Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

For the Record

Home

On Hallyu & Halimos; The Evolution of Somali K-pop Fandom

Aan de hand van verschillende bekende K-pop-videoclips bespreekt Momtaza Mehri de interesse onder jonge Oost-Afrikaanse vrouwen in de K-pop-cultuur, en laat zij zien hoe digitale subculturen sinds het midden van de jaren 2000 tot nu met elkaar in verband staan. Dit essay maakte onderdeel uit van For the Record: K-pop Fandoms and Digital Diasporas, dat op 9 mei 2019 in Het Nieuwe Instituut plaatsvond.

South Korean girl group Girls' Generation, 'Genie'

Van de fascinatie voor David Hasselhoff die het Duitsland voor de val van de muur in zijn greep hield, tot de uitvoerig gedocumenteerde liefde tussen Mexicaans-Amerikaanse jeugd en Morrissey; er bestaan talloze voorbeelden van obsessies die tot de verbeelding spreken van ogenschijnlijk onverwachtse bevolkingsgroepen. Culturele uitwisseling is zowel omstreden als vloeiend. Het fungeert als een avatar voor allerlei onuitgesproken verlangens en gecultiveerde aspiraties. Om meer te weten te komen over de verlangens die aan dit fenomeen ten grondslag liggen, moeten we het van dichterbij onderzoeken. Als er ooit een onderwerp is geweest dat zeker de moeite van onderzoek waard is, maar waar onderzoekers zich nog niet genoeg in verdiept hebben, dan zou het de passie voor K-pop zijn onder jonge vrouwen, in het bijzonder jonge Somalische vrouwen.

Hallyu is een neologisme dat in de mainstream terecht is gekomen en dat de toenemende populariteit van hedendaagse Zuid-Koreaanse popcultuur beschrijft. Hallyu, ook wel de Koreaanse Golf genoemd, is een door de overheid gesubsidieerd alternatief voor de Amerikaanse culturele hegemonie, dat agressief in de markt is gezet en Zuid-Korea ongelooflijk veel naamsbekendheid en zichtbaarheid heeft gegeven. Het begon met de wereldwijde export van Koreaanse soapseries zoals Winter Sonata, Boys over Flowers en The 1st Shop of Coffee Prince, die het publiek in Azië, Afrika, Europa en Noord- en Zuid-Amerika betoverden. Vrienden die hun moederland bezochten, vertelden me dat er zelfs op markten in Khartoem illegaal gedownloade dvd's van de series te vinden waren. Het succes van Koreaanse soapseries baande de weg vrij voor de doorbraak van K-pop. Halverwege de jaren 1990 werden de Big Three-agentschappen van K-pop opgericht (Lee Soo-man's S.M. Entertainment, Yang Hyun-suk's YG Entertainment en Park Jin-young's JYP Entertainment). Deze grootmachten zouden aan het roer komen te staan van de 21e-eeuwse Koreaanse muziekindustrie en zouden geruisloos de oversteek maken naar televisie, film, reclame en cultureel ambassadeurschap. Mijn inwijding als fan kwam aan het einde van deze periode, toen solomuzikanten als Rain en BoA niet van de radio weg te denken waren. Het was echter het ongeëvenaarde succes van bands als TVXQ en SS501, die het schoolvoorbeeld werden voor de maakbare en vakkundig samengestelde idoolgroep. In drie jaar tijd (2005-2008) maakten toonaangevende groepen, zoals Super Junior, Big Bang, Girls' Generation, SHINee en Kara, hun debuut in de wereld van ongekend succes en bewondering. Zij zouden bekend komen te staan als de tweede en meest invloedrijke K-pop-generatie. De tweede Hallyu-boom kwam in een stroomversnelling terecht door de explosie van sociale netwerk- en video-sharing websites. Platforms zoals YouTube leidden tot de opkomst van transnationale fandoms en digitale gemeenschappen die de boodschap van Hallyu 2.0 wijd verspreidden. In 2016 lieten de cijfers van Youtube zien dat ten minste 80 procent van de K-pop-kijkcijfers van buiten Zuid-Korea kwam.

