Atelier Nelly en Theo van Doesburg
10 juli 2020 - 9 oktober 2021
Nelly & Hans Arp en Sophie Taeuber-Arp
Een nieuwe kijk op het werk van Nelly en Theo van Doesburg, dankzij de recente restauratie van hun architectuurarchief. De presentatie erkent Nelly als sleutelfiguur in de opbouw van de reputatie van Van Doesburg en De Stijl. Stralend middelpunt van de opstelling is hun meest uitgesproken project samen: de atelierwoning in Meudon, een voorstad van Parijs. Met nooit eerder of lang niet getoonde schetsen, tekeningen en maquettes ingebed in de rijke gebruiksgeschiedenis van het huis.
De tentoonstelling Atelier Nelly en Theo van Doesburg erkent Nelly als sleutelfiguur in de opbouw van de reputatie van Theo van Doesburg. Een serie van vier artikelen bij de tentoonstelling geeft meer inzicht in het leven van Nelly, haar artistiek netwerk en haar rol in de verspreiding van het werk van Theo van Doesburg.
"Arps entree was niet alledaags. Does en Nelly haalden hem van het station af in Jena. Nelly keek haar ogen uit: Arp stapte zeer gesoigneerd gekleed, met witte sokken in zwarte lakschoenen, uit de trein." W. van Moorsel, Nelly van Doesburg 1899-1975. Doorsnee is mij niet genoeg, Uitgeverij SUN, 2000, p. 57
Hans Arp, dadaïst
Hans Arp (1886-1966) was een van de grondleggers van de abstracte kunst, vooral bekend om zijn sculpturen en collages. Na zijn studie aan de École des Arts et Métiers in Straatsburg vertrok Arp naar Parijs, waar hij zijn eerste gedicht publiceerde. Hij raakte betrokken bij het surrealisme, en later bij andere avant-gardistische kringen. Met een serie half-figuratieve, half-abstracte tekeningen nam hij in 1912 deel aan de tentoonstelling van de groep Der Blaue Reiter in München en in 1913 was hij betrokken bij activiteiten van Der Sturm van Herwarth Walden in Berlijn. In 1915 ontmoette Hans zijn latere echtgenote Sophie Taeuber-Arp (1889-1943). Net als hij was Sophie nauw betrokken bij het ontstaan van de experimentele kunststroming dada, die in Zurich in 1926 werd opgericht door een groep kunstenaars rond dichter Tristan Tzara.
Ook Theo en Nelly van Doesburg hadden in de jaren twintig het dadaïsme omarmd. In 1923 initieerden ze een reeks dadaïstische voorstellingen in Nederland en ze bezochten diverse, internationale congressen. Theo organiseerde in 1922 een bijeenkomst in Weimar waarvoor hij Kurt Schwitters, Tristan Tzara en Hans Arp uitnodigde. Het is niet helemaal duidelijk waar de Van Doesburgs de Arps van kenden, maar het is aannemelijk dat ze elkaar op een van deze dada-bijeenkomsten troffen. In elk geval haalden ze Hans op van het station in Jena, in de buurt van Weimar, voor het dadaïstisch congres aldaar. De dada-beweging was niet alleen voor Arp van groot belang. Ook Nelly en Theo investeerde er veel tijd en energie in, wellicht Nelly zelfs meer. Bij de vele dada-avonden trad ze op als pianist en als danser. Nelly van Doesburg was avant-gardistisch pianist, danser en beeldend kunstenaar. Ze trad op onder haar dadaïstische artiestennaam Pétro van Doesburg en gebruikte als schilder het pseudoniem Cupera. Het contact met Hans Arp en Sophie Taeuber-Arp was daarom belangrijk voor haar. Na Theo's dood in 1931 hield ze contact het hen, ondanks de artistieke en persoonlijke geschillen die Theo en de Arps dikwijls hadden gehad.
