Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Geheugen van het ontworpen landschap

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft Het Nieuwe Instituut gevraagd te onderzoeken hoe om te gaan met de archieven van tuin- en landschapsarchitectuur. Aanleiding is het ontbreken van een duidelijke bewaarplaats, waardoor dit materiaal moeilijk zijn weg vindt naar culturele instellingen, versnipperd raakt of zelfs verdwijnt. Het onderzoeksrapport is op 8 juli aangeboden aan minister Van Engelshoven. Zij gaf aan in het najaar al de eerste vervolgstappen mogelijk te willen maken op basis van de aanbevelingen.

8 juli 2021

Pieter Buys. Plattegrond tuin Van Kooten, Huizen, 1962. Bureau-archief MTD Landschapsarchitecten, Den Bosch.

Het overgrote deel van Nederland is ontworpen. Er zijn tuin- en landschapsarchitecten aan het werk geweest die tekeningen maakten, overleggen voerden en pleidooien hielden. Dat resulteerde in projecten op uiteenlopende schaalniveaus. Van de Zuiderzeepolders tot de Kop van Zuid, van ruilverkavelingen in agrarisch Nederland tot de renovatie van Landgoed Twickel, van de buitenruimte van Schiphol tot Utrecht Leidsche Rijn. Maar waar bewaren we al dat materiaal en hoe houden we het toegankelijk?

Tot dusver is het archiveren van tuin- en landschapsarchitectuur niet als publieke taak benoemd en ontbreekt het aan een duidelijk adres waar de archieven kunnen worden bewaard. Daardoor gaat veel materiaal verloren of is het ontoegankelijk. Terwijl goede archivering helpt om recht te doen aan de rijkdom van het huidige ontworpen landschap, om kennis vast te houden en inwoners bij veranderingen te betrekken.

En de veranderingsmachine draait op volle toeren: er moeten honderdduizend huizen worden gebouwd; op vele plekken zullen windturbines en zonne-installaties landen; in de stad en op het land is er de waterproblematiek en de landbouw vraagt om een ingrijpende transitie. Om dat op een slimme manier te doen, met respect voor het verleden, is de kennis die in archieven besloten ligt onontbeerlijk.

Het rapport is te lezen als een hartenkreet van de beroepsgroep en de kringen daaromheen, waaronder die van onderwijs en onderzoek. Terwijl de waarde van het (ontworpen) landschap breed wordt onderschreven, en te pas en te onpas wordt opgevoerd als argument in discussies over de ruimtelijke transities waar het land mee te maken heeft, blijft de discipline voor velen onzichtbaar. Dat gebrek aan herkenning speelt een cruciale rol in de publieke perceptie, zowel wat betreft tuin- en landschapsarchitectuur zelf als voor de betekenis van de gearchiveerde nalatenschap.

Mien Ruys. Ontwerp van de hoven rond Dirk Sonoystraat, Amsterdam, 1958. Speciale Collecties Wageningen University & Research, Wageningen.

Pjotr Gonggrijp. Verschillende landschapstypen van de delta in Nederland, schaal 1:100.000, situatie circa 1550 en later, 1969. Collectie Het Nieuwe Institiuut, GONG 3

Inclusieve benadering

Voor elke discipline die Het Nieuwe Instituut bestrijkt geldt dat het een inclusieve benadering prefereert. De traditionele focus op ontwerp als proces en uitkomst van een exclusieve beroepspraktijk wordt op allerlei manieren ter discussie gesteld. Ontwerp is niet meer uitsluitend voorbehouden aan de gediplomeerde gemeenschappen van professionals. En de beschouwing van de ontwerpen is al evenmin het particuliere domein van een groepje specialisten. Het instituut neemt meerstemmigheid als een leidend principe, daarom is het volkomen logisch dat het een podium wil bieden aan zoveel mogelijk verschillende praktijken en zienswijzen.

Het Nieuwe Instituut ziet deze inventarisatie van het archiefvraagstuk in tuin- en landschapsarchitectuur dan ook als een eerste stap, een verkenning van het professionele veld. Het brengt de gedeelde zorg over verweesde archieven in beeld en ondersteunt de roep om erkenning van het belang van een gedegen archivering op dit gebied. Naast de blikrichting van professionele auteurs zijn er meerdere perspectieven op tuin en landschap mogelijk. Deze verdienen eveneens aandacht, bijvoorbeeld via een ontsluiting die is gebaseerd op meerdere perspectieven en die dwars door disciplines en beleidsvraagstukken heen snijdt. Daardoor kunnen we het verleden beter duiden en vanuit dat vertrekpunt mogelijke toekomstscenario's schetsen.

Download het rapport

Partners

Partners bij de totstandkoming van dit advies waren onder andere het College van Rijksadviseurs, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, en Speciale Collecties Wageningen University and Research.

Het contactadres voor alle zaken aangaande het onderzoek is tot nader order collection@hetnieuweinstituut.nl

Minister Van Engelshoven (OCW) neemt het rapport 'Geheugen van het ontworpen landschap' in ontvangst. Het Nieuwe Instituut, 8 juli 2021. Foto Aad Hoogendoorn.

1 of 4

Minister Van Engelshoven (OCW) neemt het rapport 'Geheugen van het ontworpen landschap' in ontvangst. Het Nieuwe Instituut, 8 juli 2021. Foto Aad Hoogendoorn.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.