The Other Interface. Het ontwerp van een nieuw collectieplatform
Het collectieplatform met de werktitel 'The Other Interface' wil met een visuele, verhalende en toekomstbestendige online omgeving mensen verbinden met de Rijkscollectie. Terwijl het Zoekportaal vooral bedoeld is voor gebruikers die gericht op zoek zijn naar specifieke collectiestukken, is dit 'andere' collectieplatform ontwikkeld voor iedereen die de collectie op een meer intuïtieve manier wil verkennen. In dit artikel kijken we naar concept en ontwerp van het platform, dat binnen het meerjarige erfgoedprogramma Architectuur Dichterbij ontwikkeld wordt.
14 mei 2023
Nieuwe Instituut beheert de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw, met tekeningen, correspondenties, foto’s, affiches, maquettes en 'born digital' materiaal uit de archieven en verzamelingen van Nederlandse architecten en stedenbouwers. Daarnaast is er een internationaal georiënteerde bibliotheek met boeken en tijdschriften over architectuur, stedenbouw, ruimtelijke ordening, interieur, kunst, design en digitale cultuur. In deze rijke collectie liggen talloze verhalen besloten. Ze komen voort uit onderzoek, tentoonstellingen, lezingen of bruiklenen, worden gevonden of gezocht, verteld of opgeschreven, steeds vanuit een ander perspectief.
Die verhalen of 'Stories' vormen een verrijking van de collectie en maken net als de 'harde' collectiedata deel uit van de informatie waar The Other Interface gebruik van maakt en toegang toe geeft. Gebruikers kunnen vanuit de data gerelateerde verhalen oproepen en andersom, wat het dwalen door de website én de collectie op een natuurlijke manier faciliteert en stimuleert.
Het platform biedt aan de hand van filters en clouds een laagdrempelige manier om de collectie te verkennen. Dankzij de kracht van Linked Open Data is het mogelijk om nieuwe verbanden te leggen tussen collectiestukken uit de Rijkscollectie, en tussen collecties wereldwijd. Door Linked Open Data worden metadata met elkaar verbonden die niet alleen aan de objecten in de database van het Nieuwe Instituut worden toegekend, maar ook aan objecten in de collecties van andere erfgoedinstellingen.
Het tweetalige collectieplatform is daarnaast inclusief en meerstemmig: auteurs binnen en buiten het Nieuwe Instituut kunnen hun eigen verhalen toevoegen, verteld vanuit hun eigen perspectief. Op deze manier wordt erfgoed democratisch: het is van iedereen.
Ontwerp
Het ontwerp van het nieuwe collectieplatform is een samenwerking tussen het Nieuwe Instituut en ontwerpstudio Linked by Air. Voorafgaand aan het ontwerpproces is met Gerlinde Schuller, adviseur van het Nieuwe Instituut, gewerkt aan de informatiearchitectuur van het platform. Zij onderzoekt hoe digitale technologie kansen biedt voor nieuwe vormen van erfgoedparticipatie, door meer ruimte te geven aan input van gebruikers, publiek en gemeenschappen.
Uit dat onderzoek trok ze een aantal conclusies. Gebruikers willen geen abstracte data, maar een verhaal; de focus op storytelling houdt de aandacht van een publiek langer vast. Daarnaast worden ze graag verrast. En verhalen die verteld worden vanuit verschillende perspectieven stimuleren het vormen van meningen. Een collectiesysteem vraagt daarom om de integratie van non-lineaire verhaallijnen en geeft de gebruiker mogelijkheden tot interactie. Het veronderstelt ook dat archivarissen en historici bereid zijn om wat van hun invloed af te staan en over te dragen aan gebruikers.
Op basis van deze bevindingen ontwikkelde Schuller een systematische methode voor storytelling. Deze gaat ervan uit dat gebruikersgedrag verandert, waarbij het rondstruinen door data net zo belangrijk is als gericht zoeken. De verschillende gedragsprofielen leidden tot diverse filters en zoekmogelijkheden voor het platform.
Bekijk hier al de eerste betaversie
The Other InterfaceDan Michaelson, partner van Linked By Air, ontwikkelde tijdens het ontwerpproces vier uitgangspunten voor het ontwerp van het platform, mede op basis van het onderzoek van Schuller.
Gedrag
Voortbouwend op de informatiearchitectuur van Schuller en de gedragsprofielen die daaruit voortkwamen, werd tijdens het ontwerpproces steeds een diverse groep gebruikers met verschillende gedragingen in gedachten gehouden. Een nieuwsgierige bezoeker met een vrijblijvende zoekvraag is welkom, maar ook de onderzoeker die nieuwe ideeën wil opdoen en verbanden zoekt tussen data.
Daarnaast is uitgegaan van door het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) gedefinieerde gebruiksprofielen. Dit zijn niet zozeer profielen van doelgroepen waarbij naar leeftijden en interesses wordt gekeken, maar naar manieren van gebruik, zoals Browsing & Discovery, Experience, Remix collection and datasets, Co- creation, Archival search, Experimental search, Learning en Gaming.
Om al die verschillende gebruikers en gedragingen te ondersteunen, is het platform opgebouwd uit diverse zoomniveaus die via een ‘cloud interface’ worden aangeboden. Er zijn verschillende niveaus waarop je kan klikken om steeds dieper de data in te duiken. Als eerste kies je een ingang, bijvoorbeeld Archieven, Objecten, Personen, Stories of Publicaties, waarna je afdaalt naar steeds verfijndere selecties. Bijvoorbeeld: Objecten -> Objecten op materiaal -> Objecten op spaanplaat. Of: Archieven en bestanddelen -> Archiefbestanddelen op naam -> Archiefbestanddelen Aldo van Eyck -> Archief G. Boon.
