Essay 'Kas di Shon' van Miguel Peres dos Santos
In zijn essay 'Kas di Shon' stelt Peres dos Santos vast dat zich in het overdrachtelijke bouwwerk van wet- en regelgeving de zelfde mechanismen voordoen als in de fysieke gebouwde omgeving en dat veel hedendaagse instituties in wezen de logica voortzetten waarmee bedrijven als de WIC zichzelf verrijkten over de ruggen van tot slaaf gemaakte geracialiseerde lichamen. Pas als de constructie van het huis van de plantage-eigenaar echt niet langer doorwerkt in het heden, vervolgt hij, kunnen we beginnen te bouwen aan een respect- en liefdevolle relatie met al het (menselijke) leven. Vrij naar Audre Lorde - die stelde dat "the master's tools will never dismantle the master's house" - concludeert Peres dos Santos dat historisch bewustzijn en kritische zelfreflectie een voorwaarde zijn voor die noodzakelijke vernietiging van de architectuur van de Kas di shon.
13 oktober 2023
In zijn bijdrage aan een reeks schrijf- en werkopdrachten gaat onderzoeker, beeldend kunstenaar en filmmaker Miguel Peres dos Santos in op het ontwerp van stelsels van in- en uitsluiting, regulering en onderdrukking. In oktober 2023 verscheen er een uitgebreide - Papiaments-, Engels- en Nederlandstalige, met zorg vormgegeven - gedrukte uitgave van het essay 'Kas di Shon', in nauwe samenwerking met Sarmad Magazine. Online biedt het Nieuwe Instituut een alternatieve, afgeleide editie aan.
De gedrukte uitgave is gratis verkrijgbaar via de boekwinkel van NAi Boekverkopers, in de foyer van het Nieuwe Instituut.
lees meerKas di Shon. Enkele gedachten over de architectuur van het reguleren van lichamen
In de eerste periode van de coronapandemie, toen de Nederlandse autoriteiten voor het eerst van hun burgers vroegen om zich thuis van anderen af te zonderen, raakte ik gefascineerd door wat dat deed met mijn perceptie van architectuur en de publieke ruimte. Ik kreeg de indruk dat ik gebouwen, de openbare ruimte en allerlei voorbeelden van de gebouwde omgeving in een heel ander daglicht begon te zien, doordat er niet langer relatief grote groepen mensen in aanwezig waren.
Ik was regelmatig geboeid door de schaal en het perspectief en een soort algemene gewaarwording van leegte. Naarmate dagen en weken van afzondering verstreken, bleef dat gevoel van ruimtelijke fascinatie bestaan. Maar gaandeweg begon deze ervaring me ook steeds sterker te verontrusten. In het begin kon ik niet benoemen wat me dwars zat, maar naarmate de openbare ruimte steeds verder gereguleerd werd, begon het me te dagen dat ik het gevoel kreeg dat mijn lichaam geforceerd in bedwang werd gehouden. Hoewel ik me vóór de pandemie al bewust was van de architectuur of de constructies waarmee instanties lichamen in het openbaar reguleren, had het opleggen van strengere regels voor ruimtelijke afstand tussen lichamen een grote impact op mijn beleving van de relatie tussen mijn eigen lichaam en de publieke ruimte. Het is alsof de afwezigheid van lichamen me bewuster heeft gemaakt van de constructie van het reguleren van die lichamen. Hoewel die regulering zogenaamd de gehele bevolking wordt opgelegd, bevestigde de moord op George Floyd, toevallig of niet, dat bepaalde (geracialiseerde) lichamen een veel hogere prijs betalen voor het 'overtreden' van die zelfde regelgeving - de handhaving kan hen soms zelfs het leven kosten. Ook de moord op Tomy Holten in Zwolle in maart 2020 is daar een duidelijk en zeer betreurenswaardig voorbeeld van.
