Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Schadeatlas ontwerptekeningen

De meeste ontwerptekeningen in architectuurcollecties hebben gedurende de tijd enige vorm van schade opgelopen. Door intensief gebruik in de architectuurpraktijk, maar ook door bewaring in archieven. Om de conditiebepaling van dit soort collecties te vereenvoudigen en de staat van het materiaal beter te begrijpen heeft het Nieuwe Instituut in samenwerking met Metamorfoze, het nationaal programma voor het behoud van het papieren erfgoed, de Schadeatlas ontwerptekeningen gemaakt.

11 december 2023

Tijdens het gebruik van de tekening heeft iemand koffie gemorst waardoor een grote vlek is ontstaan en de leesbaarheid is aangetast. Tekening, 1934-1936, Collectie Nieuwe Instituut, c/o Pictoright Amsterdam 2023, Archief G.TH. Rietveld, RIET40.2. Foto Johannes Schwartz.

Kopieerrevolutie

In tegenstelling tot reguliere archieven bestaan architectuurarchieven voor een groot deel uit reproducties, wat specifieke soorten schade met zich meebrengt. Door de uitvinding van de fotografie ontstond bij de architectenbureaus vanaf 1870 een ware kopieerrevolutie. Het tijdrovende handmatig kopiëren van tekeningen kon vervangen worden door een efficiënt, goedkoop en foutloos proces. De bekendste reproductietechniek is de blauwdruk – bijna een synoniem geworden van een bouwtekening. Maar ook de witdruk, (sepia-)diazotypie en later de elektrostatische kopie zijn onmisbaar geweest in het ontwerpproces van architecten. Zelfs de handgemaakte tekeningen werden meestal op transparant papier (de zogenaamde calques) getekend om ze te kunnen gebruiken als negatief voor het maken van een kopie.

Lichtgevoelige lagen

Reproductietechnieken ontwikkelden zich voortdurend, waardoor de meeste ontwerpdossiers verschillende soorten kopieën bevatten. Deze materialen en lichtgevoelige lagen kennen specifieke verouderingsprocessen en schades. Zo zorgt de chemische samenstelling van diazotypieën vaak voor roze of gele verkleuring langs randen en vouwlijnen, waar de bladen als eerste in aanraking komen met zuurstof. Een ander voorbeeld van schade die uitzonderlijk is in ‘gewone’ archieven maar vaak voorkomt op ontwerptekeningen is veroorzaakt door het veelvuldig gebruik van zelfklevende folies. Verkleurde lijm, luchtbellen, sneden in het papier en de zogenaamde spookbeelden op omliggend materiaal zijn maar een greep uit de verschijnselen die deze folies kunnen veroorzaken op de tekening.

In de Schadeatlas wordt naast een typologie van al deze schadesoorten ook aandacht besteed aan sporen uit de bureaupraktijk. Denk aan kromgetrokken panelen of verkleving door lijm uit ophangstroken. Onder andere door deze categorie te benoemen en een hoofdstuk te wijden aan de context van een architectenarchief vraagt de Schadeatlas ook aandacht voor de uniciteit en intrinsieke waarde van ontwerptekeningen.

Bij deze stapel blauwdrukken is goed te zien dat vooral de randen zijn beschadigd door schuiven en stoten. Blauwdrukken, 1935, Collectie Nieuwe Instituut, Archief Bureaus Merkelbach, Elling & Karsten, MELKt11.1b. Foto Johannes Schwartz.

De Schadeatlas

De Schadeatlas ontwerptekeningen is een praktisch hulpmiddel voor collectiebeheerders bij het herkennen en classificeren van schadebeelden bij ontwerptekeningen. Dat maakt het makkelijker om een schade-inventarisatie uit te (laten) voeren die als basis kan dienen voor een collectiebehoudsplan, offerte- of subsidieaanvraag. De Schadeatlas ontwerptekeningen is gebaseerd op de collectie van het Nieuwe Instituut, en toont de verscheidenheid aan materialen, technieken, gebruikssporen en schades in architectuurarchieven.

  • Schadeatlas ontwerptekeningen. Tekst en samenstelling: Romy Ruigrok, Ellen Smit en Aafke Weller. Inhoudelijk advies: Hilde Schalkx. Fotografie: Johannes Schwartz. Metamorfoze, 2023.

De Schadeatlas ontwerptekeningen is een samenwerking tussen het Nieuwe Instituut en Metamorfoze. De digitale versie van de atlas is hieronder te downloaden. Een papieren exemplaar is gratis verkrijgbaar bij Metamorfoze.

