1:1 Stijlkamers by Andreas Angelidakis
31 januari 2015 - 5 april 2015
Stijlkamers
Voor _1:1 Stijlkamers _ontwierp Andreas Angelidakis een installatie met stijlkamers uit de collectie van het Amsterdam Museum. Deze stijlkamers zijn oorspronkelijk afkomstig uit het Stedelijk Museum, waar ze eind jaren 70 plaats moesten maken voor de collectie moderne kunst.
Stijlkamers in het Stedelijk Museum
Veel Nederlandse musea zijn oorspronkelijk gehuisvest in gebouwen waar de collectie werd gepresenteerd in gereconstrueerde historische interieurs, zogenaamde stijlkamers. Het concept van de stijlkamer of 'period room' was in de grote buitenlandse musea gedurende de 19de eeuw ontwikkeld. De Nederlandse stijlkamers waren afkomstig uit woonhuizen, die het veld moesten ruimen voor moderne stadsuitbreiding, maar ensembles werden ook wel samengesteld naar voorbeeld van oude schilderijen of prenten. Deze interieurs werden als typologische voorbeelden van vaderlandse wooncultuur gepresenteerd en in deze omgeving werden de kunstcollecties en historische verzamelingen van het land en van de provincie hoofdsteden aan het publiek getoond.
Zo ook in Amsterdam waar aan het einde van de 19de eeuw de bouw van het Stedelijk Museum mede mogelijk werd gemaakt door Mevrouw Lopez Suasso-de Bruyn die haar vermogen en collectie legateerde aan de stad. De oprichters van het museum voor hedendaagse kunst beijverden zich om een serie Amsterdamse interieurs te verwerven die werden gesloopt ten behoeve van stedenbouwkundige ontwikkelingen. Deze historische binnenruimten dienden als uitmonstering van de zalen waarin de collectie Lopez Suasso werd tentoongesteld. In 1906 werd een _Gids voor bezoekers van de Sophia Augusta-Stichting_ in het Stedelijk Museum gepubliceerd, waarin iedere kamer afzonderlijk werd beschreven.
Toen Willem Sandberg aantrad als directeur nam hij zich voor de 'Suasso stijlkamers' uit het Stedelijk Museum te verwijderen om ruimte te creëren voor de verzameling moderne kunst. Sandberg wilde de stijlkamers een nieuwe bestemming geven in Museum Willet-Holthuysen of in een nieuw gebouw aan de Amstelstraat. Het bleek een taaie materie want het duurde tot de jaren zeventig van de vorige eeuw voordat de stijlkamers werden ontmanteld. Slechts enkele fragmenten vonden een plek in Museum Willet-Holthuysen en de nieuwe vleugel met een overzicht van Amsterdamse stijlkamers kwam niet verder dan de tekentafels van verschillende architecten.
Empire kamer
Onderdeel van 1:1 Stijlkamers was de Empire kamer. Deze 19e-eeuwse stijlkamer werd in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en het Amsterdam Museum live in de tentoonstelling opgebouwd en weer ontmanteld. Het Amsterdam Museum hield een blog bij van dit proces.
In opdracht van de koopman Rudolph Hendrik Pörtener (1737-1807) werd begin in 1802 een 17de-eeuws huis aan de Keizersgracht verbouwd. Stadsbouwmeester Abraham van der Hart (1747-1820) ontwierp de ontvangstkamer. In deze periode kwam de empirestijl, vernoemd naar keizer Lodewijk Napoleon, op. Maar de toen al op leeftijd zijnde Van der Hart nam deze mode niet over. Het interieur is meer op de Engelse stijl van Robert Adam geïnspireerd.Een gebruikelijke techniek in deze tijd was het imiteren van marmer. Dit interieur heeft rood beschilderde pilasters, zogenaamd marmer, met witte Korinthische kapitelen. Ze vormen een fel kleurcontrast op de gele lambrisering. De schoorsteenmantel bestaat uit rood en wit marmer en heeft Griekse ornamenten. Daarboven bevindt zich een rechthoekige spiegel met aan weerszijden houtsnijwerk met blad- en vaasmotieven. Aan de raamwand is een penantspiegel met dezelfde omlijsting als de schoorsteenspiegel. Daarboven hangt een grauwtje waarop twee putti met een bijenkorf te zien zijn. Zowel de dubbele deur als het plafond is versierd met amandelvormen en paraplumotieven.
Het pand moest wijken voor de aanleg van de Raadhuisstraat. Het interieur van deze kamer is toen overgebracht naar het Stedelijk Museum, waar het de Empirekamer werd. Omdat de betimmering minder hoog dan de museumzaal was, zijn de pilasters verlengd. In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een schilderij van J. Berg uit 1871 waarop het interieur te zien is. Op een aantal punten wijkt de kamer in het Stedelijk Museum af van de afbeelding op het schilderij. Zo is er op het schilderij geen architraaf en fries te zien. Mogelijk zijn deze in het museum bijgemaakt om de kamer passend te maken. Daarnaast lijkt de kamer smaller op de afbeelding en is het dus goed mogelijk dat de kamer later verbreed is. Anderzijds is het mogelijk dat de schilder het vertrek onnauwkeurig afgebeeld heeft.
Tekst: Amsterdam Museum
Meer over historische interieurs is te vinden op de themawebsite 'Interieurs: Collectie historische interieurs' van het Amsterdam Museum.
White cube
Eind 1937 zorgde directeur David Roëll voor een belangrijke koerswijziging in het Stedelijk Museum. Met Willem Sandberg als vers benoemde conservator werd het accent nadrukkelijk verlegd naar moderne kunst. Sandberg voerde als conservator in 1938 een aantal ingrijpende veranderingen door in het museum. Zo werden de wanden in de hal gewit en werd er een groot, gedecoreerd velum onder de centrale glazen kap aangebracht. In april van dat jaar richtte hij samen met architect Mart Stam de tentoonstelling _Abstracte Kunst _in. In deze tentoonstelling werd avant-gardistische kunst tegen een witte achtergrond getoond en markeert daarmee een belangrijk moment in de kunstgeschiedenis. De witte wanden en de manier waarop de kunstwerken werden gerangschikt waren zeer ongebruikelijk in die tijd. Na de oorlog werd Sandberg benoemd tot directeur en zette hij de modernisering van het museum voort. Het oorspronkelijke, historiserende museuminterieur van het Stedelijk maakte langzaam maar zeker plaats voor neutrale tentoonstellingszalen. De zogenaamde 'white cube' is sindsdien een dominante typologie in de museumwereld geworden. Hoewel er de laatste decennia regelmatig aan dat dogma wordt getornd.