De rechtsconstructie die lichamen reguleert, de architectuur van de rechtspraak op dat gebied, wordt vaak automatisch geaccepteerd en niet ter discussie gesteld. Om dit aan te kunnen vechten en ons überhaupt een wereld voor te kunnen stellen waarin geracialiseerde lichamen zoals die van George Floyd en Tomy Holten niet worden vermoord door het buitensporige geweld dat er tegen hen gebruikt wordt, moeten we eerst de aard en het ontwerp van de constructies analyseren waardoor het mogelijk is dat dit soort voorvallen zich blijven voordoen. Lichamen worden door de mythische natiestaat bewaakt, gereguleerd en gestraft met behulp van een bouwwerk van rechtsconstructies en wetshandhaving en een monopolie op het gebruik van geweld. Omdat slavernij de ultieme vorm is van onderwerping van een levend menselijk lichaam, is het misschien nuttig om stil te staan bij bepaalde aspecten van het (Nederlandse) koloniale project en de architectonische constructie van koloniale plantages. Dit om te proberen te begrijpen hoe deze architectonische constructies in fysiek en institutioneel opzicht, de constructie van het reguleren van lichamen blootleggen. Hoewel ik me hier met name zal richten op het Nederlandse koloniale project, is het aannemelijk dat er parallellen zijn met andere koloniale projecten.
De kas di shon (Papiamentu voor plantagehuis, letterlijk 'het huis van de meester') staat in geografisch en strategisch opzicht op het hoogste punt van de plantage. Normaal gesproken bevindt zich rond het huis aan alle kanten een stoep, wat ook het geval is bij de Savonet-plantage in het nationale park Christoffelpark op Curaçao. Deze stoep rond het huis biedt de shon, de 'meester', 360º uitzicht op het terrein zodat hij ieder uur van de dag vrijwel alles in de gaten kan houden wat de door hem in slavernij gehouden lichamen deden. De geografisch strategische plek van de kas di shon is niet alleen in praktische zin functioneel, de hogere plaats op het terrein straalt ook, net als bij allerlei andere gebouwen van hiërarchische instituties, een gevoel van macht en controle uit over de andere elementen op het terrein, inclusief de tot slaaf gemaakte lichamen.
De centrale ruimte in het huis is gereserveerd voor alleengebruik door de shon. Hij kan er worden bediend, gasten ontvangen en samenzijn met zijn gezin, maar hij is overduidelijk de centrale machtsfiguur voor wie deze ruimte bedoeld is. Deze centrale ruimte fungeert normaal gesproken als een woonkamer en heeft twee ingangen: een hoofdingang aan de westkant en een tegenoverliggende achteringang aan de oostkant. Dit typische kenmerk van de Nederlandse koloniale architectuur in het Caribisch gebied zorgt voor een frisse benedenwindse[1] bries in de hete Caribische zon... voor de persoon die op de hele plantage het minste werkt. Dit steekt nogal af tegen de andere architectonische voorzieningen op de plantage, met name tegen de bescheiden hutjes met één kamer waar de tot slaaf gemaakten moeten wonen. De discrepantie is zo groot dat zelfs aan de stallen op de plantage in bouwkundig opzicht meer aandacht besteed wordt dan aan de huisvesting van de menselijke lichamen die in slavernij worden gehouden.
De shon heeft het monopolie op geweld tegenover geracialiseerde lichamen op de plantage. Ook als hij dat geweld zo vormgeeft dat de uitvoering bij iemand anders ligt, blijft hij de hoogste autoriteit.. De jurisprudentie op basis waarvan de shon geweld mag gebruiken tegen tot slaaf gemaakte lichamen, is gebaseerd op de bedrijfsregelgeving van de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC). De WIC, de tweede beursgenoteerde multinational ter wereld (na de Verenigde Oost-Indische Compagnie of VOC), heeft de gerechtelijke blauwdruk gecreëerd die het de shon mogelijk maakt om in naam van het grootkapitaal zijn wildste sadistische fantasieën op geracialiseerde lichamen te botvieren [2]. Deze wettelijke constructie is ingebed in een bredere architectuur van regels en richtlijnen in de westelijke koloniën die eveneens gecontroleerd wordt door de WIC: de trans-Atlantische handel in geracialiseerde, tot slaaf gemaakte menselijke lichamen.
