Het ruimtelijk ontwerp van Tuinen van de toekomst
Voor de Rotterdamse editie van Tuinen van de toekomst heeft het Nieuwe Instituut kunstenaar en ontwerper Frank Bruggeman gevraagd om het oorspronkelijke tentoonstellingsontwerp van ontwerpstudio Formafantasma te vertalen naar de specifieke situatie op locatie. Bruggeman houdt in zijn aanvullingen en aanpassingen niet alleen rekening met de eigenschappen van de ruimte, maar probeert de tentoonstelling ook nog meer ‘tot leven’ te brengen.
12 maart 2025
Wanneer je als ontwerpmuseum een tentoonstelling over tuinen ontwikkelt, komen er algauw vragen op over wat je jezelf kan en mag permitteren. Tuinieren als ontwerp- en maakpraktijk gaat van oudsher over het inperken, omheinen en temmen van natuurlijk woekeren, over menselijke ideaalbeelden die je ander leven opdringt. Een alternatieve, misschien positiever ingestoken benadering is de vraag die kunstenaar en ontwerper Frank Bruggeman als uitgangspunt neemt voor het ruimtelijk ontwerp van de Rotterdamse editie van deze reizende tentoonstelling: hoe breng je de tuinen die je op zaal presenteert juist tot leven?
Ruimtelijk ontwerp: FormaFantasma
De Milanees-Rotterdamse ontwerpstudio Formafantasma onder leiding van Andrea Trimarchi en Simone Farresin verzorgde het ruimtelijk ontwerp van Garden Futures, dat in zijn oorspronkelijke gedaante te zien was in Weil am Rhein, Helsinki en Värnamo. Trimarchi, Farresin en hun collega's hebben hun best gedaan om clichématige denkbeelden over tuinen als geïdealiseerde natuur en gecultiveerde vrijheid te vermijden. In plaats daarvan grijpen ze terug op historische tuinen die werden ingericht alsof het binnenruimten waren. In veel traditionele Italiaanse tuinen werd het temmen van de wildernis bijvoorbeeld expliciet gemaakt door ze vorm te geven als een interieur.
Formafantasma echoode zulke paradoxale ideeën over buiten en binnen, natuur en cultuur, vermeende beschaving en wildernis. De zitjes in de ruimten werden nadrukkelijk gestoffeerd, wanden en vloeren bekleed met tapijt. Zo belichtte de ruimtelijke vormgeving hoezeer het onderwerp van de tentoonstelling, tuinieren en tuin- en landschapsontwerp, van oudsher de mens als uitgangspunt én middelpunt genomen heeft.
Nieuwe Instituut kiest nadrukkelijk voor een ander type ruimte en laat in Rotterdam de vloerbedekking grotendeels achterwege. Een houten schutting verbindt hier natuur en cultuur, terwijl wanden van steigermateriaal de notie van het instituut als open en experimentele proefopstelling benadrukken.
De manier waarop de opeenvolgende ruimten in de tentoonstelling zijn ingericht volgt de hoofdstukken waarin het verhaal van Tuinen van de toekomst is onderverdeeld. Van de paradijselijke Hof van Eden als oertuin, via tuinieren als politiek-maatschappelijke ingreep en de tuin als daadwerkelijke proeftuin, naar de toekomstige tuinen waaraan je onder meer kunt aflezen hoe mensen zich in het antropoceen verhouden tot andere levensvormen en hoe wij omgaan met de opwarming van de planeet.
Ruimtelijk ontwerp: Frank Bruggeman
In de Nieuwe Tuin bij het Nieuwe Instituut werken opmerkelijke tuinmannen. De tuin wordt al jaren – niet uitsluitend ten tijde van Tuinen van de toekomst – ecologisch beheerd door een schrijver en een kunstenaar. Zij weten uit ervaring wat het inhoudt om te tuinieren voor alle leven, inclusief het anders- of meer-dan-menselijke. Het instituut heeft kunstenaar en ontwerper Frank Bruggeman uitgenodigd om vanuit die kennis en kunde mee te denken over de Rotterdamse editie van Tuinen van de toekomst. Hij is als assistent-curator betrokken bij de samenstelling van deelpresentatie Rotterdam – een planetaire tuin met vier best practices uit de stad. Het instituut heeft hem ook gevraagd om het bestaande ruimtelijke ontwerp van de reizende tentoonstelling als geheel af te stemmen op ons gebouw en onze werkwijze.
Voor zijn herinterpretatie van het originele tentoonstellingsontwerp van Formafantasma gaat Bruggeman uit van wat hij ziet als een precair evenwicht. We hebben als mensen een bepaald beeld van de natuur als iets op afstand, ‘daarbuiten’ – wild en los van onszelf. Tegelijkertijd proberen we de natuur met allerlei ingrepen naar onze hand te zetten, zodat die voldoet aan een gedroomd ideaalbeeld.
Bruggemans materiaalkeuze weerspiegelt die tegenstelling. Hij zet levend en dood plantmateriaal af tegen materialen die verre van natuurlijk overkomen. Die aanpak sluit aan bij zijn praktijk en oeuvre, waarin hij altijd het troebele onderscheid tussen natuur en (botanische) cultuur verkent. Het is vaak maar moeilijk te zien waar de ene ophoudt en de andere begint. Een landschap kan er bijvoorbeeld uitzien alsof het zich spontaan zo gevormd heeft, terwijl het in feite volledig mensenwerk is. Bruggeman stelt in zijn objecten en installaties achterhaalde denkbeelden rond de toepassing van inheemse of uitheemse planten ter discussie en bevraagt het romantische streven naar de ‘puurheid’ of zuiverheid die mensen op de natuur projecteren.
Een kijkje achter de schermen bij de ontwikkeling van het ruimtelijk ontwerp voor Tuinen van de toekomst. Foto met dank aan de kunstenaar.
1 of 2
Grafisch ontwerp: Lorenz Klingebiel en Dominik Krauss / Frédérique Gagnon en Maud Vervenne
De grafische laag van de tentoonstelling Garden Futures en de vormgeving van de bijbehorende catalogus werden in opdracht van het Vitra Design Museum ontwikkeld door Lorenz Klingebiel en Dominik Krauss. Voor de Rotterdamse editie van de tentoonstelling heeft Frédérique Gagnon het bestaande concept in samenwerking met Maud Vervenne vertaald naar de lokale situatie; zij hebben onder meer de aanvullingen, aanpassingen en vertalingen doorgevoerd waarin het Nederlandstalige Tuinen van de toekomst zich onderscheidt.