For the Record
Het elfde eiland: Hoe video stille geschiedenissen activeert
Door Janilda Bartolomeu
Video geeft ons de mogelijkheid om het dominante filter waarmee we onze omgeving waarnemen te veranderen. Dit schept ruimte om een wereld te vormen die aansluit bij het beeld van onze subjectieve ervaring. Het kan de dominante kijk verwisselen, de standaardlenzen waarmee we engageren en reflecteren en vervolgens leven en creëren; zowel in onze omgeving als in de samenleving als geheel. De afgelopen jaren, in mijn ontwikkeling als film- en videomaker, raakte ik gefascineerd door het idee van de metaforische lens. Deze fascinatie viel samen met mijn onderzoek naar de grotendeels ongedocumenteerde geschiedenis van de Kaapverdische eilanden.
Geheel naar culturele standaard, was toen ik opgroeide de geschiedenis van Kaapverdië een stil mysterie voor me. Iedere keer als iemand me vroeg naar de taal of geschiedenis haalde ik mijn schouders op. Ik wist er niet echt wat over. Het staat me nog helder voor de geest dat een Nederlandse klasgenoot me naar mijn afkomst vroeg. Hijzelf had pas ontdekt dat hij een of andere adellijke lijn in zijn familie had. Zelf had ik geen aantekeningen om met de zijne te vergelijken. Als ik het een keertje niet vergat om dit soort vragen aan de volwassen Kaapverdianen in mijn omgeving te vragen, kreeg ik meestal dezelfde soort antwoorden van ze terug: disclaimers en onzekerheden. Ik vond dit niet vervelend en ik verweet ze het niet. Deze mensen hadden problemen en zorgen in de 'echte wereld', werkten lange, zware dagen, om vervolgens na een korte rust naar een tweede baan te vertrekken. In mijn recente onderzoek zag dit vaker terug in de Kaapverdische gemeenschap in Rotterdam. Ik vermoed dat deze toestand als een rode draad door onze levens loopt, verspreid over de hele wereld.
Stilte lijkt de geleefde ervaring van Kaapverdianen te doordringen. Misschien hebben we hier in Rotterdam daarom wel de bijnaam 'de stille migranten' - een term bedoeld als compliment voor de generaties die ons voorgingen. Onze ouderen waren in staat om het hoofd gebogen te houden en door te werken, te overleven, geen problemen te veroorzaken. Het is de Kaapverdische versie van het immigrantenstereotype, maar wel een waar een beerput er schuilt. Deze stilte, het thema van de ongedocumenteerde Kaapverdische geschiedenis werd een obsessie in mijn filmpraktijk. Ik voelde de noodzaak om strategieën te ontwikkelen die me hielpen om de interactie aan te gaan met deze ongrijpbare, voorbijgaande omstandigheden. Een van de opmerkelijkste onderzoeksresultaten was dat de ongedocumenteerde geschiedenis van de eilandengroep deels verscholen lag in Rotterdam. Dit is op onze beurt misschien wel de reden dat we binnen onze gemeenschap Rotterdam speels 'het elfde eiland' van Kaapverdië noemen. Uiteindelijk ontwikkelde ik mijn eigen strategie om video's te maken die ik 'The Creole Lens' noem. Het stelt me in staat om bezig te zijn met deze ongedocumenteerde geschiedenissen. In dit essay leg ik kort uit hoe video, en het wisselen van onze dagelijkse standaardlenzen het mogelijk maakt om deze stille, lokale geschiedenissen te activeren.
Het belang om van lens te wisselen
Mijn metaforische benadering van lenzen begon toen ik de sociaal-maatschappelijke implicaties onderzocht van gedocumenteerde versus ongedocumenteerde geschiedenissen - en de waarde die de westerse samenleving wel toekent aan de ene, niet aan de andere. Gezien de geschiedenis van de Kaapverdische eilanden had was deze westerse context een belangrijk aandachtspunt. Deze geschiedenis is namelijk onlosmakelijk verbonden aan de Portugese koloniale bezetting, die duurde van 1462 tot 1975. Ik ontdekte dat vanuit westers oogpunt 'transparantie' een van de belangrijkste voorwaarden is. Hetgeen gedocumenteerd is, lineaire geschiedenissen en basisidentiteiten; dat zijn de zaken die het recht op bepaalde territoria aanduiden. Deze benadering steunt voor een groot deel op bewezen 'legitimiteit', het resultaat ervan zien we zowel in archieven en geschiedenisboeken als in monumenten.
