Designing the Surface
26 januari 2017 - 19 augustus 2017
De viering van de laatste laag: Chris Kabel, Toon Koehorst en Jannetje in ’t Veld
De laag waarmee materialen worden afgewerkt, beschermd, verfraaid, verbeterd of versterkt vormt vanaf 29 januari 2017 het onderwerp van een grote tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut. De afgelopen jaren besteedde het instituut aandacht aan de materialen hout, plastic en glas. Ontwerper Chris Kabel besloot het onderwerp materiaal op een andere manier te benaderen, namelijk vanuit de afwerking. Samen met ontwerpbureau Koehorst in 't Veld werkte hij het onderwerp uit tot een tentoonstelling.
Wat maakt dit onderwerp volgens jullie zo interessant?
Chris Kabel: Als je goed kijkt zie je dat alle materialen om ons heen voorzien zijn van een laagje. Die stoel heeft een poedercoating, de muur is geverfd en je mobiele telefoon heeft een laagje tegen het vettig worden. Veel dingen kunnen überhaupt niet functioneren zonder een afwerklaag, schepen kunnen bijvoorbeeld niet varen zonder een laagje verf. Een goed voorbeeld van een object dat bij de gratie van een afwerklaag bestaat is het bekende vierkante bijzettafeltje van Ikea - bijenraatkarton afgewerkt met een laagje laminaat, meer is het niet. Het leek me interessant om het te hebben over de laatste laag waarmee de dingen een functionaliteit krijgen of behouden.
Toon Koehorst: Ons interesseert vooral de coating die een bepaald effect wil sorteren. De afwerklaag die iets wil verhullen of juist mooier en aantrekkelijker wil maken, die iets wil verdoezelen of juist verhevigen. Het fascinerende is dat het meestal om een heel dun laagje gaat, soms maar een paar micrometer dik, en die flinterdunne laag bepaalt alles. Je kunt er mee verleiden, maar ook verhullen. Dat zie je bijvoorbeeld bij autolakken: die glanzende en glinsterende lakken zijn heel uitgesproken bedoeld om auto's een verleidelijk uiterlijk te geven, maar ook om plastic onderdelen aan het oog te onttrekken.
Jannetje in 't Veld: Coatings zijn vaak onzichtbaar, die worden bijvoorbeeld op appels of in een koekenpan, op muren of kleding gespoten. Deze oppervlaktes zijn juist niet bedoeld om te verleiden, maar om af te stoten. Het zijn fobische afwerklagen: ze zijn bijvoorbeeld anti-graffiti, anti-aanbak, anti-regen of anti-wifi.
Wat willen jullie met de tentoonstelling bereiken? Wat kan de bezoeker verwachten?
TK: Architectenbureau Monadnock ontwerpt een serie spectaculaire paviljoens, naar model van de fun fair. Deze bevatten een rariteitenkabinet aan bijzondere en onverwachte objecten en projecten. Alle aandacht gaat daarbij naar de huid van de dingen. De bezoeker kan zich vervolgens verdiepen in de veelal onzichtbare functies, betekenissen en mogelijkheden van coatings en afwerkingen.
Wat het onderwerp urgent maakt is dat er in de industrie en de wetenschap een groot bewustzijn bestaat over de potentie van het oppervlak, terwijl op de ontwerpopleidingen vaak nauwelijks aandacht aan de afwerking wordt besteed. Voor de industrie zit daar de marge, voor de afwerklaag kunnen nieuwe toepassingen en functionaliteiten worden ontwikkeld die nauwelijks volume hebben, maar wel een enorme impact kennen. Dat maakt het tot een interessant onderwerp om aan de orde te stellen, juist in de ontwerpwereld: we need to talk about the finish!
CK: Onder meer door de ontwikkeling van nanotechnologie, kan met die laatste laag nieuw gedrag worden toegevoegd aan materialen en objecten. Er bestaat tegenwoordig bijvoorbeeld geleidende verf, die smeer je op een muur en dan heb je geen bedrading meer nodig om elektriciteit aan te leggen. Zo kunnen er ook minuscule zonnecellen aan verf worden toegevoegd. Daarnaast wordt de rijkheid aan oppervlaktebehandelingen steeds groter. Het is nu mogelijk om een print te laten drijven op water. Als je daar een object in dompelt, duwt het water de print er naadloos omheen. In Amerika geven mensen hun geweer of autovelgen een camouflageprint met deze techniek. Dat zijn vrij banale voorbeelden, maar het zijn technieken waar ontwerpers hele interessante dingen mee zouden kunnen doen.
Hoe komen deze verschillende voorbeelden en aspecten van een afwerklaag in de tentoonstelling aan bod?