Dit grotere geweldsmonopolie bouwt voort op het zakelijke monopolie van de WIC op de trans-Atlantische handel in tot slaaf gemaakte lichamen in de Nederlandse westelijke koloniën en wordt in stand gehouden onder het mom van ondernemerschap en vrijheid[3], waarden waar Nederlanders nogal trots op schijnen te zijn. Zo bezien zijn de shon, de kapitein van het trans-Atlantische schip en de gouverneur van de kolonie stuk voor stuk managers die ieder een aspect beheren van één overkoepelende juridische architectuur op basis van winstbejag ontmenselijking, uitbuiting, vernietiging en geweld. Dit soort 'ondernemerschap' is gewoonweg niet uitvoerbaar zonder het tot slaaf maken van geracialiseerde menselijke lichamen, de vernietiging van natuurlijke hulpbronnen en de wreedheid en hebzucht van de 'beschaafde' witte man. Dit komt je vast allemaal erg bekend voor. Dat komt waarschijnlijk omdat het zo herkenbaar ís.
Om het kluisteren, reguleren en verhandelen van lichamen mogelijk te maken op de enorme schaalgrootte van de trans-Atlantische handel in geracialiseerde lichamen van de WIC, ontwikkelde de compagnie als bedrijfsorgaan een stelsel van wetten, regelgeving en instituties die geweld op die andere lichamen uitoefenen. De plantage, het schip, de markt, de overheid, de rechtbank en het leger zijn als je het zo bekijkt instituties die een op geweld gebaseerde rechtsopvatting uitvoeren en handhaven. Deze modus operandi bleek zo effectief voor het bereiken van de bedrijfsdoeleinden en het creëren van heel veel rijkdom, dat die tot op de dag van vandaag van toepassing is. Onze shon die in zijn hooggelegen kas van de frisse benedenwindse bries geniet terwijl hij de lichamen van zijn tot slaaf gemaakten reguleert, is in feite de moderne bedrijfsdirecteur die in zijn kantoor met airconditioning op de bovenste verdieping de lichamen managet die hij aanstuurt. Laat dat even goed tot je doordringen.
Het zal je daarom niet verbazen dat machtsposities bij organisaties tegenwoordig bijna altijd worden vervuld door witte mannen van middelbare leeftijd. Dit is een consequentie van hoe we de wereld om ons heen hebben gestructureerd en de manier waarop deze constructie (voor sommigen) succesvol bleek in het scheppen van welvaart uit de regulering van lichamen. Via basale logica kun je afleiden dat gelijkaardige modi operandi vergelijkbare resultaten opleveren. Het multinationale beursgenoteerde ondernemerschap van onze tijd zet niet meer een WIC-insigne als brandmerk op gediscrimineerde tot slaaf gemaakte lichamen. Dat is getransformeerd naar andere, beter verhandelbare en aantrekkelijke vormen van branding. En dat is geen woordgrapje; er is niets grappigs aan het onmenselijke en verwerpelijke gedrag van het brandmerken van een logo op een geracialiseerd lichaam. Maar het feit dat we nog steeds dezelfde woorden gebruiken om dit soort processen te beschrijven, geeft wel aan dat er in wezen niet veel veranderd is.
De multinationale zakelijke wereldhandel kreeg pas meer macht na het 'bankroet' van de VOC en de WIC. Tegenwoordig is de wereldwijde 24/7 aandelenmarkt volledig ongereguleerd, compleet autonoom en onvoorstelbaar machtig. Om op eigen houtje meer welvaart te kunnen genereren, onderwerpt de markt naar eigen goeddunken de mythes waarmee natiestaten zichzelf legitimeren, hele regeringen en hun beleid. Deze huidige vorm van ondernemerschap evenmin als bij de WIC vol te houden zonder de grootschalige consumptie en dus de vernietiging van natuurlijke hulpbronnen, de regulering en exploitatie van lichamen en hun arbeid - en het institutionele kader van de architectuur waarbinnen dit alles de dagelijkse gang van zaken kan worden. Daarom is het zo dat de handel de overheidsstructuren controleert en niet andersom, zoals men ons vaak wil laten geloven. Deze overheidsstructuren bepalen ondertussen direct of indirect, de richting van het beleid van de meeste instituties. De behoefte om de status quo te handhaven is blijkbaar nogal groot.