Zo bekeken concludeerde ik dat de Kaapverdische geschiedenis en de creoolse identiteitsvorming door het gebrek aan documentatie waarschijnlijk chaotisch leken. En dit gebrek aan fysieke documentatie loopt zelfs door in de creoolse taal die we 'onofficieel' met elkaar spreken. Toch doen Kaapverdianen pogingen om deel te nemen aan de westerse om bestaansrecht aan documentatie te koppelen. Bijvoorbeeld met pogingen om de creoolse taal van de Kaapverdianen (Criolo, Kriolu of Crioulo) te vangen in woordenboeken. Maar hoe kun je een taal vastpinnen en nauwkeurig lokaliseren als die - van kleine accentverschuivingen naar totaal verschillende dialecten - op elk eiland van de archipel anders is? Deze westerse handvaten zijn voor een groot deel niet van toepassing op de Kaapverdische toestand. Mijn praktijk richtte zich zodoende steeds meer op de ontwikkeling van handvaten en strategieën die dat specifiek wél deden.
Deze benadering vroeg om een verschuiving in perspectief. De eerste stappen hiertoe vond ik in de Caribisch creoolse filosofie. Dit werd uiteindelijk de basis voor mijn eigen videostrategieën. De eerste stap naar de metaforische lenzen kwam van Jean Bernabe, Patrick Chamoiseau en Raphael Confiant's Éloge de la Créolité, waarin zij vanuit hun Martinikaanse perspectief Creoleness beschreven:
"Exterioriteit raakt ons op een fundamenteel niveau. Dat was in het verre verleden al zo, en nu nog. Wij zagen onze wereld door de filters van westerse waarden, ons fundament werd 'geëxotiseerd' door de Franse kijk die we ons eigen moesten maken& gevangen in de list van culturele afhankelijkheid werden we uit onszelf gedeporteerd, uit elk moment van ons eigen Schriftuurlijke geschiedenis."
Tijdens mijn onderzoek speelde dit in mijn achterhoofd. Filosofen als Édouard Glissant deden mij beseffen dat de creoolse identiteitsvorming en de geschiedenis ervan berusten op het verlies van onze voorouders, die hun oorspronkelijke taal, cultuur en gewoonten zagen verdwijnen in een intransparante bron, de zee waarover zij vervoerd werden toen ze gevangen werden in mensenhandel. Echter, dat er geen documentatie bestaat, dat de geschiedenis daarom niet leesbaar is, dat alle kennis van deze mensen achterbleef in de ondoorzichtige zee, wil nog niet zeggen dat ze niet bestaat. Precies dit perspectief leidde me naar de subversieve mogelijkheden van video.
Ik dacht na over de Kaapverdische identiteitsvorming, haar geschiedenis, hoe het is gebouwd op een fundament van praktische overlevingstechnieken. Een cultuur gevormd voor zelfbehoud. Ik dacht na over de eilandengroep, die de eerste Europese kolonie werd gemaakt tijdens 'het tijdperk van de grote ontdekkingen', en voorheen als onbewoond werd bestempeld. Hoe verschillende mensen van verschillende stammen gedwongen werden om te creoliseren, om kleine sporen van hun eigen taal en cultuur die ze tijdens hun ontvoering moesten achterlaten te verzamelen (samen met de Portugese taal en gebruiken) - dit alles om vooruit te kunnen, om opnieuw een gemeenschap op te kunnen bouwen, om samen te overleven.
Hoe meer ik deze bevindingen overdacht en mijn gebruik van video vermengde met deze noties van exterioriteit en onleesbaarheid, hoe meer ik bewust werd van de lens als metafoor. Een creoolse lens, die gevormd kon worden naar een videotaal. Die op adequate wijze de vluchtige aard van de Kaapverdische geschiedenissen en identiteitsvorming zou kunnen overbrengen. Tijdens de vorming van deze lens, werd ik gedreven door het idee dat ongedocumenteerde geschiedenissen niet een gebrek van informatie aanduiden, maar juist een enorme bron zijn van informatie die ondoorzichtig is. Die simpelweg niet leesbaar, gesimplificeerd en onbereikbaar is voor de westerse lens van documentatie en bestaansrecht.
