Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

De opgerolde maquette en andere verhalen uit het depot

Architectuur Dichterbij richt zich voor een belangrijk deel op de conservering, restauratie en digitalisering van ontwerptekeningen. De voorbereiding voor de archiefselecties die voor conservering en restauratie in aanmerking komen, is nu in volle gang. Tijdens steekproeven en onderzoek naar de materiele staat van archiefdelen komen bijzondere stukken tevoorschijn. Lees meer over de favoriete vondsten van onze archivarissen en conservatoren.

17 juli 2019

G. Holt. Rooms-Katholieke Zusterhuis Helpman, Groningen, 1954-1960. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Katholieke bouw met moderne look

Conservator Eline de Graaf: "Net als vele andere archieven gaat in het kader van Architectuur Dichterbij ook een deel van het dossier van Gerard Holt (1904-1988) de deur uit. De scheuren en vouwen in veel tekeningen zorgen ervoor dat het archief dringend aan restauratie toe is. Holt, een belangrijke architect van het Nieuwe Bouwen, genoot zijn opleiding tot architect aan de 'School voor bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten' in zijn geboorteplaats Haarlem vanaf 1923. Drie jaar later, wanneer de school opgaat in de MTS, besloot hij het vak verder in de praktijk te gaan leren. In 1929, nadat hij in de leer is geweest bij diverse Amsterdamse School-architecten, vestigde hij zich in de hoofdstad als zelfstandig architect."

"Holt heeft een belangrijke rol gespeeld bij de veranderingen in de katholieke kerkbouw na 1945. Hij gebruikte eenvoudige materialen en liet kostbare uiterlijkheden weg. Belangrijk was wel dat het gebouw zijn waardigheid niet verloor. Holt wist deze balans precies te behouden. In het dossier van het Rooms-Katholieke Zusterhuis Helpman aan de van Swietenlaan in Groningen, een bouwsel uit 1954-1960, zit heel divers materiaal. Van ontwerptekeningen tot interieurschetsen en ruwe krabbels die Holts eerste ideeën illustreren. Vooral de moderne look van de interieurs spraken mij meteen aan. Ze lijken allemaal op eenzelfde manier opgebouwd te zijn, de vormen worden als het ware ingekleurd door allerlei horizontale en verticale strepen. Daardoor krijgen de tekeningen een zeer dynamisch effect terwijl de ruimtes op zichzelf relatief stijf zijn, het zijn immers ziekenhuis interieurs."

G. Holt. Rooms-Katholieke Zusterhuis Helpman, Groningen, 1954-1960. Collectie Het Nieuwe Instituut.

G. Holt. Rooms-Katholieke Zusterhuis Helpman, Groningen, 1954-1960. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Archief J.J. van der Linden, 1933-1986. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Een handzaam formaat

Archivaris Alfred Marks: "Een aantal maanden geleden was een delegatie van de afdeling Erfgoed op werkbezoek naar het Océ museum in Venlo. Dit museum toont o.a. de geschiedenis van de lichtdruktechnologie van blauwdruk tot lichtdrukken in positief. Al naar gelang de grootte van het bureau had men de apparatuur voor het vervaardigen van die lichtdrukken in huis of men besteedde dit uit. Optioneel was de mogelijkheid om daarna de tekeningen tot op A4 formaat te vouwen. Hiervoor gebruikte men een vouwmachine. We hebben deze machine in werking gezien maar vooral gehoord. Binnen enkele seconden werd met veel kabaal en "geweld" de tekening tot een handzaam formaat teruggebracht."

'Handzaam' voor wat betreft het gebruik tijdens het verdere ontwerp- en bouwproces en voor de archivering op het kantoor. Maar voor het bewaren voor langere duur levert raadpleging en berging problemen op. Bij het uit- en invouwen ontstaat er risico op scheuren met name omdat door de jaren heen de vouwnaden slijten en instabiel worden en dan vooral in de hoeken waar de vouwnaden elkaar kruisen. Naast het plano en gerold bewaren van tekeningen komt (helaas) het gevouwen bewaren in groten getale voor: een berekening gaat uit van een kleine 4000 archiefdozen (500 strekkende meter) met gevouwen tekeningen. Dit is een voorbeeld van zo'n doos met gevouwen tekeningen uit het archief van de architect J.J. van der Linde. Het betreft hier het ontwerp voor het Raadhuis van Beilen uit 1953-1955. Wat hierbij opvalt is dat niet alleen de werktekeningen en lichtdrukken zijn gevouwen maar ook de prachtige schetsen in perspectief van zowel ex- als interieur! Eigenlijk best zonde!"

