Monumenten voor Vrede
Yuri Veerman
Kunstenaar en ontwerper Yuri Veerman droeg tijdens de opening van Monumenten voor Vrede een korte tekst voor over zijn grootvader die mensen smokkelde tijdens de Tweede Wereld Oorlog.
Bomen, aarde, bad en brood
Vorige week keek ik naar de NOS die live verslag deed van de bevrijding van Kamp Amersfoort dat 70 jaar geleden, op 19 april 1945 door de Nazi's werd overgedragen aan het Rode Kruis. Er zijn beelden van de aanwezigen, van het voormalige kamp, en van het monument 'Gevangene voor het Vuurpeloton' dat nu 'De Stenen Man' wordt genoemd.
Daarna leest kunstenaar Armando een gedicht voor. Hij spreekt over de bomen die in tijden van de verschrikkingen ook hier stonden, die alle ellende hebben aanschouwd. 'De bomen staan er nog steeds, op dezelfde plek. Ze zijn niet een eindje verderop gaan staan'. 'Ik kijk naar de bomen', zegt Armando. 'En er doet zich iets akeligs voor. Ze zijn mooi. Ik vind ze mooi.'
In onze wereld zijn dit zeldzame zinnen. Zinnen over schuldige landschappen. Bomen die besluiten om niet te verplaatsen. Armando mag er over spreken tijdens een herdenking en ik mag ze herhalen in deze schatkamer met monumenten voor vrede, en boven een verzameling katoen met valse beloftes.
Als ik een politiek verlanglijstje zou samenstellen staat bovenaan met stip op 1 een Minister President die zich kan verplaatsen in bomen, aarde, klei en steen. Bed, bad en brood. Die zich verplaatst in de bodem van de oceaan tussen Libië en Lampedusa. Die bij gebrek aan woorden zachtjes zingt, en daarna overgaat tot de orde van de dag.
(adempauze)
Toen ik 10 jaar oud was was mocht ik een krans leggen bij het monument op de Dam tijdens de dodenherdenking. Mijn beiden grootouders werkte voor het Voormalig Verzet Nederland. Mijn opa had in de oorlog een belangrijke rol gespeeld binnen het Nederlandse verzet, hij smokkelde mensen naar Zwitserland via de zogeheten Dutch-Paris line. Bij mij thuis ligt nog zijn valse ID kaart, met daarop niet Paul Veerman, maar Valmont. Bij beroep stond 'tandarts'. Hij sprak zijn talen vloeiend maar viel door de mand toen een Duitse soldaat hem vroeg naar zijn verstandskiezen.
Jaren later zag ik de beelden terug waarop ik de krans droeg, samen met een leeftijdsgenootje. In het kleine stukje lopen naar het monument toe, keek ik even op mijn horloge. Ik wou weten hoe laat het was.
Over 10 dagen is het 5 mei en vieren we met z'n allen 70 achtereenvolgende vrije jaren binnen de grenzen van de grond die wij Nederland noemen. 70 jaar vrijheid is veel. Ongeveer een mensenleven. Genoeg tijd om steden op te bouwen, monumenten, gedenktekens, pensioenplannen, bakfietswijken, vluchtheuvels, luchthavens, slimme wegen, grenscontroles, detentiecentra, world expos, instituten die bestaan uit andere instituten.
En af en toe komen we samen, en vertellen we verhalen, tussen sokkels met zachte kleuren.