Huis Sonneveld
De producten van Gispen werden in catalogi gepresenteerd. De fabriek had in Nederland en daarbuiten toonzalen – in Rotterdam van 1930 tot 1938 op Mauritsweg 37 – en verkocht rechtstreeks aan klanten. In elke catalogus is een lijst opgenomen van bedrijven en instellingen die verlichting of meubels van Gispen hadden aangeschaft. De Rotterdamse cliëntele vormt een ruime meerderheid in de catalogus van Gispen uit 1930. De particuliere markt was echter te beperkt; de lampen van Gispen waren te duur voor de gewone man.
Willem Hendrik Gispen (1890-1981) studeerde bouwkunde aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam (tegenwoordig de Willem de Kooning Academie), maar stopte met zijn opleiding na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na bij een aantal architectenbureaus gewerkt te hebben, kocht Gispen in 1916 een kleine siersmederij aan de Coolsingel. Daar maakte hij naam met zijn kunstsmeedwerk; in 1919 kreeg hij van architect Henri Evers (1855-1929) opdracht de lantarens en radiatorkasten voor het Rotterdamse stadhuis te maken. Het was de eerste van een hele reeks orders voor belangrijke Rotterdamse gebouwen.
Notabelen
In 1920 richtte Gispen, met onder meer zijn voormalige studiegenoot Leendert van der Vlugt (1894-1936), Opbouw op, de spreekbuis van de Nieuwe Zakelijkheid. In de statuten stond de samenhang tussen architectuur en aanverwante kunsten voorop. Contacten binnen deze kunstenaarsvereniging leverden behalve ideeën en inspiratie nieuwe opdrachten op. Ook zijn lidmaatschap van de Rotterdamsche Kring was in dat opzicht van belang: hij leerde er de notabelen van Rotterdam kennen. Zijn uitgebreide netwerk, én het economisch gunstige tij vormden de voedingsbodem voor een reeks van belangrijke opdrachten voor het inrichten van nieuwe gebouwen met lampen en meubels.
Een groot aantal Gispen catalogi is online beschikbaar op de website van Stichting Gispen Collectie