J.J.P. Oud. Niet uitgevoerd ontwerp voor een oorlogsmonument in Den Haag. Collectie Het Nieuwe Instituut.

J.J.P. Oud. Niet uitgevoerd ontwerp voor een oorlogsmonument in Den Haag. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Nooit gebouwd

Archivaris Alfred Marks: "14 november j.l. werd in het Haags Historisch Museum de tentoonstelling Nooit Gebouwd Den Haag geopend en het gelijknamige bijbehorende boek gepresenteerd. Ik was door de curator van de tentoonstelling en schrijver van het boek gevraagd of ik wilde meedenken over bijzondere maar nooit uitgevoerde gebouwen. Het antwoord was direct "ja". Den Haag is nu eenmaal mijn stad; ook al ben ik Hagenaar en geen Hagenees. Ik voel me er thuis en zal er niet snel vertrekken.

"Zoals altijd bleek ons archief weer een rijke bron en is een ruime bruikleen beschikbaar gesteld met o.a. tekeningen voor de prijsvraag voor het Vredespaleis, voor de uitbreiding van de Tweede Kamer, en diverse Stadhuis prijsvragen. Een bijzonder onderdeel van de tentoonstelling is de virtual reality- presentatie van de kunstenaar Daniël Ernst. Op basis van tekeningen uit ons archief heeft hij de nooit gebouwde Wereldhoofdstad, dat naar een ontwerp van K.P.C. de Bazel gebouwd zou worden in de duinen ten noorden van Den Haag, tot leven gewekt. Je krijgt hierbij een blik op de stad zoals die er nu uit zou hebben gezien."

"In de tussentijd besteed ik vrijwel al mijn tijd aan onderzoek in de collectie in het kader van _Architectuur Dichterbij _en ik realiseerde me dat al die ideeën en plannen van architecten die niet zijn uitgevoerd alleen nog voortleven omdat ze op papier staan, op tekening! Maar als die tekening dan ook nog eens in zo'n slechte staat is en verloren zou gaan, dan zijn ook de plannen voorgoed verdwenen."

J.J.P. Oud. Niet uitgevoerd ontwerp voor een oorlogsmonument in Den Haag. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Architectenbureau Nicolaï. Recreatiegebouw voor de NAM, Oud-Schoonebeek, 1948-1952. Foto: A.C. Nicolaï (toegeschreven aan de hand van commentaar achterzijde), ca. 1993. Collectie Het Nieuwe Instituut, NICO f69

Vandalisme!

Registrator Arjanti Sosrohadikoesoemo: "Voor het project Architectuur Dichterbij worden van foto's zowel de voor- als achterkant gedigitaliseerd. Dat de achterzijde van een foto ook inzicht kan geven in de ideeën van een architect, is iets waar je niet zo gauw bij stil staat. Waar wij als onwetende kijker een foto van een gebouw of een interieur zien, ziet een architect op diezelfde foto een aantasting van zijn ontwerp. Architect A.C. Nicolaï bezocht rond 1993 een door hem ontworpen recreatiegebouw van de NAM. Wat hij daar tot zijn schrik aantrof, kunnen we lezen op de achterzijde van de foto's. Waardoor je als kijker net weer tot andere inzichten komt."

Architectenbureau Nicolaï. Recreatiegebouw voor de NAM, Oud-Schoonebeek, 1948-1952. Foto: A.C. Nicolaï (toegeschreven aan de hand van commentaar achterzijde), ca. 1993. Collectie Het Nieuwe Instituut, NICO f69

L. en J. A. van der Laan. R.K. Kerk O.L.V. Geboorte te Hoogmade, 1929-1931. Collectie Het Nieuwe Instituut, LAAX r397.

Een schrale troost

Archivaris Alfred Marks: "Maandag 4 november j.l. brandde in Hoogmade de R.K. Kerk grotendeels af. Op televisie werd de omvang van de schade duidelijk in beeld gebracht, maar daarbij ook de emoties die de verwoesting bij de plaatselijke bevolking met zich meebracht. Want ook al gaan we met z'n allen minder en minder naar de kerk, het gebouw blijft voor velen toch die markante plek in het dorp of de stad, het gebouw dat er altijd al stond en waarvan we ons niet kunnen voorstellen dat het er niet meer is.

