Studio Rotor: Deconstruction
Op 29 juni 2017 werd een tentoonstelling gehouden van ontmantelde onderdelen van het gebouw van het voormalige ministerie van Sociale Zaken in situ. Dit gebeurde tijdens de eindpresentatie van Studio Rotor: Deconstruction. De sessie markeerde het einde van een intensieve workshopperiode van tien weken met de gasthoogleraren van de TU Delft, Lionel Devlieger en Maarten Gielen van het Brusselse Rotor. Het onderwijsprogramma bestond naast een internationale conferentie op de TU Delft en archiefseminars op Het Nieuwe Instituut uit de analyse van case studies, locatiebezoeken en radicaal herontwerpopdrachten.
29 juni 2017 13:00 - 17:30
Ministerie van Sociale Zaken
Na twee eerdere cases betrof de derde en laatste case study van de studio het voormalige ministerie van Sociale Zaken in Den Haag, ontworpen door Herman Hertzberger vanaf 1979, en in gebruik genomen in 1990. Het gebouw staat bekend als een van de laatste gebouwde voorbeelden van het Nederlandse structuralisme. Het was specifiek gemaakt voor het ministerie, maar in 2016 werd het 70.000 m2 grote gebouw geveild en verkocht aan projectontwikkelaar MRP Development, dat plannen heeft voor de gedeeltelijke afbraak en herontwikkeling ervan.
Uitgaande van dit scenario hebben de studenten van de TU Delft, die deelnamen aan Studio Rotor: Deconstruction, de materiële consequenties van deze sloop onderzocht. Na informatie te hebben verzameld uit het archief van Hertzberger bij Het Nieuwe Instituut en tijdens bezoeken aan het gebouw zelf, hebben de studenten een kwantitatieve analyse gemaakt van de sloop, evenals een inschatting van de elementen die op een rendabele manier op een andere plek kunnen worden hergebruikt. Herman Hertzberger nam zelf ook deel aan de studio met een rondleiding door het gebouw en een openhartig gesprek met de studenten en gasthoogleraren over zijn ontwerp en de huidige situatie.
Een gedetailleerde beschrijving en inventaris van de bouwelementen, inclusief prefab- elementen van beton, plafonds en lichtarmaturen, diverse technische apparatuur, glas, kozijnen, staalonderdelen, deuren en scheidingswanden, bewegwijzering en kunstwerken, werd gevolgd door de ontmanteling van representatieve materiaalsamples door het Rotor DC-team. De definitieve tentoonstelling vond plaats in de publieke hal van het ministerie, en was opgezet als een hedendaagse archeologische vindplaats, waarbij de samples bijeen waren gebracht in een nieuwe compositorische orde in afwachting van hergebruik en herinterpretatie. Rotor en MRP Development hebben afgesproken de mogelijkheid te onderzoeken om de tentoonstelling in de nabije toekomst opnieuw in te richten in Het Nieuwe Instituut.
Deze oefening volgde op het onderzoek naar en werk aan twee andere case studies: OMA's Timmerhuis in Rotterdam (2013-2015), gerealiseerd met het oog op maximale flexibiliteit en het toekomstig hergebruik van zijn bouwelementen; en de Jeugdherberg Ockenburg van Frank van Klingeren (1971-1974), ontmanteld in 2011 en sindsdien tijdelijk opgeslagen, in afwachting van herbouw op een andere plek in Den Haag.
Studio Rotor: Deconstruction
De focus van Studio Rotor: Deconstruction betrof het potentieel voor hergebruik van het erfgoed van naoorlogse modernistische gebouwen, en van een paar iconische en didactische hedendaagse projecten. De centrale vraag was: kunnen deze voorbeelden op zo'n manier worden gedeconstrueerd, dat hun onderdelen beschikbaar komen voor nieuwe samenstellingen en toekomstig gebruik? Deze vraag over hergebruik van de geschiedenis en het archief had een letterlijke dimensie: hoe kunnen historische gebouwen worden teruggebracht tot elementen (constructie, materialen) en op nieuwe manieren worden samengeviegd? Tegelijk beschouwde de studio het archief niet als een 'kunsthistorisch' reservoir dat de canon van de Nederlandse architectuur huisvest, maar als een instrument dat het bouwmateriaal aanreikt voor ontwerpprojecten, en dat richting geeft aan de herdefiniëring van de architectonische discipline.
Deze vraag was bedoeld als provocatie om een debat uit te lokken over de waarde en rol van de geschiedenis en het archief in het hedendaags architectonisch ontwerp. Deze vraagt raakt niet alleen aan urgente kwesties over duurzaamheid en hergebruik, maar impliceert ook dat we behoefte hebben aan een andere kijk op de geschiedenis en de historische productie als instrument voor innovatie.
Rotor gasthoogleraren
Tijdens het voorjaarssemester van 2017 heeft het Jaap Bakema Study Centre Lionel Devlieger en Maarten Gielen van het Brusselse Rotor als gasthoogleraren van de TU Delft onder zijn hoede genomen. Rotor staat voor een nieuwe aanpak in de hedendaagse architectenpraktijk die kritische posities ontwikkelt ten aanzien van ontwerp, materiaalgebruik en afval. Dit gebeurt middels een gemengde praktijk van onderzoek, ontwerp, kritiek en tentoonstellingen maken. Belangrijkste onderdeel van hun hoogleraarschap was een speciale studio gericht op de ontmanteling van moderne en hedendaagse gebouwen die op de nominatie staan gesloopt te worden, met als doel hun onderdelen beschikbaar te stellen voor hergebruik.
Met het gasthoogleraarprogramma trekt de Faculteit Bouwkunde nationaal en internationaal bekende ontwerpers aan om met hun inzichten en netwerken bij te dragen aan de vernieuwing van onderzoek en onderwijs. Het Jaap Bakema Study Centre heeft de studio ondersteund door de internationale conferentie Deconstruction mede te organiseren en door onderzoeksseminars te organiseren op basis van het archief van Het Nieuwe Instituut, met gastlezingen van Piet Vollaard, Francis Strauven (Universiteit van Gent), en Lidy Meijers (TU Delft).
Studio credits
Gasthoogleraren: Lionel Devlieger en Maarten Gielen (Rotor); leerstoel: Dick van Gameren, Architectuur en Wonen; coördinator: Dirk van den Heuvel, hoofd JBSC; coördinator JBSC / Het Nieuwe Instituut: Victor Muñoz Sanz; gastdocent: Jacques Vink; studentenassistent: Arthur Schoonenberg; erfgoeddeskundigen Het Nieuwe Instituut: Ellen Smit en Suzanne Mulder; studenten: Amanda Schuurbiers, Anna Gunnink, Ben Summers, Duong Vu Hong, Helena Andersson, Kasia S. Soltysiak, Melanie Kwaks, Michelle Beman, Monsicha Kaniaprasert, Nutcha Somboonthanasarn, Serah Calitz, Steven van der Woude, Tanya Tsui, Mara Wang.
Met speciale dank aan: Erfgoedafdeling Het Nieuwe Instituut, HVE Architecten bv, Studio Leon Thier, Stebru Transformatie B.V., Gemeente Rotterdam, OMA, Herman Hertzberger en Laurens Jan ten Kate / AHH, Jac. Huijsmans en Kris Valstar / MRP Development, Misja Andriol / Bright!, Floris Alkemade / Atelier Rijksbouwmeester.