100 Jaar De Stijl
De vliegtuiginterieurs van G. Th. Rietveld
Talloze stukken uit de archieven van aan De Stijl gerelateerde architecten worden dit jaar uitgeleend aan musea die aandacht besteden aan het 100 jarig bestaan van De Stijl. Kunsthal KAdE in Amersfoort stelt vanaf 6 mei meer dan 20 werken tentoon uit het archief van Het Nieuwe Instituut: tekeningen van vliegtuiginterieurs die Rietveld in de jaren vijftig ontwierp voor KLM. In zijn na-oorlogse ontwerpen spelen uitgesproken kleuren geen grote rol meer, maar in de vliegtuiginterieurs greep hij voor het eerst weer terug op een krachtig kleurgebruik.
Eerder al, in 1955, werd Rietveld door vliegtuigfabrikant Fokker gevraagd een interieur te ontwerpen. Kennelijk paste het in de ontwikkeling van een modern, technisch geavanceerd vliegtuig om een vooruitstrevend architect van internationaal aanzien aan te trekken. Op zijn beurt zal Rietveld de beperkingen van een vliegtuiginterieur, een langgerekte tunnel met weinig lichtinval en vast meubilair, hebben aangegrepen om te experimenteren met kleur om zo meer ruimtelijkheid te creëren.
De ontwerpen voor Fokker en KLM nemen een opvallende plaats in in het oeuvre van Rietveld. In zijn na-oorlogse ontwerpen spelen uitgesproken kleuren geen grote rol meer. Goede architectuur had volgens Rietveld allerminst behoefte aan kleurtoevoegingen, het verstoorde de ervaring van zuivere ruimtelijkheid. In zijn ontwerpen maakte hij vooral gebruik van licht, ruimtelijke verhoudingen en specifieke materialen om die ervaring teweeg te brengen.
Idioom van De Stijl
In de vliegtuiginterieurs paste hij voor het eerst weer een krachtig kleurgebruik toe. Niet door letterlijk terug te grijpen op het idioom van De Stijl, maar als een verdere verkenning van de ideeën die binnen De Stijl waren geformuleerd over kleurgebruik en architectuur. In de jaren vijftig nam de interessse voor kleur toe. Niet alleen architecten en vormgevers maar ook de industrie en overheid hadden belangstelling voor een functionele en esthetische integratie van kleur in de gebouwde omgeving, die tot een verbetering van het fysieke en geestelijke welzijn zou moeten leiden. Ook Rietveld gebruikte kleur hier voornamelijk om het verblijf in het vliegtuig te veraangenamen.
De interieurs voor Fokker zijn niet in serie-productie genomen, het bleef bij een soort modelinterieur voor demonstratiedoeleinden. Het leidde wel tot een opdracht van KLM voor interieurs voor de Douglas DC-8 en de Lockheed Electra, en later voor de Douglas DC7C. Ook hier volgde Rietveld het principe van een donkere vloer en een licht plafond, met daartussen een kleurenspel dat de blik afleidt van de benauwde tunnelvorm.
Aangename verblijfsruimten
Anders dan bij Fokker ging het bij deze opdracht om een interieur dat in serie en voor intensief dagelijks gebruik zou worden geproduceerd. Maar verder dan studies en ideeen is het niet gekomen. Van de ontwerpen die bewaard zijn gebleven is niet duidelijk of ze als definitief voorstel bedoeld zijn en of ze ooit aan KLM zijn gepresenteerd. Hoewel Rietveld rekening had gehouden met een intensief gebruik van de interieurs, werden de ontwerpen vooral om onderhoudstechnische redenen niet uitgevoerd._ _
Tekst gebaseerd op het artikel 'Kleur tussen Hemel en Aarde' van Ludo van Halem in Jong Holland 1995, (2), en 'Kleur tegen saaiheid', een artikel van Froukje van der Meulen, eerder verschenen in het tijdschrift Article.
De Kleuren van De Stijl
De tentoonstelling _De Kleuren van De Stijl_ in Kunsthal KAdE stelt het kleurgebruik van De Stijl-kunstenaars centraal en toont hoe in de decennia na De Stijl kunstenaars onderzoek bleven doen naar de autonome kracht van kleur: via het abstract expressionisme en de concrete kunst in de jaren zestig en zeventig naar hedendaagse kunstenaars die kleur als zelfstandig element onderzoeken.