Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

51 Sprints

11 juni 2016 - 31 juli 2017

Home

Een digitale data documentaire: Interview met Klaas Kuitenbrouwer

Screen shot 51 Sprints

De online documentaire 51 Sprints gaat over de geschiedenis van ruim honderd jaar honderd meter sprintfinales tijdens de Olympische Spelen. De 51 finales laten niet alleen steeds snellere eindtijden zien, maar vertellen ook een verhaal over emancipatie en identiteit. Initiator Klaas Kuitenbrouwer vertelt over de achtergronden van deze interactieve documentaire.

Hoe is de documentaire 51 Sprints ontstaan?

Klaas Kuitenbrouwer: 'De mediawerkelijkheid van de Olympische Spelen fascineert mij. De Spelen gaan niet alleen over sport, maar vooral ook over representatie. De honderd meter sprint is een mediageniek onderdeel waarmee je dat verhaal heel goed kunt illustreren. Het is ook heel compact: we kwamen uit op 47 olympische sprintfinales, en kozen vier paralympische sprints, in totaal negen à tien minuten sport. Verder levert de honderd meter sprint heel letterlijk het beeld op van acht figuurtjes die over een staafdiagram lopen. Het beeld van de sprintfinale is in zichzelf een soort datavisualisatie.'

Welke verhaal vertellen al die verschillende filmbeelden van de honderd meter sprint?

'De Olympische Spelen waren oorspronkelijk 'restricted for amateurs', wat inhield dat alleen diegenen die financieel onafhankelijk waren mee konden doen. De Spelen begonnen als een onderonsje van witte mannen uit een beperkt aantal industriële landen. Tegelijkertijd droegen de Olympische Spelen het idee van de universele mensheid uit. Dus de witte man stond voor de universele mens. 51 Sprints laat zien hoe andere, van die standaard afwijkende groepen (arbeider, vrouw, zwart, gehandicapt) op een gegeven moment in de representatie worden meegenomen. Allereerst speelt het recht om mee te doen en vervolgens gaat het over de verschillen die vroeger tot uitsluiting of insluiting leidden, en hoe die doorspelen in de kans om te winnen.'

Torch-bearer arrives at opening ceremony, Olympic Games, London, 1948. National Media Museum, No known Copyright, https://www.flickr.com/photos/nationalmediamuseum/7649949614/

Hoe vertel je zo'n complex verhaal aan de hand van een eenvoudig gegeven als de honderd meter sprint?

'Samen met kunstenaar/ontwerper Yuri Veerman ontwikkelden we een concept dat uit drie delen bestaat. Het verhaal begint met een introductie over de sprintfinale en de symboolwerking van de sprinter. Het tweede deel bestaat uit de vijf verhaallijnen: natie, klasse, ras, sekse en lichaam. Vijf manieren waarop de sprinter als symbool voor een bepaalde groep mensen betekenis krijgt of voor een bepaalde identiteit kan staan. Het lichaam is bijvoorbeeld een thema dat nu sterk speelt. Al sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er sportwedstrijden voor gehandicapten, toen met name voor oorlogsgewonden. Vanaf 1960 worden zij officieel door het Olympisch Comité erkend onder de naam 'Paralympische Spelen'. Deze vinden na de Olympische Spelen plaats en de media lieten ze een beetje links liggen. Sinds 2008 is de media-aandacht echter flink toegenomen en in Londen werden de Paralympische Spelen bijna op hetzelfde podium gehesen. Volgens sommigen zal het niet lang meer duren voor paralympische nummers onderdeel zullen worden van de Olympische Spelen. Voor de gehandicapte sporters zou dit de erkenning betekenen van het van de standaard afwijkende lichaam.

Het derde deel van de documentaire is interactief, waar bestaat die interactiviteit uit?

'Van alle finalisten van alle sprints hebben we een enorme reeks gegevens verzameld zoals afkomst, lengte, gewicht, opleiding en het bruto nationaal product van het land waar ze vandaan komen. Al die data maken het mogelijk om clusters te maken, waarbij je mensen die in een bepaalde categorie vallen kunt afzetten tegen die in een andere categorie. Zo weten we dat mannen gemiddeld sneller zijn dan vrouwen, maar er zijn nog veel meer gemiddelden uit de enorme hoeveelheid gegevens te halen. Je kunt bijvoorbeeld uitrekenen wat het gemiddelde verschil is tussen alle renners die wel en de renners die geen sportbeurs hebben gehad. Of je kunt alle renners die uit Amerika komen tegen die uit Europa afzetten. Je kunt ook uitrekenen hoeveel sneller mensen uit de Afrikaanse diaspora, bijvoorbeeld Amerika en Jamaica, zijn dan die van Europese oorsprong. Vervolgens kan de kijker van de documentaire steeds een factor aan of uitzetten en zo fictieve races samenstellen.'

51 Sprints interactieve web documentaire, 2016 © Random Studio.

51 Sprints interactieve web documentaire, 2016 © Random Studio.

Digitale cultuur is, samen met architectuur en design, een van de 'disciplines' binnen Het Nieuwe Instituut. Hoe wil het instituut zich tot het digitale domein verhouden? Kun je daar iets over zeggen in relatie tot deze interactieve documentaire?

'Met deze documentaire heb ik een vorm willen kiezen die specifiek is voor de digitale cultuur. De interactieve documentaire is een format dat hoort bij het web. Voor mij is 51 Sprints een voorbeeld om een praktijk mee verder te ontwikkelen.

We zijn inmiddels een beetje post-digitaal. Er is geen cultuur die niet meer op de een of andere manier door het digitale wordt beïnvloed. Dus wat is dan digitale cultuur? Toch zijn er met name interactieve vormen die specifiek in de digitale context tot bloei zijn gekomen. Interactiviteit maakt het mogelijk om je eigen subjectieve lezing in te brengen in wat getoond wordt. Natuurlijk is dat onderscheid een beetje vals, want ook in bijvoorbeeld een traditionele, meer statische tentoonstelling moet de toeschouwer werk verzetten. Maar met interactieve media ontstaan er meer mogelijkheden voor uitwisseling.'

Wat betekent het voor de digitale cultuur dat Het Nieuwe Instituut de verschillende disciplines in relatie tot elkaar wil benaderen en tonen?

'Vanuit de digitale cultuur is het een enorme verrijking om verbonden te worden met een geschiedenis die verder teruggaat dan 1984, een van de mogelijke begindata van het internet. Er bestaat veel kritische nettheorie, maar ook veel toekomstgerichte speculatie waarin elk historisch perspectief ontbreekt. Vanuit de disciplines architectuur en design is het goed om te zien dat de nieuwe technologische middelen niet alleen een extensie zijn van het bestaande vocabulaire, maar ook tot radicaal nieuwe vragen leiden. Neem open source, dat is een fenomeen uit de digitale cultuur dat inspireert tot nieuwe ontwikkelingen in design en architectuur. Het idee dat je ontwerpen kunt delen om er vervolgens met gebruikers aan verder te sleutelen, komt voort uit de eigenschappen van digitale media. Door de samenkomst van de verschillende disciplines kan Het Nieuwe Instituut dergelijke ontwikkelingen kritisch volgen.'

Interview door Lotte Haagsma

Opening march of the 1931 International Workers' Olympiads in Vienna, Austria.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.