CK: In het eerste paviljoen van de tentoonstelling wordt de afwerklaag in al zijn variëteiten gevierd. Welke soorten afwerkingen bestaan er, met welke effecten en welke kwaliteiten? Het tweede paviljoen gaat vooral over de techniek. Deze krijgt de vorm van een atelier waar te zien is hoe afwerklagen worden toegepast. Dan is er een paviljoen dat gaat over de noodzaak van de finish. Daar laten we zien dat materialen vervallen als ze niet worden afgewerkt. Dat verval kan heel mooi zijn en een materiaal kan er zelfs een eigen beschermlaag mee vormen: een patina. In dit paviljoen komt een fontein, naar ontwerp van Lex Pott, waarin objecten liggen die op verschillende manieren zijn afgewerkt. Deze worden overgoten met een corosieve vloeistof waardoor de materialen beginnen te eroderen. We willen twee kanten van dit erosieproces laten zien: sommige materialen raken aangetast, maar anderen worden juist steeds mooier.
Hoe past de tentoonstelling Designing the Surface in jullie eigen ontwerppraktijk?
CK: Ik ben productontwerper. Veel van mijn projecten komen voort uit hele lichte, eenvoudige ingrepen in materialen, die een verrassend effect hebben. De keuze voor dit onderwerp komt voort uit een verwondering over het feit dat we in een wereld leven waar alles van een afwerklaag is voorzien en bijna niemand het erover heeft.
TK: Wij zijn grafisch ontwerpers en tentoonstellingsmakers, met een grote interesse in de cultuurgeschiedenis. We leggen graag verbindingen tussen uiteenlopende dingen en ideeën. Boeken en tentoonstellingen lenen zich daar heel goed voor.
JV: Voor Het Nieuwe Instituut waren we eerder betrokken bij tentoonstellingen over materialen, als ontwerper, maar gaandeweg steeds meer inhoudelijk als curator. Zowel bij HOUT als bij GLAS hebben we geprobeerd een wereld te creëren waarin de bezoeker wordt ondergedompeld. Daarbij spelen ook de materialen van de inrichting, geluiden, zelfs geur een rol. We regisseren een omgeving waarin we objecten nieuwe relaties laten aangaan.
Welke voorbeelden uit Designing the Surface zijn jullie het meest dierbaar?
CK: Ik vind de spiegel een mooi voorbeeld - hoewel het afwijkt van de rest omdat de laag aan de achterkant zit. Door de toevoeging van een dun laagje zilver verandert de functie van een materiaal totaal: doorzichtig glas wordt een spiegel die het beeld niet meer doorlaat maar weerkaatst. Een vergelijkbaar voorbeeld is de retro-reflecterende verf waarmee in Finland de geweien van rendieren worden behandeld, om te voorkomen dat ze worden aangereden. Dat moet een absurd gezicht zijn, als je midden in de nacht zo'n kudde oplichtende geweien aan je auto voorbij ziet trekken. Het is een fascinerende clash tussen oud en nieuw, én een hele slimme toepassing van een afwerking.
TK: Mij boeien de decoratieve schildertechnieken waarmee eenvoudige materialen een luxe uiterlijk krijgen. Inferieure houtsoorten transformeren hiermee in dure houtsoorten of marmer. Het is een mooie omkering dat door stijgende arbeidskosten en dalende grondstofprijzen die technieken tegenwoordig relatief kostbaar zijn. Het leukst is het als er uit die traditionele kopieertechnieken hele nieuwe fantasiematerialen ontstaan, zoals iets te wilde marmers en overdadig vlammende houtsoorten. Je ziet iets dergelijks ook in de auto-industrie, waar nieuwe imitatiematerialen worden ontwikkeld die in alle opzichten voorbij gaan aan het materiaal dat ze nabootsen. Namaakleer dat goedkoper, veiliger, sterker, makkelijker schoon te houden en nóg zachter is dan het natuurlijke materiaal. Het gaat daarbij niet alleen om de look, maar ook om de feel.
JV: Ik verheug me op de grote diversiteit aan objecten die samen vragen oproepen over de afwerking en achterliggende ideeën en motieven. Het wordt een tentoonstelling waar de vergulde weerhaan die normaal gesproken op de kerktoren van Doesburg staat, te zien is naast een verfpistool (een met verf gevulde super-soaker) gebruikt tijdens de recente Colourful Revolution in Macedonië. Die spanning tussen behoud en verval, verleiding en afstoting zal door de hele tentoonstelling aanwezig zijn.
Interview: Lotte Haagsma
Bekijk de interviews op video met de curatoren van_ _Designing the Surface