Huis Sonneveld
Museumwoning Huis Sonneveld is een van de best bewaard gebleven woonhuizen in de stijl van het Nieuwe Bouwen. De villa aan de rand van het Museumpark is begin jaren dertig ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt, bekend van de Van Nellefabriek en het Feyenoordstadion. In Huis Sonneveld zie je hoe een welgestelde Rotterdamse familie in de jaren dertig van de vorige eeuw woonde en leefde.
De betrekkelijke kleine kring die zich haute couture en andere modeartikelen kon veroorloven, richtte zich echter nog lange tijd op Parijs. Daar deed ze inkopen of, zoals de familie Sonneveld, lieten zij hun naaister de kleren namaken naar een Parijs’ model. Sinds het begin van de twintigste eeuw komen er in Nederland modehuizen op als het Amsterdamse Hirsch & Cie en het Haagse Maison Kühne, waar een buitengewoon chique clientèle kopieën van Franse couture kan aanschaffen. Gerzon, dat vanaf het begin van de eeuw ook in Rotterdam gevestigd was, is de eerste die zich naast deze ‘haute couture’ op een iets meer betaalbare mode gaat toeleggen. In Gerzon wordt ook confectie aangeboden, die in oplage is vervaardigd. Het gaat er echter nog steeds deftig aan toe, want de aankopen worden thuis bezorgd.
De herenkleding was in de jaren twintig nog sterk op Engeland gericht, maar in de jaren dertig verschoof de aandacht naar Amerika. Doordat de Amerikaanse confectiefabrikanten stylisten en ontwerpbureaus gaan gebruiken, introduceert de Amerikaanse confectie regelmatig nieuwe ideeën die in Europa aanslaan. Over het algemeen wordt de herenkleding minder zwaar en comfortabeler. Het herenkostuum wordt van lichter materiaal gemaakt. Katoen wordt steeds populairder. Over het algemeen is de mannenmode ook veel kleuriger dan vroeger. Op foto’s is te zien dat de heer Sonneveld een voorbeeld is van deze Amerikaanse stijl. Hij is misschien geen trendsetter, maar zeker een trendvolger in deze stijl, met zijn fraaie kostuums van soepel vallende stof.