Huis Sonneveld
Het was ongewoon luxe dat dienstbodes een eigen badkamer hadden, in een tijd dat veel woningen helemaal niet over een badkamer beschikten. Hoewel de villa’s voor de Van Nelle directeuren anders doen vermoeden, was het Nieuwe Bouwen een sociaal-geëngageerde beweging, met interesse in sociale woningbouw en de vraag hoe de woonomstandigheden van de lagere klassen verbeterd konden worden. Het motto ‘lucht licht en ruimte’ was er zeker ook op gericht het volk uit hun benauwde arbeiderswoningen te bevrijden en ze een gezondere leefomgeving te bieden.
Woningwet
De woningwet van 1901 geldt als het begin van de overheidsbemoeienis met wonen en huisvesting. Revolutionair in een tijd die gedomineerd werd door liberale beginselen. Slechte woningen moesten verdwijnen, en met gemeenschapsgeld werd de bouw van goede woningen gestimuleerd. Daarnaast werden ook de bewoners opgevoed: een woningopzichter kwam wekelijks langs om huur te innen en zorg te dragen voor reparaties en dergelijke, maar ook om bewoners te leren hoe zij hun woningen moesten bewonen. Desondanks woonden nog steeds veel arbeiders in slechte woningen, en liet de hygiëne te wensen over. Behalve de overheid zochten ook architecten naar oplossingen om hun situatie te verbeteren.
Toch is er maar weinig sociale woningbouw gerealiseerd in deze stijl. Volgens de modernen hielden de traditionalisten en aanhangers van de Amsterdamse School de welstandscommissies in hun greep. Een uitzondering is de Bergpolderflat in Rotterdam, in 1934 gebouwd naar ontwerp van Van Tijen, Brinkman en Van der Vlugt.
Bekijk ook
Filmpje over de Bergpolderflat, uit de tentoonstelling Strijd om de Stad (Nederlands Architectuurinstituut). De flat bleek uiteindelijk te duur voor de beoogde doelgroep: de arbeiders.
Aflevering van Andere Tijden: Honderd jaar Woningwet (vanaf 12:55). De woonomstandigheden van de Nederlandse arbeidsbevolking begin vorige eeuw waren vaak erbarmelijk. De voor die tijd revolutionaire Woningwet moest daaraan een einde maken.