwdrukproces wordt het over te brengen ontwerp eerst getekend op een transparant. Deze transparant wordt vervolgens op lichtgevoelig papier gelegd dat is geprepareerd met de chemicaliën Potassium Ferro Cyanide en Ammonium Ijzer-citraat Groen. Beide documenten worden op elkaar gelegd en vervolgens gedurende een bepaalde tijd blootgesteld aan (zon-) licht. Het belichte deel van het lichtgevoelige papier kleurt blauw. Het onbelichte deel, onder de lijnen van de tekening, blijft wit. Na de ontwikkeling van dit beeld en het wegspoelen van de chemicaliën met water, blijft de kenmerkende blauwe kleur achter waarop het ontwerp in witte lijnen als een negatief beeld is weergegeven.
De lichtdruk (witdruk of diazotypie)
Lichtdrukken worden net als de blauwdruk gemaakt met behulp van (zon-) licht. De lichtdruk (met de witdruk en de diazotypie als specifieke toepassing) als kopieertechniek krijgt rond 1890 zijn toepassing in de architectonische ontwerppraktijk. Net als de blauwdruk is deze het gevolg van het belichten van lichtgevoelig papier, met hierop het ontwerp in zwarte lijnen op een calque als intermediair. Omdat de lichtdruk bestaat uit andere chemicaliën dan de blauwdruk bestaat het resultaat uit een positief beeld. De lichtdruk is daardoor een duidelijker en genuanceerder communicatiemiddel en is geschikt voor het naderhand aan aanbrengen van wijzigingen met pen/potlood of het inkleuren van onderdelen.
De Zip
Zips zijn industrieel vervaardigde zelfklevende plastic vellen, in 1923 gepatenteerd als een grafisch medium in de illustratie- en grafische ontwerpwereld. Ze zijn dun en transparant en worden verkocht als een vel met een zelfplakkende laag en verwijderbare onderlaag. Ze waren verkrijgbaar in doorschijnende felle kleuren en met tal van voorbedrukte patronen als dakpannen en plaveisel en met onderdelen als bomen en meubels. Vooral na de Tweede Wereldoorlog, als de bouwproductie enorm stijgt, neemt de toepassing van Zips in het ontwerpproces toe omdat het gebruik ervan het ontwerpproces zou versnellen. Zips werden in talloze kleuren op de markt gebracht, zowel mat als glanzend. Ze voegden kleur toe aan het werk van architecten, kunstenaars en ontwerpers, maar ze waren ook hittebestendig waardoor ze geschikt waren om te lichtdrukken. Op die manier konden verschillende grijstinten worden verkregen.