Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Art on Display 1949-69

3 oktober 2020 - 5 juni 2021

Home

Tentoonstelling Art on Display 1949-69

Hoe presenteer je kunst? En hoe kijk je daar als bezoeker naar? Veel museumbezoekers zijn geneigd direct de aandacht op het kunstwerk te richten, onbewust van het feit dat de ontmoeting met het kunstwerk is geënsceneerd door een ontwerper. Art on Display 1949-69 stelt daarom voor een keer het tentoonstellingsontwerp zelf centraal.

De expositie brengt enkele van de meest vooruitstrevende, naoorlogse tentoonstellingsontwerpen van architecten samen aan de hand van 1:1 reconstructies. Een unieke kans om deze vooruitstrevende benaderingen fysiek te ervaren en te kunnen vergelijken. Met tentoonstellingsontwerpen van Carlo Scarpa, Franco Albini en Franca Helg, Lina Bo Bardi, Aldo van Eyck en Alison en Peter Smithson. Het ruimtelijk ontwerp van de tentoonstelling is van architect Jo Taillieu. Goda Budvytyte is verantwoordelijk voor de grafische vormgeving.

Art on Display 1949-69. Foto Johannes Schwartz.

Art on Display 1949-69. Foto Johannes Schwartz.

Art on Display 1949-69. Foto Johannes Schwartz.

Art on Display 1949-69. Foto Johannes Schwartz.

Relatie tussen toeschouwer en kunstwerk

De periode 1949-1969 werd gekenmerkt door het zoeken naar een nieuwe verhouding tussen kunst en publiek, en naar een mogelijk nieuwe rol van kunst en culturele instellingen. Volksverheffing en democratisering zijn deel van een nieuw ethos. De gekozen voorbeelden vertalen dit in een streven naar een directe, persoonlijke relatie tussen toeschouwer en kunstwerk, en kaarten daarbij architectonische, museologische en maatschappelijke vragen aan.

De tentoonstellinsontwerpen geven geen eenduidig antwoord. Soms worden kunstwerken individueel getoond in een omgeving van rust en concentratie. Een andere keer wordt juist een effect van overrompeling beoogd, of een desoriëntatie van conventies en verwachtingen, om zo een spontane ontmoeting als in een labyrint uit te lokken. Verschillende ontwerpen creëren een intieme een-op-een verhouding met het kunstwerk, terwijl andere juist een gemeenschappelijke ervaring willen bewerkstelligen.

Carlo Scarpa. Museo Correr, Venetië, 1957-60. Bellini zaal. Schilderijen: Crucifixion en Transfiguration van Giovanni Bellini. Foto: Gianantonio Battistella. CISA A. Palladio, Vincenza.

Glazen ezels

De ontwerpen die geselecteerd zijn voor Art on Display 1949-69 getuigen van een speciale interesse in de relatie tussen kunst, architectuur en publiek. Alle tentoongestelde presentaties zijn ontworpen door architecten. In hun benadering van de ontwerpvraag zijn architecten zich bewust van de mogelijkheden van de ruimte en het materiaal en de articulatie daarvan. In een aantal ontwerpen zijn de kunstwerken losgekoppeld van de muur en opgetild van de vloer, om ze meer de status van een object te geven en de ruimte op een andere manier te definiëren. Om dit effect te bereiken werd er vaak nagedacht over het gebruik van de ezel als meubelstuk om schilderijen op te presenteren. Dit zien we bij Carlo Scarpa, het duo Franco Albini en Franca Helg en bij Lina Bo Bardi.

De ezels van Scarpa, Albini en Helg benadrukken het aura van het individuele kunstwerk door een verstilde en unieke ervaring bij de bezoeker op te roepen. Art on Display 1949-69 toont tevens een fragment van Bo Bardi's wereldberoemde tentoonstellingsontwerp met glazen ezels uit 1968. Het radicale tentoonstellingsontwerp voor de collectie van het Museu de Arte de São Paulo (MASP) werd bepaald door meer dan 100 ezels, opgesteld in een grid. Met dit tentoonstellingsontwerp wil Bo Bardi het kunstwerk ontdoen van zijn aura. Ze wilde kunst presenteren als werken die voor iedereen, ook niet-ingewijden, te begrijpen en te ervaren zijn. Deze opstelling nodigt de bezoeker uit om langs de werken te wandelen, als op een plein waar de schilderijen personages zijn, net als de bezoekers zelf.

Spontane ontmoetingen met kunst

De nadruk op het alledaagse binnen het tentoonstellingsontwerp treffen we ook aan bij de opstellingen van Aldo van Eyck en de Smithsons. Deze architecten waren invloedrijke leden van Team 10, een socio-kritische groep Europese architecten die hun aandacht richtten op alledaagse, stedelijke ruimten. Karakteristiek voor Team 10, en voor Aldo van Eyck en de Smithsons in het bijzonder, waren begrippen als de ontmoeting, de straat, het plein en het labyrint. Ze wilden hiermee terugkeren naar de menselijke schaal en mensen bewust maken van hun verhouding tot de omgeving. De Smithsons en Van Eyck brengen bezoekers op een niet-conventionele manier in contact met kunst. Schilderijen hangen laag of juist hoog, je kunt ze niet frontaal op afstand bekijken. Daarmee wordt een lichamelijke ervaring bewerkstelligd die eerder een emotionele dan een intellectuele reactie oproept.

