Het ontwerp van het sociale
“Totaalplan voor de helft van het burgerziekenhuisterrein” door Burgerziekenhuis Voor Vrouwen, 1989(?), ontwerp: Madi Kolpa/Corien Bos. Tekeningen: Henriette van Eys/Luzia Hartsuyker, druk: Vrouwendrukkerij Virginia. Bron: Archief Luzia Hartsuyker-Curjel, Collectie Het Nieuwe Instituut
In de jaren zestig groeide onder vrouwen de weerstand tegen hun positie in de maatschappij. Deze positie werd niet alleen opgelegd door wetgeving, onderwijsinstellingen en de directe sociale omgeving, maar ook door 'verlichte' organisaties zoals Stichting Goed Wonen. Volgens deze stichting zou betere huisvesting bijdragen aan een hechte gemeenschap met meer stabiliteit. De stichting hield er stereotiepe denkbeelden over het traditionele gezin op na die de rol van vrouwen bleef reduceren tot huisvrouwen. Ze streefde naar een grotere efficiëntie van huishoudelijke taken zodat vrouwen meer tijd overhielden voor het moederschap en het smaakvol decoreren van de woning. In het beste geval kregen vrouwen dus een ondergeschikte rol in de (interieur)architectuur.
In de jaren zeventig kwam hier verandering in toen een groeiend aantal vrouwen, werkzaam in de architectuur, stedenbouw en bouwkunde, zich verenigden binnen (academische) instellingen en beroepsgroepen. Zij volgden ontwikkelingen in gerelateerde academische disciplines zoals de sociale wetenschappen, filosofie en psychologie. Hun stellingname over de rol van gender in de bebouwde omgeving, ging hand in hand met het ontmantelen van geconstrueerde binaire modellen en hiërarchieën, zoals private en de publieke sfeer, woon- en werkactiviteiten, betaald en onbetaald werk of het recht op vrije tijd. In de architectuur toont de absurditeit van de patriarchale en sociale tweedeling zich bij uitstek: terwijl vrouwen al eeuwenlang tot de huishoudelijke en huiselijke sfeer waren veroordeeld, werd hen verweten ondeskundig te zijn op het gebied van huisvesting en werden zij evenmin verwelkomd op het gebied van architectuur in het algemeen.
Platforms voor kritisch feministisch discours kregen vorm door de initiatieven van ambitieuze vrouwen zoals Anna Vos, Heidi Mare, Susanne Komossa en Lidewij Tummers, én met de steun van mannelijke bondgenoten. De onderzoeksgroepen Vrouwenstudies aan de TU Eindhoven en TU Delft en de onafhankelijke Stichting Vrouwen Bouwen Wonen zijn voortgevloeid uit deze initiatieven. De door vrouwen geleide platforms zorgden voor aanhoudende gesprekken en organiseerden symposia en lezingen over de vraag hoe het vakgebied van architectuur en bebouwde omgeving veiliger en gelijkwaardiger kon worden gemaakt. Dankzij deze aanhoudende inspanningen hebben veel feministische ideeën, die werden onderzocht in het ruimtelijke domein, uiteindelijk geleid tot beleidsverandering binnen instellingen en overheidsorganisaties.
Buiten de academische wereld kwamen vrouwen ook voor elkaar op en leerden van elkaar in toegewijde instellingen, zoals steungroepen voor technische beroepen, 'Vrouwenklussenkollektieven', ontwerpgroepen, Vrouwenhuizen en schuilplaatsen tegen huiselijk geweld (Blijf-van-mijn-lijfhuizen). Deze initiatieven haalden inspiratie uit feministische ervaringen in andere landen en leiden tot een hechte transnationale gemeenschap die aantoont hoe het delen van kennis tussen gemarginaliseerde groepen bijdraagt aan emancipatie.
Zaha Hadid, Beth Gali, Laura Thermes, samen met organisatoren Susanne Komossa (docent Architectuur) en Anna Vos (docent bij Vrouwenstudies) bij een planbespreking voor het ontwerpvak ‘Proloog tot Zichtbaarheid’, 1987, foto: onbekend. Bron: Archief Anna Vos, Collectie TU Delft
Archief
Het archiefmateriaal dat voor deze afdeling is gebruikt, omvat:
Note by Lotte Stam-Beese (FDS_IMG123)
STABph56 Huishouding; 'Was bietet die Kollektivhaushaltung im gegensatz zur Einzelhaushaltung?
Newspaper Article over Luzia Hartsuyker-Curjel (FDS_IMG127)
HARTd114 /HART.110455833; Krantenartikelen geschreven over de Hartsuykers, 1967-1990
Poster by Vrouwendrukkerij Las Muchachas (FDS_IMG098)
Archief Vrouwendrukkerij Las Muchachas 1983-1992, IAV-Atria