Ciné-dancing Aubette
De soms moeizame relatie tussen Theo van Doesburg en Hans Arp kwam vooral naar voren tijdens de verbouwing van de Aubette. In 1926 werd Van Doesburg door Hans Arp en Sophie Taeuber-Arp betrokken bij de verbouwing en herinrichting van het achttiende-eeuwse gebouw L'Aubette. Het gebouw, in het centrum van Straatsburg, zou, naar voorbeeld van de grote Berlijnse en Parijse uitgaansgelegenheden, een vernieuwend en modern amusementscomplex worden. Tijdens het werk aan de Aubette verhuisde Theo naar Straatsburg maar Nelly pendelde af en toe op en neer. Haar carrière was immers belangrijk voor haar en ze oefende dagelijks haar piano- en dansspel. Theo schreef haar regelmatig over de frustraties die gepaard gingen met het project. Zo was er vanwege geldgebrek vanuit de opdrachtgevers geen ruimte voor de uitvoering van bijvoorbeeld het meubilair. Daarnaast werd er ook bezuinigd op de materialen, waardoor de kwaliteit minder goed was dan gewenst. Over Van Doesburgs denkwijze en gedachtegoed was ook onenigheid. Café Aubette was een uitgaansgelegenheid maar Van Doesburg benaderde het geheel meer als een Gesamtkunstwerk. Toen er een gat in een van zijn rode muren werd geboord, werd hij dan ook woedend:
"Voor Van Doesburg, die zijn kleurstellingen een ruimtelijke dimensie meegaf, was dat een doodzonde want die waren nooit bedoeld om als decoratieve achtergrond te functioneren. Hij vertrok met Nelly naar Parijs maar niet voor lang want twee of drie dagen later smeekten de opdrachtgevers hem om terug naar Straatsburg te keren." W. van Moorsel, Nelly van Doesburg 1899-1975. Doorsnee is mij niet genoeg, Uitgeverij SUN, 2000, p. 123
Ook de samenwerking met Hans Arp verliep stroef. Aan het einde kregen ze zelfs ruzie over de verdeling van het honorarium. Van Doesburg vond dat hij meer verdiende. Hij schoof zichzelf graag naar voren als hoofdontwerper en beschouwde het gehele project als een door hem verkregen opdracht terwijl het Sophie Taeuber-Arp was die de opdracht had binnengehaald en het contact met de opdrachtgevers onderhield. De bijdrage van Hans en Sophie leek minder zichtbaar. Van Doesburg heeft alles wat hij ontwierp voor de Aubette nadrukkelijk gedocumenteerd, in tegenstelling tot de Arps. Zijn Ciné-dancing en de Salle-de-Fêtes zijn bovendien de belangrijkste architectonische uitingen geweest van De Stijl, een beweging die wereldberoemd werd en waarvan hij de oprichter was.
Samenwerking met de Arps
Ook de relatie tussen Hans en Sophie was complex, wat betreft hun samenwerking en bijdragen aan de Aubette. Ontwerpen zijn ten onrechte aan Hans Arp toegeschreven, terwijl ze in wezen van Sophies hand waren, zoals de Biljardzaal, het glas-in-lood en onderdelen van de Foyer. Dat lijkt het resultaat te zijn van een onderlinge verstandhouding, waarbij Sophie bereid was de eerste plaats aan haar man te gunnen. "Arp kon met zijn invloed en poëtische humor geschillen afzwakken en lijkt een centrale rol gespeeld te hebben tussen de hoofdfiguren van de Aubette, terwijl de plaats van Sophie Taeuber-Arp moeilijker te bepalen is. Na de komst van Theo van Doesburg lijkt zij liever op de achtergrond te blijven en Arp de rol van tussenpersoon te laten spelen. [..] Zonder Sophie Taeuber zou er noch in Straatsburg, noch in de Aubette iets tot stand zijn gebracht. Ze heeft een onbetwistbaar stempel gedrukt, ondanks het feit dat bijna haar gehele Straatsburgse bijdrage vernietigd is. Hetzelfde geldt voor Hans Arp; zijn 'gedichtsschilderij' in de Caveau dancing blijft ongeëvenaard." Emmanuel Guigon, Hans van der Werf en Mariet Willinge (red.) _De Aubette of de kleur in de architectuur. Een ontwerp van Hans Arp, Sophie Taeuber Arp, Theo van Doesburg. _Uitgeverij 010, 2006. p.145
Helaas werd de Aubette allesbehalve positief ontvangen door het publiek. Op 18 april 1928 schreef Van Doesburg gefrustreerd in zijn dagboek dat de bezoekers de nieuwe Aubette te open, te licht en te koud vonden. Het was zelfs zo erg, dat over Van Doesburgs wanden al snel ornamenten werden gehangen en geschilderd. Bij het tienjarig bestaan van het complex werd het interieur volledig vervangen. Vanwege het kunsthistorische belang en het vernieuwende ontwerp heeft men in 1994 Van Doesburgs Ciné-dancing gereconstrueerd. De restauratie en conservering van de collectie van architect en kunstenaar Theo van Doesburg is onderdeel van het programma Architectuur Dichterbij
Het is opmerkelijk dat ondanks de meningsverschillen tijdens de verbouwing van De Aubette, de Arps en de Van Doesburgs plannen ontwikkelden voor het bouwen van een gezamenlijke atelierwoning. Niet door geschillen maar door geldtekort als gevolg van de negatieve reacties op de Aubette gingen deze plannen uiteindelijk niet door. Hans en Sophie bliezen het project pas af toen zij zagen dat het ontwerpproces, dat Van Doesburg uiteraard voor zijn rekening had genomen, vertraging opliep en de bouwkosten steeds hoger werden. De Arps besloten een eigen woning te laten bouwen en namen een deel van de grond van de Van Doesburgs over. Theo en Nelly gingen op zoek naar een andere locatie. In 1927 kochten ze een smal perceel in Meudon, een voorstad van Parijs, om daar alsnog hun atelierwoning te bouwen.
