TACK x Jaap Bakema Study Centre
Verslag zomerschool Re-Enacting Tacit Knowledge
Hoewel zomerscholen een belangrijke rol hebben gespeeld in de twintigste-eeuwse architectuurcultuur, is er eigenlijk nooit goed onderzoek naar gedaan. In Re-Enacting Tacit Knowledge, een zomerschool over zomerscholen, zijn Het Nieuwe Instituut en TACK aan de slag gegaan om de dynamiek van deze invloedrijke, maar goeddeels genegeerde evenementen te onderzoeken en nieuw leven in te blazen. Organisator Hamish Lonergan doet verslag.
In de loop van de twintigste eeuw werd de zomerschool een belangrijke ontmoetingsplaats voor studenten en docenten met verschillende culturele achtergronden om met elkaar samen te werken. Ondanks hun reputatie en hardnekkig voortbestaan is er echter relatief weinig onderzoek gedaan naar de rol van zomerscholen in de architectuurcultuur en het architectuuronderwijs. Om die leemte op te vullen werd in september 2021 de zomerschool Re-Enacting Tacit Knowledge georganiseerd, over de impliciete dimensies van zomerscholen. Het evenement maakte deel uit van de samenwerking tussen Het Nieuwe Instituut en het Horizons 2020 Innovative Training Network: TACK / Communities of Tacit Knowledge: Architecture and Its Ways of Knowing.
De geringe aandacht voor de zomerschool heeft tot op zekere hoogte te maken met de kortstondige en ongrijpbare kwaliteit ervan: zomerscholen zijn intens, productief, sociaal en levensveranderend, - maar slechts voor een maand of twee. Die eigenschappen zijn moeilijk te vangen in een tekst of tekening. Re-Enacting Tacit Knowledge ging daarom uit van het idee dat we met behulp van een aantal experimentele onderzoeksmethoden - fictief-kritische reflectie, performance en reconstructie - licht zouden kunnen werpen op de sociale, ervaringsgerichte en vaak onbewuste vormen van weten die in dit soort educatieve evenementen een rol spelen.
Spoorzoeken
Het programma verliep langs twee hoofdlijnen. In de eerste fase onderzocht een aantal werkgroepen de theoretische en historische achtergronden. Angelika Schnell en Eva Sommeregger hielden zich bezig met performance en reconstructie in het architectuuronderwijs; Dirk van den Heuvel met het CIAM, Team 10 en bureau Van den Broek en Bakema; Hélène Frichot met fictief-kritische reflectie en architectonische teksten; Elke Couchez met het 'lezen' van de stad zoals dat plaatsvond bij het International Laboratory for Architecture and Urban Design (ILAUD); Paolo Ceccarelli en Giulio Verdini met het ILAUD en zijn eerste directeur, Giancarlo de Carlo; en Claudia Slanar met reconstructie als artistieke praktijk. Daarnaast verzorgde Albena Yaneva in de eerste week een openbare lezing over 'archivistische' manieren van weten, in samenwerking met Thursday Night Live!
Tegelijkertijd voerden we informelere discussies en deden we archiefonderzoek, waarbij we de collectie van Het Nieuwe Instituut doorzochten op sporen van zomerscholen. We vonden materiaal over de vroege CIAM-zomerscholen (1946-1956), de Salzburg Sommerakademie (1953-heden), het International Design Seminar van de TU Delft (1962-heden), de NAi Masterclass Series (1996-2000) en de masterclasses van het Berlage Instituut. Zomerscholen zijn echter sociale evenementen: discursief, argumentatief en evenzeer gericht op persoonlijke relaties en gesprekken tot diep in de nacht, als op de neerslag van ervan op papier. We kregen een indruk van wat er zoal door de mazen van de officiele verslaglegging was geglipt tijdens gesprekken met Frans Hooykaas - die Jaap Bakema assisteerde gedurende zijn tijd aan de Salzburg Sommerakademie - en Per Olaf Fjeld - die lid was van een groep van de Arkitektur- og designhøgskolen i Oslo (AHO) en jarenlang les gaf bij het ILAUD. Als eerste experiment met de methodes van de zomerschool hebben we in de tuin van Het Nieuwe Instituut de zogenaamde 'begrafenis van het CIAM' nagespeeld, zoals die te zien is op een super8 filmpje uit het persoonlijke archief van Jaap Bakema, dat hij opnam tijdens de CIAM bijeenkomst in Otterlo in 1959.
Reconstructie van ‘De dood van het CIAM’, 2021. Deelnemers aan de zomerschool spelen de opnamen na die Jaap Bakema maakte tijdens de CIAM-bijeenkomst in Otterlo in 1959. Gefilmd door Filippo Oppimitti en gemonteerd door Jana Scheithauer. A…
Informele momenten
In de tweede fase hebben we het geleerde toegepast tijdens een reconstructie van een specifieke zomerschool: die van het ILAUD in 1986. In groepjes werkten de deelnemers aan een opdracht die Giancarlo de Carlo in 1986 voor de charette exercise (ontwerpsessie) van het ILAUD had opgesteld. We kregen evenveel tijd als in 1986 om een ontwerpvoorstel te maken voor een nieuwe bouwlocatie in Rotterdam: de door Van den Broek en Bakema ontworpen Lijnbaan. Met dit verschil: elke groep werd nu gevraagd de charette te voltooien in de stijl van één van de scholen die deelnamen in de beginjaren van het ILAUD, en om de onuitgesproken kennis van elke specifieke pedagogische context bloot te leggen.