The Creole Lens en de stille geschiedenissen van Rotterdam
Video gaf The Creole Lens de vrije ruimte om een taal te creëren waarmee ik een dialoog aan kon gaan met de ongedocumenteerde, maar wel degelijk geleefde geschiedenissen van Kaapverdië - die wij tot op de dag van vandaag ondoorzichtig in ons meedragen. Ik ontdekte in video niet alleen een plek voor creatieve vrijheid, maar ook dat het de maker bepaalde krachten geeft. Je ervaart de kracht van de schepper, die een perspectief kan creëren, een wereld opbouwt vanuit zijn eigen geleefde ervaringen en bestaan. Op deze manier gebruikte ik video voor The Creole Lens. Montage bood me de mogelijkheid om door tijd en ruimte te reizen, om verschillende tijdzones tegelijkertijd aan te spreken; er zijn immers meer Kaapverdianen verspreid over de wereld dan er op de eilandengroep wonen. Het bood me de kans om deze dimensies op niet-lineaire wijze te verkennen, om een strategie te vinden waarin ik 'werk met de sporen', precies zoals mijn voorouders moesten. Het gaf me de mogelijkheid om speculatieve zeilen te weven, in plaats van vast te raken in een nutteloze zoektocht naar een vastomlijnd, transparant verhaal van de geschiedenis. Video geeft mij de ruimte voor subversie en ondermijning, waarin er een wereld geschapen kan worden naar het beeld van de Kaapverdische gemeenschap en haar subjectief geleefde ervaringen.
Ik lette er scherp op om niet in de valkuil van documentatie te trappen. Video wordt vanuit traditioneel oogpunt als registrerend medium ingezet. In plaats van te documenteren, lag de focus op projecteren - projectie van hoe wij onze wereld transformeren om vooruit te kunnen blijven gaan. In plaats van grootse historische gebeurtenissen op te tekenen, lag de focus op de verzameling van materiaal waarmee ik uiteindelijk zelf nieuw materiaal mee kon maken. In plaats van aan te komen zetten met monumenten en geschiedenisboeken, stelde video The Creole Lens in staat om een taal te hanteren die continu verandert, en die opnieuw verwerkt kan worden om aan te sluiten bij onze (steeds in beweging zijnde) Kaapverdische toestand, taal en gebruiken. De taal van video biedt de vrijheid om speculatief te werken met bestaande sporen, die ook op hun beurt niet vastliggen en vrij zijn om te evolueren in tijd en behoeften. Net zoals de andere dimensies in onze cultuur en identiteitsvorming vrij zijn om dat te doen.
Deze lens beweegt even veel als onze veelal ongedocumenteerde geschiedenissen en ongeschreven taal. Een strategie die in staat is om onze intransparante geschiedenissen en de daar aan gelieerde identiteitsvorming over de hele breedte over te brengen. Het gaat niet per se om de grote gebeurtenissen, maar juist om de manier waarop wij onze Kaapverdische geschiedenissen, gebruiken en rituelen vieren in ons alledaagse leven. Voor mij kwam The Creole Lens in het bijzonder tot leven toen ik de gesproken geschiedenis hoorde van de stad Rotterdam als veilige haven tijdens de Kaapverdische onafhankelijkheidsstrijd tegen Portugal in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. Door The Creole Lens heb ik persoonlijk de stille geschiedenis van mijn volk onthuld en geactiveerd; een geschiedenis waar ik dagelijks doorheen liep zonder het te beseffen.
Meer dan een jaar lang verzamelde ik de sporen van de Kaapverdische stille geschiedenissen in Rotterdam. Het begon en bleef grotendeels ongemerkt. Aangezien ik online nauwelijks informatie kon vinden, droeg ik simpelweg mijn camera en kleine audiorecorder overal bij me. Ik moest de Rotterdamse straten in. Door vragen te stellen en steeds weer doorverwezen te worden, ontmoette ik verschillende personen die me van flarden voorzagen. Uiteindelijk werd ik voorgesteld aan mijn belangrijkste gids in deze zoektocht, Jorge Oliveira Lizardo; een wandelende bron van de Kaapverdische mondelinge geschiedenis. Een historicus op zich, die door de jaren heen verschillende sporen van Kaapverdische geschiedenis verzamelde, veelal doorgegeven door anderen. Mondeling, maar opgetekend in poëzievorm of in muziek, hier en daar een foto.