Om zoekresultaten verder te verfijnen zijn verschillende filtercombinaties beschikbaar. De zoomniveaus en filters ondersteunen intensief, intentioneel onderzoek, maar bieden ook de mogelijkheid de collectie ongedwongen te verkennen. Gebruikerstests met een vroeg prototype valideerden de ontwerpideeën en hielpen het ontwerp te vereenvoudigen, verhelderen en verfijnen.
De relatie tussen dingen
Op het diepste zoomniveau stelt de cloud-interface gebruikers in staat nieuwe relaties tussen objecten, makers en attributen te ontdekken. Onder de cloud-interface, die toegang geeft tot de verschillende zoomniveaus, is een ruimte gecreëerd waar data wordt gecontextualiseerd, de zgn. Stories. Deze verhalen maken geen deel uit van de collectie, maar bieden perspectief op de collectie. Ze zijn gerelateerd aan de gevonden data. De verhalen zelf zijn ook voorzien van metadata, waardoor ook via deze route aanknopingspunten worden geboden om de collectie verder te ontdekken.
Deze redactionele inhoud helpt om archiefrecords die anders misschien geen relatie met elkaar zouden hebben op een specifieke manier met elkaar te verbinden, ook wel ‘speculatieve archivering’ genoemd. Deze verbanden komen op basis van Linked Open Data tot stand. Speculatieve archivering wordt gestimuleerd door steeds nieuwe verhalen toe te voegen van verschillende auteurs en door middel van co-creatie.
Om ook buiten de collectie van het Nieuwe Instituut meer informatie te vinden over een bepaald onderwerp, object of persoon, worden gegevens uit andere, externe collecties opgehaald via Linked Open Data. De term Serendipitous Linked Open Data benadrukt de mogelijkheden van LOD om te ontdekken en op gelukkige toevalligheden te stuiten.
Data versus interpretatie
Het derde idee waarop het ontwerp van het platform is gebaseerd, is het visualiseren van de relatie tussen data en interpretatie. Waar halen we betekenis uit? De database, de metadata van objecten? Of uit creatie, interpretatie en context? Dit zijn vragen die de eerste discussies over het product hebben bepaald. Daarbij werd inspiratie gevonden in de tentoonstelling Atelier Nelly en Theo van Doesburg, samengesteld en ontworpen door Koehorst in 't Veld.
Het tentoonstellingsontwerp voorziet in een tijdlijn van feiten die op de bovenste rij van de tentoonstellingsdrager te zien is, met daaronder een meer interpretatieve en contextualiserende laag die bijvoorbeeld foto's laat zien van het werk van Van Doesburg zoals dat in tentoonstellingen of in zijn atelier hing. Beide lagen tonen een andere manier van betekenisgeving.
Linked by Air heeft bij The Other Interface iets soortgelijks gedaan: boven in het scherm is de cloud interface te zien die toegang geeft tot data. Scrol je naar benden, dan vind je daar context en interpretatie in de vorm van Stories, ongeacht op welk niveau je je bevindt in het systeem.
Gevoel
Het vierde ontwerpidee is erop gericht een gevoel van drama over te brengen. Door het depot lopen of onderzoek doen in de Rijkscollectie brengt een bepaald gevoel met zich mee. De plek waar het archief bewaard wordt voelt als een plaats van gewicht, de eindeloze herhaling van kasten, planken en dozen heeft iets theatraals. In samenwerking met de Amsterdamse ontwerper Rudy Guedj is geprobeerd om dat gevoel in het grafisch ontwerp tot uitdrukking te brengen. De cloud-interface met data kun je zien als een sterrenstelsel (een galaxy) met thematische constellatielijnen, en ook het kleurgebruik helpt om een gevoel van schoonheid en drama op te roepen.
Realisatie
Afgelopen jaar is een interdisciplinair team samengesteld dat gezamenlijk aan dit project werkt.
- De informatiearchitectuur werd uitgevoerd door Gerlinde Schuller. Samen met Schuller werden de eerste contouren voor het platform geschetst en diverse filters bepaald die de ervaring op het platform voor gebruikers zo helder mogelijk maakt.
- De Linked Data infrastructuur werd ontwikkeld door Triply met Lifely als developer. Lifely is ook betrokken bij de ontwikkeling van de corporate website van het Nieuwe Instituut.
- Het ontwerp is van Linked by Air. Dit bureau uit New York heeft diverse digitale oplossingen ontworpen voor onder andere MomA PS1, The Smithsonian and the Cooper Hewitt Smithsonian Design Museum en TEFAF.
De betaversie en daarna
De eerste betaversie van The Other Interface wordt dit jaar verder uitgewerkt en voorzien van nieuwe functionaliteiten zoals een tijdlijn en filters die het zoeken makkelijker maken. Ook aan de kwaliteit van de data wordt voortdurend gewerkt: steeds meer archieven worden op objectniveau ontsloten, er worden steeds meer foto’s en tekeningen gedigitaliseerd, en beschrijvingen worden aangevuld en verbeterd.
Ben je geïnteresseerd in deelname aan de gebruikersgroep om het platform te testen, of wil je reageren op het platform? Mail dan naar theotherinterface@nieuweinstituut.nl