Sleep Mode
Interview Rafaël Rozendaal
Voor de tentoonstelling Sleep Mode bracht beeldend kunstenaar Rafaël Rozendaal een selectie screensavers samen. Deze anonieme digitale kunstwerken kenden een korte bloeiperiode. Ze ontstonden als oplossing voor een probleem, ontwikkelden zich tot vrijplaats voor experiment en verdwenen vervolgens geruisloos uit ons digitale leven. Rozendaal, wiens oeuvre voor een groot deel op het internet bestaat, vertelt over zijn fascinatie voor de screensaver.
Waar komt jouw belangstelling voor de screensaver vandaan?
Op de kunstacademie ontdekte ik het internet, dat zowel medium als podium kan zijn. Daar kon ik mijn eigen gang gaan. Ik ben op zoek gegaan naar de mogelijkheden van de computer: wat kun je met de computer dat niet met andere media kan? Technisch gezien kun je generatieve beelden maken, beelden die zo geprogrammeerd zijn dat ze constant anders zijn. Je maakt een bewegend beeld met een aantal instructies die de computer uitvoert. Heel simpel gezegd creëer je een soort fontein, die voortdurend water spuit, maar zich nooit helemaal herhaalt: de waterdruppels vallen altijd net iets anders. Zo zie ik generatief bewegend beeld en dat is ook meteen de link naar de screensavers.
Hoe is de screensaver ontstaan?
De allereerste screensaver kwam voort uit het zoeken naar een oplossing voor een praktisch probleem. De eerste computers stonden vaak de hele nacht te draaien en dan brandden de letters en cijfers in de toen gangbare CRT-monitoren. Een programmeur schreef een klein programma waarmee het scherm na enkele minuten op zwart ging als de computer niet gebruikt werd. Dat programmaatje werd een screensaver genoemd. Later bedachten programmeurs dat er interessantere oplossingen mogelijk waren dan een zwart scherm. De screensaver veranderde toen van een louter functioneel programma in een speelplaats.
Wat waren je overwegingen bij het selecteren van de screensavers?
Wat mij fascineert is dat heel veel mensen de screensavers heel vaak zagen, zonder er goed naar te kijken. Ik vind het interessant dat de beelden ergens onbewust in de hersenen liggen opgeslagen. Het gaat me om het effect van herkenning, van iets waar je je nooit heel bewust van was. Waar je je nooit van hebt afgevraagd waar het vandaan komt en wie het gemaakt heeft, of welke intentie de maker ermee had. Ik heb dan ook niet naar obscure voorbeelden gezocht, maar juist bekende screensavers geselecteerd.
Voor mij is het idee van staren heel belangrijk. Bijvoorbeeld als je moe bent en een beetje voor je uitkijkt. De meeste dingen die je op de computer doet zijn heel doelgericht, maar de screensavers werken op een heel ander deel van je hersenen. Daarom vind ik de titel mooi: Sleep Mode. De meeste beeldende kunst ervaar je ook het beste als je staart en niet teveel nadenkt.
De meeste screensavers hebben niet lang bestaan, bij iedere software update werden er nieuwe exemplaren geïnstalleerd. Was het moeilijk om ze boven tafel te krijgen?
Nee, dat viel wel mee. Mijn theorie is dat software blijft bestaan zolang er mensen zijn die het interessant vinden. Verschillende liefhebbers hebben verschillende versies van screensavers bewaard. Je kunt ze downloaden van het web. De makers leven bovendien nog, die heb ik kunnen interviewen. Misschien dat het over honderd jaar lastiger is, maar dan vormt deze tentoonstelling misschien weer een referentiepunt. De screensavers zijn een interessant fenomeen, daarom overleven ze.
Voel jij je als kunstenaar verwant aan de makers van de screensavers?
Ik voel me zeer aan hen verwant. Ik kwam heel veel screensavers tegen die ik nog niet kende en er zaten veel ideeën in die ik ook heb onderzocht in mijn werk. Bijvoorbeeld de manier waarop je beweging weergeeft, je hebt eigenlijk maar heel weinig elementen nodig om een grote beweging te suggereren. Een goed voorbeeld hiervan is de screensaver Starfield, waarin bewegende witte puntjes je het gevoel geven dat je door een sterrenhemel vliegt. Dat effect ontstaat door iets van honderd bewegende pixels, in een raster van wel een half miljoen pixels. Een klein aantal elementen maakt dat de kijker beweging ervaart.
Je begint vaak met een groot idee, en vervolgens blijkt dat je dat tot de essentie terug moet brengen omdat veel niet mogelijk is. Dat proces vind ik interessant. Het is niet zoals bij film en fotografie, dat je door een lens naar een scene kijkt en bepaalde keuzes maakt over uitsnede en compositie. Op de computer bouw je een beeld, in code en met een beperkt aantal pixels, helemaal vanuit het niets op.
Wat is precies het verschil tussen een animatie en een generatief beeld?
Een animatie bestaat uit vijfentwintig of dertig frames per seconde. Als je plaatjes heel snel achter elkaar laat zien suggereer je beweging en lijkt het een filmpje. Een filmpje heeft altijd dezelfde sequentie van beelden, terwijl een generatief beeld door de computer steeds opnieuw wordt samengesteld en eindeloos veel variaties en combinaties kent. Dat het beeld steeds anders is maakt dat het niet in het scherm kan branden: de allereerste bestaansreden van de screensaver.
Hoe worden de screensavers in de tentoonstelling gepresenteerd?
Op een computer kun je screensavers alleen na elkaar bekijken. In de tentoonstelling kan ik ze naast elkaar laten zien. De screensavers worden daar op grote, meer dan manshoge schermen vertoond. Die presentatie zorgt voor een hele andere ervaring: de bezoeker beweegt zich fysiek door de geschiedenis van de screensavers en kan er een beetje in verdwijnen. Zo ontstaat een meer interactieve manier van kijken.
Interview: Lotte Haagsma