Art on Display 1949-69 toont ontwerpen die Aldo van Eyck realiseerde voor de veelgeprezen, maar ook rumoer veroorzakende Cobratentoonstellingen in het Stedelijk Museum in Amsterdam (1949) en in het het Palais des Beaux-Arts in Luik (1951), naast fragmenten van het paviljoen voor de openlucht sculpturenexpo in Park Sonsbeek in Arnhem (1966). Het ontwerp van het Sonsbeek Paviljoen bestond uit zes evenwijdig geplaatste wanden van lichtgrijze betonsteen. In vijf gangen waren halfronde nissen en tussenverbindingen gemaakt. Van Eyck omschreef het resultaat als een stedelijke ruimte die hij had bedacht als tegenhanger van de idyllische natuurlijke omgeving van het 19de-eeuwse park. Van Eyck creëerde zo de enscenering van een bijna spontane ontmoeting met kunst.

Alison en Peter Smithson. Painting & Sculpture of a Decade 54-64. Tentoonstelling in Tate Gallery, Londen, 1964. Kunstwerken: beeldhouwwerk Le Canonnier van Robert Müller; schilderij Red Ground van Rodrigo Moynihan. Foto Sandra Lousada. Sm…

Alison en Peter Smithson, Painting & Sculpture of a Decade 54–64. Tentoonstelling Tate Gallery, Londen, 1964. Diagram van de tentoonstellingsruimten. Alison and Peter Smithson Archive. Folder A052. Courtesy of the Frances Loeb Library, Harvard University Graduate School of Design.

Alison en Peter Smithson, Painting & Sculpture of a Decade 54–64. Tentoonstelling Tate Gallery, London, 1964. Plan voor de inrichting van de tentoonstelling, met daar op aangegeven de (veranderende) posities van de kunstwerken. Alison and Peter Smithson Archive. Folder A052. Courtesy of the Frances Loeb Library, Harvard University Graduate School of Design.

Labyrintische structuur

De Britse architecten Alison en Peter Smithson spraken over tentoonstellingsontwerp als 'staging the possible'. Het bood hen een kans om te experimenteren en op kleine schaal hun ideeën, modellen en voorstellen voor grotere projecten te testen. Art on Display 1949-69 toont een fragment van de spraakmakende tentoonstelling _Painting & Sculpture of a Decade 54-64 _in Tate Gallery in Londen in 1964. De gekozen presentatievorm brak met de monumentale neoklassieke architectuur van het museum, om radicaal te kiezen voor een labyrintische structuur die, samen met de laaggeplaatste kunstverlichting, de bezoeker onderdompelt in een totaalervaring en het tempo vertraagt. Deze benadering van de tentoonstellingsvormgeving komt voort uit de activiteiten van de Smithsons binnen de Independent Group, die naast architecten ook bestond uit schilders, beeldhouwers, schrijvers en critici, en die zochten naar een nieuwe benadering van kunst en cultuur in de jaren 50.

Kunstwerken uit de collectie van het Gulbenkian

De tientallen schilderijen en beeldhouwwerken die in de reconstructies worden getoond, zijn afkomstig uit collecties van het Calouste Gulbenkian Museum in Lissabon. Niet eerder zijn stukken uit deze collectie getoond in Nederland. Er is werk te zien uit de privécollectie van de Brits-Armeense zakenman en filantroop Calouste Sarkis Gulbenkian uit de 18de en 19de eeuw, en uit de Moderne Collectie, met werk van moderne Portugese en Britse kunstenaars, zoals Maria Helena Vieira da Silva, Terry Frost en John Hoyland.

Covid-19

Tijdens de voorbereiding van deze tentoonstelling brak de corona-pandemie uit. De enscenering van de ontmoeting tussen bezoeker en kunstwerk krijgt - onbedoeld - een extra dimensie nu deze medebepaald wordt door de regels van de anderhalvemetersamenleving. Het heeft het bewustzijn over de ruimtelijke en materiële mogelijkheden en onmogelijkheden van tentoonstellingsontwerp aangescherpt.

Samenwerking met Calouste Gulbenkian Museum

Art on Display 1949-69 kwam tot stand dankzij een uitnodiging van het Calouste Gulbenkian Museum in Lissabon aan Het Nieuwe Instituut om deze tentoonstelling samen te verwezenlijken. De initiële aanleiding van deze tentoonstelling vormde de 50ste verjaardag van het Gulbenkian Museum dat in 1969 zijn deuren opende na een aanloopperiode van twee decennia (1949-69). Vanuit een gedeelde interesse in de rol van de architect in het museum en het ontwerp van tentoonstellingen benaderde Penelope Curtis, directeur van het Gulbenkian Museum, Dirk van den Heuvel, hoofd van het Jaap Bakema Study Centre en kenner van het oeuvre van Aldo van Eyck en de Smithsons, en Guus Beumer, artistiek en algemeen directeur van Het Nieuwe Instituut. In tegenstelling tot de tentoonstelling in Lissabon, vindt de expositie in Rotterdam niet plaats tegen de achtergrond van een vaste presentatie van een permanente collectie, maar als onderdeel van een meerjarig programma omtrent 1:1 modellen, met eerdere tentoonstellingen als _1:1 Sets for Erwin Olaf_ en _1:1 Stijlkamers_. Het ontwerp van Art on Display 1949-1969 is van de architect Jo Taillieu.

Franco Albini en Franca Helg, Palazzo Bianco, Genua, 1949-51. Foto A. Villani & Figli. Fondazione Franco Albini.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.