Somalische vrouwen, van jong tot oud, zorgen goed voor hun obsessies. We koesteren onze interesses met alle zorg en aandacht die ze verdienen. Wij zijn het soort scherpzinnige fans waar elke kunstenaar die langzaam aan populariteit en relevantie verliest, dol op zou zijn. We kregen het mee van onze moeders, met hun voorliefde voor Bollywood-klassiekers; van onze tantes met hun geliefde Turkse soapseries; en van onze ooms, die opgroeiden met Italiaanse Spaghetti Westerns die in de bioscopen van Mogadishu draaiden. We storten ons altijd en overal in fandoms, en K-pop vormt geen uitzondering. Ik was dertien jaar oud toen TVXQ hun tweede album _Rising Sun _uitbracht. Een schoolvriend die in de zomervakantie een fervent K-pop-fan was geworden, bracht me in contact met hun wereld, en ik herinner me nog hoe gefascineerd ik was door de ingewikkelde choreografie en uitbundige visuals. YouTube was zelf pas een paar maanden oud en de geringe keuze aan videoclips kon onze honger nauwelijks stillen. Toch waren de paar clips we konden zien genoeg om onze obsessies vlam te laten vatten. We stapten zonder problemen over taal- en cultuurbarrières heen en lieten onszelf onderdompelen in een wonderlijke, Glissant-achtige opaciteit. "Ik begrijp jouw verschil, of met andere woorden, zonder een hiërarchie te creëren, relateer ik het aan mijn norm." Glissant wees ons op de dringende behoefte, de kostbare vraag naar opaciteit. We hoeven elkaar niet te begrijpen om elkaar te accepteren. "Verschillende vormen van opaciteit kunnen naast elkaar bestaan en samenvloeien, een stof weven. Om die oprecht te begrijpen, moet men kijken naar de textuur van het weefsel, en niet naar de aard van de bestanddelen."

Misschien was het de Somalische voorliefde voor dramatiek die mij, en vele anderen met mij, het eerst in K-pop aantrok. K-pop maakte gebruik van een zintuiglijke explosie die verslavend was, mierzoete zang en bubblegum-visuals die tienermeisjes zoals ik weerloos maakten. Nadat een groep hun debuut had gemaakt of hun comeback-teasers had uitgebracht, bespraken mijn vriendinnen en ik koortsig elk detail van de videoclips. In de badkamers op school oefenden we de danspasjes van SHINee's Ring Ding Dong, een soort gesynchroniseerd verwantschap. Voor zover we konden zien, leken Koreanen houvast te zoeken in bravoure. Net als de vrouwen waar we van afstamden, hadden ook wij een zwak voor goed opgevoerd toneel. De socioloog Norman Denzin onderstreept de kracht van "culturele identiteiten die gevormd worden door de persoonlijke perikelen en de emotionele ervaringen die voortvloeien uit de interacties van het individu met het dagelijkse leven". Voor de hyperzichtbaren en hypergesurveilleerden was de aantrekking tot de onmiskenbare extravagantie en de onbeschaamde kapitalistische death-drive van K-pop een paradox die wij, erfgenamen van Het Einde van de Geschiedenis, The War On Terror, De Financiële Crisis en De Londense Rellen maar al te goed begrepen. Hoe had deze generatie de onbevangen dramatiek van het genre ooit kunnen weerstaan?

Velen van ons vonden Anglosfeer-bands in vergelijking maar lui, smakeloos en achterhaald. Die bands beschikten over een overdaad aan culturele autoriteit die ik vanwege hun ongeïnspireerde en geglobaliseerde alomtegenwoordigheid niet kon uitstaan. Ik was niet onder de indruk van de creatieve "risico's" die ze namen, wat er meestal op neerkwam dat ze samenwerkingen aangingen met rappers en hiphopmuzikanten, om via de gekunstelde, subversieve "urban" glamour die daarmee gepaard ging, hun imago een sexy edge te geven. Voor muzikanten die er klaar voor waren om hun schare tienerfans achter zich te laten, was het een goedkope manier om hun voorspelbare overgang naar volwassenheid aan te kondigen. Ik was uitgekeken geraakt op dit soort capriolen en het gebrek aan respect dat zij toonden voor de intelligentie van jonge meiden, de wederzijdse, kritische houding van tienermeisjes die zich afspeelde in slaapkamers en chatrooms. Ik geef toe, de meesten van ons groeiden op in conservatieve huishoudens waar met afkeuring werd gekeken naar de mainstream risqué-popsterretjes. Voor onze ouders was K-pop een bizar maar onschadelijk tijdverdrijf; een van de luxes waar wij, de generatie wiens ouders op waren gegroeid in een tijd van gedwongen migratie, met volle teugen van genoten. Neem bijvoorbeeld de hitsingle Mirotic van TVXQ uit 2008, die door de Koreaanse commissie voor jeugdbescherming werd bestempeld als "ongepast voor minderjarigen" vanwege de bijzonder schandalige tekst: "I got you under my skin". Dat was de omvang van de rebellie van K-pop in het midden van de jaren 2000. Later werd een opgeschoonde versie op de markt gebracht, waarbij de aanstootgevende zin vervangen werd door ''I got you under my sky". Onze ouders waren dolblij geweest met de administratieve rechtbanken in Seoul als onze eigen onofficiële begeleiders. Hier, in K-pop, bestond een hyper-gestileerd amalgaam van creativiteit en conservatisme waar meisjes zoals wij onszelf in herkenden, ongeacht hoe onverklaarbaar ons enthousiasme was in de ogen van buitenstaanders.