Jorge vertelde me over zijn oudoom João Silva, die als verzet tegen de koloniale Portugese regering (die Kaapverdische muziek verbood) naar Rotterdam kwam en midden jaren 60 een Kaapverdisch platenlabel oprichtte, Morabeza Records 'Morabeza Records, een Kaapverdiaans platenlabel uit Rotterdam' is een 34 minuten durende documentaire die de opname van de collectie van Morabeza Records in het stadsarchief volgt, alsook João Silva die zijn reis naar Rotterdam en het opzetten van Morabeza Records vastlegde. Bekijk de film op https://www.youtube.com/watch?v=PEdMIzwWrzo of bekijk de online collectie op https://www.muziekweb.nl/en/Muziekweb/Collecties/Morabeza. Van de verzetsleider Amílcar Cabral, die zich inzette voor Kaapverdië en Guinee-Bissau, kreeg hij de opdracht om opnames te maken en te verzamelen zodat Kaapverdisch erfgoed bewaakt kon worden - erfgoed dat doorgegeven werd door muziek en poëzie, de economische en praktische middelen om onze mondelinge geschiedenissen over te brengen. João baande de weg voor andere Kaapverdianen naar Rotterdam, waardoor de stad haar uiteindelijke bijnaam 'het Elfde Eiland' verkreeg. Ook de dichter Ovídio Martins, die in ballingschap leefde, woonde in Rotterdam. Hij vond hier een toevluchtoord voor zijn kritische werk ten tijde van de Portugese koloniale onderdrukking. Het adres van zijn onderkomen is me ooit toevertrouwd, maar - een bijwerking van de orale traditie - inmiddels uit mijn geheugen vervlogen. Hoe dan ook, in dit huis, een cruciaal onderdeel van de Kaapverdische geschiedenis, leven nu mensen die geen idee hebben welke historische en revolutionaire waarde het heeft. (When you know, you know.)
Hoe meer ik leerde hoe meer ik me bewust werd van de plekken die ik compleet ongemerkt voorbijliep. Plekken die de geschiedenis van waarom ik er überhaupt loop markeren. Zoals tijdens de zaterdagboodschappen met mijn moeder aan de Schiedamseweg. We passeerden altijd een pension waar de Kaapverdische zeemannen die ooit in de Rotterdamse haven kwamen werken onderdak vonden. Precies zoals ik regelmatig het oude adres van Morabeza Records passeerde, of andere plaatsen als het Heemraadsplein, of Ovídio Martin's oude huis, zonder besef van hun invloed op mijn huidige geleefde ervaringen.
Daarom was het logisch om voortdurend mijn opnameapparatuur bij me te dragen. Om zowel mijn eigen sporen te zoeken en verzamelen, als ze te lenen van al die andere mensen, zodat ik deze geschiedenissen kan activeren en er in mijn praktijk opnieuw iets mee te maken - zoals onze voorouders met hun sporen onderhandelden om, met blik op vooruit, iets nieuws creëerden. Video maakt het mogelijk om deze geschiedenissen, de manier waarop ik ze ervaar, subjectief weer te geven. Door middel van montage en geluid breng ik de ervaringen die eraan verbonden zijn over, in plaats van dat ik ze documenteer en er anderen alleen maar over informeer. Met deze vluchtige sporen bouw ik een strategie die ons in staat stelt ons bezig te houden met onze geleefde ervaringen en geschiedenissen op een manier die fundamenteel bij ons past en die ons vooruit helpt, in plaats van pogingen doen om - tevergeefs - 'legitieme' geschiedenissen naar boven te halen. Ten slotte gaat deze werkwijze niet om het ophalen van een gefixeerd oorspongsverhaal, maar juist om het creëren van een manier om interactie te vinden, een strategie. De strategie van The Creole Lens is zodoende een manier van projecteren, van vooruitzien. Het stelt me in staat om met deze flarden te werken en, zoals Glissant me aanspoorde, mijn eigen zeil te weven. Zoals mijn voorouders deden.