In Hoogmade is religieus erfgoed verloren gegaan. Of de kerk weer opgebouwd en hersteld kan worden is nog maar de vraag. Het is een misschien een schrale troost dat de ontwerptekeningen er nog wel zijn. In het archief van de architect J.A. van der Laan is een dossier met betrekking tot de bouw van de kerk bewaard gebleven. Mocht men het voor elkaar krijgen om de kerk te herbouwen komen hopelijk deze tekeningen goed van pas. Echter ook hier is er een probleem; de tekeningen zijn zeer strak opgerold waardoor raadpleging lastig is. Daarbij zijn ook nog eens oudere lichtdrukken meegerold; iets wat we in de toekomst juist willen vermijden. Voorlopig staat het archief van Van der Laan nog niet op het programma voor conservering maar later in het project zal hieraan zeker aandacht worden besteed. "

Archief Th. F. Stuivinga, J. Stuivinga en J. Tuynenburg Muys. 1898-1969. Collectie Het Nieuwe Instituut.

Op rolletjes

Archivaris Alfred Marks: "Het was voor architecten gebruikelijk, en misschien is dat ondanks de digitale praktijk nog steeds wel zo, hun ontwerptekeningen gerold te bewaren. Een reden hiervoor was dat het calqueerpapier waarop werd gewerkt al op rol werd aangeleverd en het papier dus al 'voorgevormd' was. En tekeningen gerold bewaren kost nu eenmaal minder ruimte dan vlak. Voor vlak bergen heb je al snel grote ladekasten nodig. Het is daarom niet verwonderlijk dat in de collectie van Het Nieuwe Instituut de gerolde tekening, verpakt in koker of rollendoos, eerder regel dan uitzondering is.

Op zich is er niets mis met het rollen van tekeningen. De tekening loopt er geen schade van op en raadplegen blijft mogelijk. Mits .. Ja, mits, want de wijze waarop de tekeningen in het archief van de architecten Stuivinga en Tuynenburg Muys zijn opgerold maken raadpleging wel erg lastig. Ze zijn zo strak opgerold dat je meerdere handen nodig hebt om ze uitgerold te kunnen bekijken. Als je dit al lukt ontstaat daarbij spanning op de randen die scheuren kunnen veroorzaken. Maar waarom heeft men dit op het bureau zo gedaan? De tekeningen zijn namelijk niet groter dan A2 dus ze waren eenvoudig vlak te bewaren en te bergen geweest. Dus dat gaan wij dan alsnog doen. "

Van den Broek en Bakema. Prijsvraag Stadhuis Jeruzalem, 1964. Collectie Het Nieuwe Instituut, BROX 1400t3162

Was getekend&.

Archivaris Alfred Marks: "Ja, maar zoals zo vaak het geval blijft dan de vraag.. door wie? In de collectie zijn vele voorbeelden te vinden van prachtige presentatietekeningen die misschien wel hun status als archiefstuk overstijgen en als een kunstwerk aangemerkt kunnen worden. Vogelvluchtperspectieven, aquarellen, studies, impressies en tot op detail uitgewerkte ontwerptekeningen dragen bij aan de visuele rijkdom van de collectie. In veel gevallen waren de architecten zelf, beschikkend over een uniek tekentalent, de vervaardiger; meestal werden die tekeningen dan ook gesigneerd. Ook kwam het voor dat er voor dit werk een tekenaar in dienst was, of men besteedde het werk extern uit. In het geval van dit fraaie voorbeeld uit het archief van Van den Broek en Bakema is de tekenaar onbekend; het blad is niet gesigneerd. Verder valt op dat de tekening bij het bergen geen bijzondere status kreeg; het blad is opgeborgen tussen andere ontwerptekeningen en daarbij ook nog eens door midden gevouwen."