Met K-pop's ingenieuze marketingstrategieën werden fans bij elke fase van de muzikale ontwikkeling van een idool betrokken. Enthousiastelingen konden de ontwikkeling van hun favoriete idool nauwgezet volgen--van hun training en debuut tot het moment dat zij beroemd werden, om zich daarna weer opnieuw uit te vinden. Gezien de jonge leeftijd van veel van deze idolen (zowel toen als nu) keken we mee hoe ze, letterlijk, naast ons opgroeiden. We volgden onze idolen via promotiecampagnes, mijlpalen in hun carrière, pogingen om in het buitenland door te breken, relaties die beëindigd werden, schandalen die in de media breed werden uitgemeten en verplichte militaire dienst. Met Kiss the Dream, een vroege realityshow, konden we kennismaken met de leden van de nieuwe band U-Kiss en direct ontstond er een band met potentiële fans. Tegen de achtergrond van hun debuut werden we ingewijd in hun kamp, die bol stond van kleurcodes, bloedgroepen en horoscopen. Dit was fandom als metafysica; een mengelmoes van geïndustrialiseerde mythevorming die wij onszelf toe-eigenden, rechtstreeks uit de handen van de Koreaanse talentbureaus. Door de unieke eigenschappen van idolen in geld om te zetten, hebben K-pop entertainmentbedrijven op meedogenloze wijze persoonlijkheden voor merchandise en culturele producten geconstrueerd. En gezien het feit dat de trainingskosten van één idool schijnbaar in de miljoenen kan oplopen, is het niet zo verwonderlijk dat die bedrijven rendement op hun investeringen wilden zien.

Dit Hallyu-tijdperk werd gezien als een van de vele zuurstokkleurige voetnoten bij het verhaal van Miracle on the Han River. De baanbrekende transformatie van Zuid-Korea - in de jaren 1950 nog een van de armste landen ter wereld - naar een ontwikkelingsmodel maakte ongetwijfeld de weg vrij voor culturele expansie. De overheid biedt op zijn beurt financiële ondersteuning aan de cultuurindustrie en zet idolen in als nationale ambassadeurs. De Ministeries van Cultuur, Sport, Toerisme en Buitenlandse Zaken promoten Koreaanse cultuur in het buitenland. Soft power, in de vorm van dezelfde groepen die mij zoveel onschuldig plezier boden, wordt gebruikt ter bevordering van bilaterale relaties. Jumong, de televisieserie uit 2006, trok meer kijkers in Iran dan in Zuid-Korea zelf. De hoofdrolspeler van Jumong, Song Il-gook, werd al snel een begrip en werd uitgenodigd voor een rondreis in Iran. LG Electronics uit Zuid-Korea sponsorde deze tour, hetgeen de economische belangen en bekendheid van de Koreaanse exportsector bevorderde. Internationale KCON's, ofwel Koreaanse Golf-conventies, worden gebruikt om het 'merk' Korea in het buitenland te verkopen en toeristen aan te trekken. KCON Abu Dhabi 2016 (de eerste conventie in het Midden-Oosten) werd zelfs toegejuicht door Seok Cho, directeur van Korea Hydro & Nuclear Power, vanwege de mogelijkheid om de export van producten in kernenergie te vergroten, en de deur open te zetten voor Koreaanse bedrijven in het Midden-Oosten Oosten. Het is verontrustend om te denken dat de naïeve fandom onder Somalische meisjes slechts een bijproduct was van het gekonkel van de Koreaanse staat om Koreaanse chaebols, van Samsung tot Hyundai, vooruit te helpen.