Abstraction-Creation
Op 12 februari 1931 werd door onder andere George Vantongerloo, Jean Hélion en Auguste Herbin een nieuwe kunstgroep geformeerd in het nieuwe, bijna voltooide, huis van Nelly en Theo onder de naam 'Abstraction-Creation'. Theo was één van de drijvende krachten achter de formatie van de groep, en ook Nelly was er nauw bij betrokken. Ze ontving de kunstenaars ook na Theo's dood later dat jaar bij haar thuis. De groep is van groot belang geweest voor de ontwikkeling en verspreiding van moderne kunst, iets waar Nelly haar hele leven lang mee bezig is geweest. Er waren internationaal zo'n 400 leden. Veel leden van Abstraction-Création waren afkomstig van de groep Cercle et Carré en Art Concret. Het doel van de groep was om een podium te creëren voor abstracte kunst, waartoe ook de kunst van Theo van Doesburg behoorde. Ze organiseerden groepstentoonstellingen, lezingen, discussiebijeenkomsten en gezamenlijke publicaties. Het is waarschijnlijk dat Nelly na Theo's dood goede contacten onderhield met leden van de groep om Theo's gedachtengoed te verspreiden.
Nelly bleef haar hele leven in het huis in Meudon wonen maar ze reisde regelmatig de wereld over. Dat haar vriendschap met Hans Arp de tijd doorstond, blijkt uit het feit dat ze hem in de jaren zestig nog regelmatig opzocht in Locarno, waar hij een groot deel van het jaar verbleef. Sophie was al in 1943 overleden Met zijn tweede vrouw, Marguerite Hagenbach (1902-1994) trouwde Hans Arp eind jaren 1950.
In haar huis in Meudon had Nelly in de logeerkamer een werk van Arp hangen en telkens als zij over haar leven met Van Doesburg vertelde- en dat deed ze vaak - ging het altijd over haar netwerk en over haar vriendschappen, over kunstenaars als Piet Mondriaan, Kurt Schwitters of Hans Arp. W. van Moorsel, Nelly van Doesburg 1899-1975. Doorsnee is mij niet genoeg, Uitgeverij SUN, 2000, p. 7
Atelier Nelly en Theo van Doesburg
Een nieuwe kijk op het werk van Nelly en Theo van Doesburg, dankzij de recente restauratie van de collectie Van Doesburg. _Atelier Nelly en Theo van Doesburg_ erkent Nelly als sleutelfiguur in de opbouw van de reputatie van Van Doesburg en De Stijl. Tijdens het archiefonderzoek begon de rol van Nelly van Moorsel steeds meer manifest te worden. Het gesprek over het archief tendeert naar onderwerpen als identiteit, authenticiteit en háár stem binnen de artistieke wereld. Stralend middelpunt van de opstelling is hun meest uitgesproken project samen: de atelierwoning in Meudon. Met nooit eerder of lang niet getoonde schetsen, tekeningen en maquettes ingebed in de rijke gebruiksgeschiedenis van het huis.
Architectuur Dichterbij
De collectie Theo van Doesburg wordt binnen het omvangrijke restauratieprogramma van _Architectuur Dichterbij_ vanwege zijn bijzondere cultuurhistorische waarde uitgebreid onderzocht, geconserveerd en zo nodig gerestaureerd. Architectuur Dichterbij kijkt vanuit mogelijke, nieuwe perspectieven naar de verzameling archieven om op die basis het verzamelbeleid te herformuleren en nieuwe noties aan te reiken met betrekking tot de waardering van historische bronnen.