Het staat even simpel als onmiskenbaar buiten kijf dat de meest fanatieke verdedigers van de mythe van de natiestaat en van de witte westerse beschaving als bakens van culturele ontwikkeling en menselijke beschaving niet op de hoogte zijn van het weerzinwekkende, abjecte en wrede karakter van hun eigen geschiedenis. Maar wie beweert dat het overeind houden van de status quo en de bijbehorende architectonisch-juridische constructen van de rechtspraak de enige manier is om een liefdevollere, zorgzamere en respectvollere omgangsmanier met het (menselijk) leven in al zijn verscheidenheid te bewerkstelligen, hanteert in feite een reductio ad absurdum. Om ons überhaupt een andere toekomst voor te kunnen stellen, moeten we op zijn minst bereid zijn om het bouwwerk van de kas di shon tot de grond toe af te branden. Pas dan kunnen we ons een andere architectuur proberen voor te stellen; vanaf de fundamenten beginnen te bouwen aan alternatieve interpersoonlijke relaties en interactie met de wereld om ons heen.
Als je het zo stelt klinkt het misschien alsof dit heel simpel en herkenbaar is en gemakkelijk te bereiken, maar het tegenovergestelde is het geval. Er bestaat namelijk een actieve, waakzame en extreem gewelddadige constructie die is ingericht op het buitensluiten van elke vorm van institutionele kritiek. Stemmen die de status quo in twijfel durven trekken, worden met verbazingwekkende snelheid krachtig uit het institutionele domein geweerd en belachelijk gemaakt. Ze worden theatraal genoemd, beschuldigd van te veel emotie en dat ze kwesties overdrijven. Ze worden gezien als brutaal, onprofessioneel, onrealistisch, utopisch, ondankbaar, negatief, ongezellig (asociaal) en onwetend. Maar dat is afgelopen op het moment dat op onze beeldschermen opnieuw een geracialiseerd lichaam zichtbaar wordt dat op onmenselijke wijze van het leven wordt beroofd, gedurende 8.46 ondraaglijke minuten en seconden. Op zulke momenten, bij het zien van extreem gewelddadige beelden en de misselijkheid die dat oproept, ontstaat plotseling, maar heel kort, bij sommigen een besef van urgentie. Wat we over het algemeen echter niet snappen is dat zo'n kortstondig gevoel van urgentie niet is wat ons in staat stelt om ons ook maar een voorstelling te maken van fundamentele verandering. Om ons überhaupt een andere toekomst in te kunnen denken, moeten we eerst heel diep in de spiegel kijken en naar ons verleden. Want het is ons verleden dat ons heeft gemaakt tot wie we nu zijn, waaronder de manier waarop we met het lichaam van 'anderen' omgaan. Als zelfs dat basale uitgangspunt niet diep in ons hart is verankerd, ben ik bang dat er geen hoop is. Dan zullen we ons opnieuw stilletjes schikken wanneer er weer een geracialiseerd lichaam met geweld wordt vermoord op onze eigen stoep.
Noten
- [1] Doordat dat de aarde draait in combinatie met het Corioliseffect, kent het Caribische tropische klimaat twee bijzondere winden: bovenwinds en benedenwinds. Deze worden in de volksmond ook wel passaatwinden genoemd omdat ze vroeger de koloniale schepen uit Europa meebrachten. Curaçao is een benedenwinds eiland wat betekent dat de wind van oost naar west waait.
- [2] Als je door mijn woordkeuze nu een vorm van cognitieve dissonantie ervaart, moet je waarschijnlijk eerst het meesterwerk _Wij slaven van Suriname _van Anton de Kom lezen. Dit boek is beschikbaar in vier talen. Hierin ontdek je hoe sadistisch het Nederlandse koloniale project in feite was, ook in de ogen van andere koloniserende mogendheden zoals de Britten (kampioen in het uithongeren van hun eigen koloniale bevolking tot de dood erop volgde). Eigenlijk zou je dit boek sowieso moeten lezen, ook als je geen cognitieve dissonantie ervaart.
- [3] Zie Geographies of Freedom, een onderzoeksproject van mijzelf en mijn dierbare vriend Egbert Alejandro Martina dat deels is ontwikkeld bij Het Nieuwe Instituut in 2019. Het project loopt nog steeds en binnenkort verschijnt er een publicatie. Onder andere door de huidige pandemie heeft dit vertraging opgelopen.