Download de Schadeatlas

Metamorfoze

Metamorfoze is het nationale programma voor het behoud van papieren erfgoed. Het wordt gefinancierd door het Ministerie van OCW en is ondergebracht bij de KB. De Schadeatlas ontwerptekeningen is na de Schadeatlas archieven en de Schadeatlas bibliotheken de derde en laatste uitgave in de reeks.

Dit uitgesneden sjabloon kan worden gebruikt om een patroon over te zetten op een nieuwe ondergrond. Dat het sjabloon daadwerkelijk is gebruikt kan worden afgeleid uit de achtergebleven groene verf. Sjabloon, 1858-2000, Collectie Nieuwe Instituut, Bruikleen Baron van Zuylen van Nijevelt de Haar, Archief Kasteel de Haar, HAARt359.1. Foto Johannes Schwartz.

Van hetzelfde ontwerp zijn schetsen gemaakt op verschillende soorten transparant en opaak papier. Tekeningen, 1932-1934, Collectie Nieuwe Instituut, Archief W.M. Dudok, DUDO113M.42A. Foto Johannes Schwartz.

Het medium (houtskool) van de tekening is gefixeerd met een spray. Het fixeermiddel is sterk vergeeld waardoor goed te zien is waar de spray is aangebracht. Tekening, 1897-1935, Collectie Nieuwe Instituut, Archief Kunstwerkplaats Cuypers & Co., CUCOt595.3. Foto Johannes Schwartz.

De tekening is sterk aangetast door schimmel, die zich lokaal door het dubbelgevouwen papier heeft gevreten. Als gevolg hiervan zijn materiaalverlies, vervilting en verkleuring ontstaan. Tekening, 1915-1925. Collectie Nieuwe Instituut, Archief M. Kropholler-Staal, A.J. Kropholler en J.F. Staal, STAAa46.3. Foto Johannes Schwartz.

De lijm van de plastic ophangstrip is uitgevloeid en heeft verkleving met het verpakkingsmateriaal veroorzaakt. Tekening, 1975-1976, Collectie Nieuwe Instituut, Archief Architectenbureau Drexhage, Sterkenburg, Bodon & Venstra, DSBVr587. Foto Johannes Schwartz.

De scheuren van de gerolde tekening zijn gerepareerd met plakband. De lijm is sterk geoxideerd waardoor verkleuring en verkleving is ontstaan en de drager op sommige plekken los begint te laten. Tekening, 1955, Collectie Nieuwe Instituut, Archief Architectenbureau Drexhage, Sterkenburg, Bodon & Venstra, DSBVr320. Foto Johannes Schwartz.

De tekening is sterk aangetast door insectenvraat. De larven van insecten hebben zich een weg geboord door het papier waardoor de kenmerkende kronkelige gaten zijn ontstaan. Tekening, 1948-1949, Collectie Nieuwe Instituut, Archief J.M. Groenewegen, GROY5. Foto Johannes Schwartz.

Op de tekening zijn verschillende kleuren Zip-folies aangebracht. In de donkere folies zijn kleine luchtbellen zichtbaar. Tekening, 1973-1974, Collectie Nieuwe Instituut, Archief J. Baljeu, BALJ18.4. Foto Johannes Schwartz.

Langs de rand van de tekening is een deel van het papier vervangen door een nieuw stukje calqueerpapier dat met plakband is vastgezet. Tekening, 1938, Collectie Nieuwe Instituut, Archief S. van Ravesteyn, RAVE67. Foto Johannes Schwartz.

Op de originele tekening op transparant papier (rechts) is een oude blauwdruk gebruikt om een leeg etiket te creëren voor de kopie (links). Door de lijm is spanning ontstaan tussen de blauwdruk en de tekening waardoor het papier is gevormd. Tekening en blauwdruk, 1933-1934, Collectie Nieuwe Instituut, Archief J. Gratama, G. Versteeg & J.W. Dinger, GRAQt190.1. Foto Johannes Schwartz.

Op de vouwlijnen van de tekening is het medium (houtskool) weggevaagd door wrijving met het oppervlak. Tekening, 1917-1930, Collectie Nieuwe Instituut, Archief H.Th. Wijdeveld, WIJD298. Foto Johannes Schwartz.

In de tekening van de sepia-diazotypie zijn lijnen weggekrabt als correctie. Omdat de coating hierbij ook wordt meegenomen is dit zichtbaar als de witte delen in de afbeelding. Er is geen sprake van schade. Sepia-diazotypie, 1981-1985, Collectie Nieuwe Instituut, Archief O. Greiner, GREO81157t4. Foto Johannes Schwartz.

Lees ook

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.