De deelnemers bezochten de Lijnbaan, en werkten - als in een ontwerpstudio - in de voormalige kantoorruimte op de zesde verdieping van Het Nieuwe Instituut. We bespraken de projecten met een wisselende groep gasten, sommige afkomstig uit het TACK-netwerk, in de adviserende rol die oorspronkelijk werd vervuld door gastcritici als Denys Lasdun en Peter Smithson. Tegelijkertijd spraken we elkaar, net als de deelnemers in 1986, elke dag tijdens de lunch, we ontmoetten elkaar voor een drankje na de studiobijeenkomsten en we hadden gesprekken in het trappenhuis: informele momenten, buiten het officiële programma om.
Deelnemers hadden de taak om de jaarverslagen van ILAUD - en het andere in Het Instituut aanwezige archiefmateriaal over zomerscholen - zorgvuldig te lezen en om te proberen het impliciete weten van deze verschillende 'gemeenschappen van onuitgesproken kennis' te begrijpen door gesprekken, tekeningen en activiteiten na te spelen of maken. Hoewel deze reconstructies speculatief waren, baseerde we ons op rigoureuze extrapolaties van wat we wél wisten. Terwijl de tekeningen die uiteindelijk in de jaarverslagen terechtkwamen de bekende resultaten van het ILAUD vertegenwoordigden, onderzochten veel van de groepen de impliciete processen die tot deze resultaten hadden geleid. Sommige groepen werden door het hoge tempo van de reconstructie aangemoedigd om werk te produceren op dezelfde tastbare en analoge manier als studenten dat in de jaren zeventig dat deden, namelijk met de hand.
Voor andere groepen was het belangrijk te begrijpen welke positie de zomerscholen innamen ten opzichte van wat Tom Avermaete heeft omschreven als 'the unarticulated epistemes of tacit knowledge' (het ongearticuleerde weten van de onuitgesproken kennis). Door gebruik te maken van narratief georiënteerde technieken - op fictief-kritische reflectie gerichte teksten, films en geluidsopnames - onderzochten zij de positie van hun scholen met betrekking tot kwesties als participatie en fenomenologie, die bij het ILAUD een grote rol in de discussies hadden gespeeld. Anderen waren geïnteresseerd in de impliciete dimensie van de sociale context van de zomerschool: zij reconstrueerden en registreerden de manier waarop studenten en docenten de projecten bespraken en hun verschillende, impliciete perspectieven probeerden te overstijgen.
Slotreconstructie, 2021. Deelnemers spelen hun rol op de laatste dag van de zomerschool. Gefilmd door Jana Scheithauer en gemonteerd door Martin Rösch.
Bij elkaar
Op de laatste dag verzorgde elke groep een slotperformance voor een panel dat bestond uit mensen uit het TACK-netwerk en van Het Nieuwe Instituut. Daarbij combineerden ze hun tekeningen, films en teksten met meer theatrale dialogen en presentaties, terwijl ze deden alsof ze tot de hun toegewezen school behoorden. Veel deelnemers moesten dus uit hun comfortzone treden terwijl ze tegelijkertijd productieve speculaties over belichaamde en sociale onuitgesproken kennis genereerden - bepaalde presentatiestijlen, vormen van groepsdiscussie, vormen van dynamiek tussen docenten en studenten en manieren om de stad te zien en te ervaren.
Wat hebben deze reconstructies en performances nu opgeleverd? We zijn in ieder geval op een andere manier naar archiefdocumenten gaan kijken. Ze vormen niet alleen het verzameld bewijs van wat er gebeurd is, ze dienen ook om hiaten in het historisch verslag op te sporen. Wat is er niet gezegd, of kon niet gezegd worden? Wat was er verborgen en wat bleef onuitgesproken? Aan alles wat in de jaarverslagen wordt beschreven of afgebeeld, liggen echte activiteiten ten grondslag - belichaamd door echte personen - waarvan de gevolgen en effecten niet volledig in deze documenten konden worden gevat. Op het eenvoudigste niveau gaat het om de relatie tussen het tekenen van een lijn op een bladzijde, op een scherm of in de virtuele werkelijkheid: het gaat om de tijd die het kost en om de manier waarop je lichaam beweegt terwijl je het doet.
We begonnen ook iets meer te begrijpen van hoe het voelde om gedurende een langere periode bij elkaar te zijn. Ook al duurde ons verblijf in Rotterdam maar twee weken, in plaats van de twee maanden van het ILAUD, wij ervoeren niet alleen de productiviteit van een dergelijke nauwe samenwerking, maar ook de frustraties en complicaties waar De Carlo in de verslagen op zinspeelt. Het delen van informele momenten leek even belangrijk als de formele werkgroepen en activiteiten. We konden inderdaad vaststellen dat het vaak op deze momenten is dat een groep individuen met verschillende culturele en pedagogische achtergronden echt een geheel begint te vormen en in de nieuwe, gezamenlijke 'gemeenschap van onuitgesproken kennis' van de zomerschool zelf verandert.
Met dank aan alle deelnemers: Jhono Bennett, Valeria Casali, Filippo Cattapan, Shriya Chaudhry, Eric Crevels, Emanuele De Angelis, Claudia Mainardi, Filippo Oppimitti, Lucia Pennati, Michele Porcelluzzi, Ionas Sklavounos, Yagiz Soylev, Paula Strunden, Mara Trübenbach, Anna Livia Vørsel and Caendia Wijnbelt.