Van den Broek en Bakema. Prijsvraag Stadhuis Jeruzalem, 1964. Collectie Het Nieuwe Instituut, BROX 1400t3162

Foto maquette Nederlands paviljoen Expo '70, Osaka, Japan, 1972. Collectie Het Nieuwe Instituut, Archief Weeber, WEEB 144

Gelukkig hebben we de foto's nog&

"Enige jaren geleden is er op grond van een beredenering schatting een telling gedaan van de totale hoeveelheid foto's in de collectie. Dit kwam uit op een aantal van ongeveer 300.000. Het overgrote deel heeft standaard formaten en is gelukkig redelijk goed verpakt in omslagen en dozen. Maar helaas zijn er ook zeer twijfelachtige uitzonderingen, zoals de zeer grote afdrukken van foto's van de maquette van het wereldexpo paviljoen in Osaka. Een ontwerp van Carel Weeber en Jaap Bakema. Op heb bureau van Weeber zijn deze voor het gemak maar opgerold en weggeborgen. De spanning die door het oprollen op het object is ontstaan heeft waarschijnlijk bij latere raadpleging de grote scheuren veroorzaakt waardoor er nu zelfs één helemaal doormidden is. De conservering en digitalisering van de hele fotocollectie is één van de belangrijkste speerpunten binnen het programma Architectuur dichterbij. Voor deze foto's is conservering geen overbodige luxe maar bittere noodzaak. Alleen dan kunnen ze worden gedigitaliseerd om ze voor de toekomst te bewaren.

Foto maquette Nederlands paviljoen Expo '70, Osaka, Japan, 1972. Collectie Het Nieuwe Instituut, Archief Weeber, WEEB 144

Jan van Goethem. Ontwerp voor een kunsttoepassing, ‘glasapplique’, in de hal van het bureau van de Universiteit Utrecht, 1983. Collectie Het Nieuwe Instituut, GOET t2

Glasapplique

Archivaris Alfred Marks: "In de naoorlogse archieven vind je met regelmaat calques (tekeningen op een licht doorschijnend papier) waar op de achterzijde gekleurd folie is geplakt. Dat geeft dat deel van de ontwerptekening aan de beeldzijde een extra accent. Op de lichtdruk die er veelal van werd gemaakt, levert dit een schakering aan grijze tonen en vlakken op, afhankelijk van de kleur van het gebruikte folie en hoe donker of licht het folie is. Het waarom, wanneer en waar van het gebruik van dit folie is onderwerp van onderzoek binnen Architectuur Dichterbij. En toen trof ik in het archief dit fantastische voorbeeld aan: een ontwerp voor een kunsttoepassing in glas voor een gebouw voor de universiteit van Utrecht uit 1983. De kunstenaar is Jan van Goethem. In een dunne potloodlijn heeft hij 20 rechthoeken getekend. Door daar omheen met gewassen potlood te werken lijken deze vlakken op te lichten. Daarna heeft hij heel precies op de beeldzijde met folie het kleurenpalet aangebracht. En hier is het direct duidelijk waarom hij voor dit folie gebruikt heeft: de kleur van het folie is ook de kleur van het uit te voeren ontwerp! Een toepassing die we verder in het archief nog niet vaak zijn tegengekomen. "

Ernest Groosman. Studie wijkontwerp met stempels, collage, karton op papier, s.a. Uit het dossier Stukken betreffende organisatie groot bureau, persooneelszaken en partnerparticipatie, apart verpakt, 1937-1998. Collectie Het Nieuwe Institu…

De opgerolde maquette

Het archief van architect Ernest Groosman (1917-1999) behoort tot de belangrijke archieven uit de naoorlogse periode van omstreeks 1960 tot 1980. Archivaris Alfred Marks: "Veel architecten hebben uit ruimtegebrek hun tekeningen opgerold bewaard. Bij een steekproef binnen de rollendozen trof ik een opgerolde maquette aan. Op de archiefbeschrijving staat 'studie wijkontwerp met stempels, collage karton op papier, s.a'. 'Collage' of 'maquette', het maakt niet zoveel uit hoe je dit object wil benoemen. Het is in elk geval duidelijk dat het een betere bewaarmethode verdient dan gerold. Door het rollen ontstaat er spanning op het blad en de opgeplakte stukjes karton waardoor deze dreigen los te laten. De beste optie is dit document te vlakken. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan; het object ligt nu al enkele weken in het depot in een omslag, verzwaard met gewichten. Maar zodra je die verwijdert schiet het gewoon weer terug in een rol. Hier moet dus professionele hulp aan te pas komen."

Ernest Groosman. Studie wijkontwerp met stempels, collage, karton op papier, s.a. Uit het dossier Stukken betreffende organisatie groot bureau, persooneelszaken en partnerparticipatie, apart verpakt, 1937-1998. Collectie Het Nieuwe Institu…

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.