Naarmate ik ouder werd, werden ik en andere K-pop-liefhebbers ons meer bewust van wat er schuilging achter het glossy, zoetsappige oppervlak van de industrie. Exposés en rechtszaken onthulden van alles, van 'slavencontracten' en arbeidsrechtenschendingen, tot psychologisch misbruik en seksuele uitbuiting. Idolen werden mishandeld en ernstig tekort gedaan, terwijl hun privélevens gemicromanaged werden door tycoons die alleen oog hadden voor winst. Zo werd Ellison Kyoung-jae Kim, lid van U-Kiss, gedwongen zijn huwelijk geheim te houden en mocht hij niet eens zijn zwangere vrouw in het ziekenhuis bezoeken, omdat het zijn idoolstatus aan zou tasten. Zelfs opgeschoonde voorstellingen van traineeships, zoals Idol School, een reality-meidengroep-survival-show uit 2017, kunnen de slopende gevolgen van de fabrieksachtige productie op jonge idolen niet verbergen. Ik denk soms dat het onze eigen gulzige consumptie was, en de eisen die dat met zich meebracht voor veel bekende Hallyu 2.0-groepen, die de een of andere manier moeten hebben geleid tot hun break-ups en break-downs. Ik ben er steeds bewuster van hoe het gladde laagje vernis dat K-pop voor doet komen als verantwoord amusement langzaam afbrokkelt. Dit was overduidelijk en tragisch zichtbaar in het overlijden van SHINee's Kim Jong-hyun. Na te zijn bezweken aan een alles verzwelgende depressie, pleegde Jong-hyun in 2017 op 27-jarige leeftijd zelfmoord. Vrienden brachten me met een stortvloed aan berichten op de hoogte van zijn dood. Ik kan het nog steeds niet helemaal vatten. Slechts een paar maanden ervoor nam T.O.P van Big Bang een overdosis kalmeringsmiddelen, een gebeurtenis die wordt toegeschreven aan zijn geestelijke gezondheidsproblemen en het feit dat hij vlak daarvoor was opgeroepen voor militaire dienst. Jong-huyn en zijn generatie idolen waren meer dan slechts een tiener-bevlieging. Voor mij vormen ze een herinnering aan een onstuimige jeugd, aan knieën die elkaar raken terwijl we tegenover elkaar zitten en naar één koptelefoon luisteren, aan MP3-spelers met beperkte opslag, aan YouTube-wormholes en het belang van fanforum-moderatoren. Een tijd voordat keuzes of omstandigheden ons van elkaar scheidden. Voordat het leven ons overkwam. Het overlijden van Jong-hyn bracht bovenal mijn netwerk van Somalische fangirls (een army, om de terminologie van BTS-fans te gebruiken), verleden en heden, samen. We haalden herinneringen op aan het feit dat K-pop onze escapistische schuilplaats was, een druppel pure nostalgie versteend in amber. Zelfs al was het bedorven door de realiteit van het leven in deze wereld.

Volgens K-pop-liefhebbers bevinden we ons momenteel in een post-Hallyu-golf die gekenmerkt wordt door het uiteenvallen van tweede-generatiegroepen zoals 2NE1 en Wonder Girls. Het is ofwel een gouden eeuw of een bitterzoet eind, afhankelijk van wie je voor je hebt--een Somalische millennial of iemand van Generatie Z. K-pop blijft Zwart-Amerikaanse vormen van expressie ontginnen en nabootsen in een URL-popcultuurlandschap dat aangedreven wordt door diasporische Zwarte jongeren die een duizelingwekkende feedback loop van imitatie en verstrengeling teweegbrengen (of "Zwarte muziek voor mensen die niet van Zwarte mensen houden," zoals een vriendin het laatst vernietigend omschreef. Zij is geen fan). Deze naar zichzelf refererende plekken in cyberspace geven ons surrealistische hoogtepunten zoals Jay Park's shoutout naar Somalische fans en Koreaanse rappers die "Somalia ha noolaato" (Lang Leve Somalia) uitroepen. Het gillen van jongere fan girls, in ieder geval de Somalische meiden, is nu ironisch. Ze schamen zich een beetje, terwijl ze doelbewust met hun neonstokjes zwaaien.

Somalische meiden, net als Zwarte meiden, kunnen zich eindeloos eenzaam voelen. K-pop en de saamhorigheid van de K-pop gemeenschap hielpen daarbij. Door samen Hangul en danspasjes in te studeren, leerden we dat we iets niet volledig hoeven te begrijpen om het te kunnen waarderen. We spraken in codetaal met elkaar en zetten geld opzij voor droomreizen naar Busan, sommigen vonden zelfs een baan in Korea en bouwden er een leven op. Gek genoeg was K-pop het minst absurde spektakel in ons eigen chaotische leven. Net als vele anderen klampte ik me eraan vast, en koesterde ik de banden die het me bracht met andere Somalische fan girls. Voor iets dat zo gefabriceerd was, voelden de vriendschappen die het teweegbracht moeiteloos en natuurlijk aan. Het is moeilijk om niet dankbaar te zijn voor zulke kleine zegeningen.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.