Collectie
Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw
Aan de hand van de archieven van de belangrijkste architecten en stedenbouwers biedt de collectie inzicht in 130 jaar ontwikkeling van de Nederlandse architectuur en stedenbouw.
Het Nieuwe Instituut ontleent zijn bijzondere positie in belangrijke mate aan de omvang en vooral de unieke betekenis van de Rijkscollectie voor Architectuur en Stedenbouw die het beheert. De collectie heeft in 2016 als gevolg van de introductie van de erfgoedwet tevens de erfgoedstatus gekregen. Hiermee wordt de nationale betekenis van de collectie nogmaals bevestigd en de collectie ook structureel gefinancierd. De Rijkscollectie is een bron voor onderzoekers, tentoonstellingsmakers, studenten en publicisten voor wie de honderden archieven met omstreeks 4,5 miljoen documenten onmisbaar materiaal leveren.
Archieven
Het Nieuwe Instituut beheert ongeveer 700 archieven en verzamelingen van Nederlandse architecten, stedenbouwkundigen, beroepsverenigingen en opleidingen met in totaal 4.000.000 documenten. De collectie behoort wereldwijd tot de grootste collecties op het terrein van de architectuur. Naast museale tekeningen bevatten deze archieven schetsen en voorontwerpen, werktekeningen, zakelijke en persoonlijke correspondentie, foto's, maquettes, affiches en verzamelde knipsels en tijdschriftartikelen. Aan de hand van de archieven van de belangrijkste architecten en stedenbouwers biedt de collectie inzicht in 130 jaar ontwikkeling van de Nederlandse architectuur en stedenbouw. De uniciteit van veel archieven, hun artistieke kwaliteit en de meerwaarde die het totaal van de verzameling oplevert, verleent de collectie van Het Nieuwe Instituut een grote cultuurhistorische betekenis.
Midden 19de eeuw, tegelijk met de oprichting van de vakvereniging Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, krijgt de opleiding tot architect in de moderne zin gestalte. Vanaf dat moment worden ook architectenarchieven gevormd. De archieven van het bureau van P.J.H. Cuypers en zijn zoon J.Th. Cuypers behoren tot de belangrijke collectiestukken uit de19de eeuw. Het zwaartepunt van de verzameling ligt bij de periode 1900-1940 met archieven van onder andere H.P. Berlage, K.P.C. de Bazel, W. Kromhout, M. de Klerk, J.J.P. Oud, W.M. Dudok, J. Duiker, J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt, T. van Doesburg, H. Th. Wijdeveld, G. Th. Rietveld en C. van Eesteren. Het Nieuwe Bouwen vormt daarin een speerpunt. De wederopbouwperiode (1940-1965) is goed gedocumenteerd met de archieven van J.H. van den Broek en J.B. Bakema, H. Maaskant en W. Wissing. Van recenter datum zijn onder meer de archieven van Herman Hertzberger, Sjoerd Soeters en Albers en Van Huut.
Ook de archieven van instellingen en opleidingen op het gebied van de bouwkunst vormen een belangrijk deel van de collectie, zoals de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten (BNA), NIROV en de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Dat geldt ook voor de resultaten van belangwekkende prijsvragen en tentoonstellingen. Voorbeelden hiervan zijn de prijsvragen voor het Amsterdamse raadhuis uit 1936 en 1967, de prijsvraag voor de Beurs in Rotterdam, een tentoonstelling als Nederland bouwt in Baksteen (1941) en de fotopanelen van de Tentoonstellingsraad (1925-1935).
De Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw bevat naast analoog ook born digital materiaal; archiefmateriaal dat oorspronkelijk in digitaal formaat is geproduceerd. Het is een van de grootste digitale collecties ter wereld. Het omvat meer dan 5 TB aan gegevens met meer dan 1.000.000 bestanden die variëren van 2D-architectuurtekeningen en 3D-modellen tot afbeeldingen, video, animaties, renderings en computercode. De technologische verschuiving in de ontwerppraktijk van analoog naar digitaal en daarmee de verwachte groei van de born digital collectie is een belangrijke reden voor het Nieuwe Instituut om tijd en middelen te investeren in het behoud en de opslag van digitale bestanden.
Bibliotheek
Het Nieuwe Instituut verzamelt en beheert publicaties over Nederlandse en buitenlandse architectuur, stedenbouw en verwante onderwerpen zoals huisvesting, ruimtelijke ordening, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur. De bouwkunst van de moderne tijd (vanaf de 19de eeuw) vormt het zwaartepunt van de collectie. Naast architectuur en stedenbouw verzamelt Het Nieuwe Instituut ook informatie over kunst, fotografie, digitale cultuur, vormgeving en maatschappelijke trends als globalisering, media, de netwerkmaatschappij en amusementsindustrie. Daarmee wil Het Nieuwe Instituut in een breed perspectief de ontwikkelingen volgen die van invloed zijn op de inrichting van de ruimte om ons heen.
De bibliotheekcollectie bestaat uit ongeveer 65.000 boeken en brochures en 1.300 tijdschrifttitels uit binnen- en buitenland, waarvan 40 lopende abonnementen. De collectie audiovisueel materiaal bevat ca. 550 videobanden, dvd's, cd's en cassettebandjes en is recent gedigitaliseerd. Het Nieuwe Instituut beschikt bovendien over een collectie zeldzame boeken en tijdschriften uit de 20e eeuw en folianten uit de 18de en 19de eeuw. De collectie groeit jaarlijks met ongeveer 10 meter; niet alleen door aankopen bij boekhandels en antiquariaten, maar ook door schenkingen van instellingen en particulieren, en door de verwerving van boekerijen die deel uitmaken van de nalatenschappen van Nederlandse architecten.