Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Beperkt houdbaar. Onderdak gezocht voor een interieurontwerpersarchief

Het Nieuwe Instituut heeft namens het Netwerk Archieven Design en Digitale cultuur (NADD) aan erfgoedexpert Anja Tollenaar gevraagd om in een artikel te reflecteren op het Archief Van der Valk-Woudstra. Het bureau-archief van interieurontwerpersduo Hendrik Jan van der Valk en Trudy Woudstra (actief van 1973 tot 2019) is illustratief voor de rijkdom die schuilgaat in ontwerpersarchieven die ontheemd of verloren dreigen te raken. Zoals hun praktijk een bron van kennis en inzichten biedt voor toekomstige generaties ontwerpers - bijvoorbeeld op het nu zo actuele gebied van kantoorinrichting - laat de benarde situatie van hun archief zien hoe er gaten dreigen te vallen in het collectieve geheugen van de Nederlandse ontwerpsector.

21 februari 2022

Vragen in het heden vragen om het verleden

Het kantoor anno 2022, hoe ziet dat eruit? Waar werk je, in een kantoorgebouw met je collega's of een flexplek in een generiek gebouw waar je een plekje kunt huren op een logistiek handige plaats. Hoe heb je de afgelopen twee jaar je thuiswerkplek ingericht, tover je elke keer je keukentafel weer om tot bureau en weer terug als de tafel gedekt moet? Door de quarantainemaatregelen van de huidige pandemie hebben de meeste werkenden ondervonden hoe en waar je kunt werken en waar de flexibiliteit zit& of niet. Botsingen met huisgenoten of juist te veel afstand van collega's. Geluidsoverlast, te weinig change of scenery, te veel afleiding of problemen met apparatuur of de internetverbinding.

"Hoe was het hiervoor eigenlijk, welke voorbeelden hebben we in onze eigen nabije geschiedenis? Als je het verleden kent, begrijp je het heden en kan je verder naar de toekomst"

Momenteel zitten we in een interessante ontwikkeling wat dat betreft. Het thuiswerken werpt nieuwe vragen op en stelt andere eisen aan interieurontwerp en alle factoren die het gebruik van de ruimte bepalen en beïnvloeden. Wat werkt beter, wat is goed voor je? Hoe was het hiervoor eigenlijk, welke voorbeelden hebben we in onze eigen nabije geschiedenis? Als je het verleden kent, begrijp je het heden en kan je verder naar de toekomst.

Herman Hertzberger. Centraal Beheer Apeldoorn, 1972. Foto: Johan van der Keuken

Waarde en betekenis van een archief

Het indelen van de kantoorruimte als 'kantoortuin', werkplekken die laagdrempelig met elkaar in verbinding staan, gebeurt sinds de vroege jaren 1950 in Duitsland, waarna in Amerika de cubicle ontstond in de jaren 1960. In Nederland is misschien wel de bekendste kantoortuin die van Centraal Beheer in Apeldoorn, door de architect Herman Hertzberger gerealiseerd in 1972.

Sindsdien zijn er liefhebbers en tegenstanders geweest, wat zorgde voor oplevingen van de open, speelse opstellingen gevolgd door het terugplaatsen van scheidingswanden, geluiddempende elementen, terug naar de 'cellenkantoren': een gang met aan weerszijden kantoorruimtes. Enkele jaren geleden besloot het kabinet de effecten van het werken in kantoortuinen op gezondheid en welzijn te monitoren.

Voor de ontwerpvraagstukken op dit gebied zijn het niet alleen grote bureaus en topontwerpers die ons iets leren over expertise, aanpak en werking van de ontwerpoplossingen. Ook een tamelijk klein ontwerpbureau met een bescheidener naamsbekendheid kan hierbij model staan. De inhoud, context en relaties met maatschappelijke thema's, personen en materiaalgebruik voegen waarde en betekenis toe aan het ontwerpdiscours. Zoals het bureau van Hendrik Jan van der Valk en Trudy Woudstra, dat actief was van 1973 tot 2019. Aan de enorme productiviteit en continuïteit die het bureau aan de dag legde is een rijke variatie aan ontwikkelingen af te lezen. 425 opdrachten in 46 jaar, als tweemansbureau met af en toe een extra kracht. Naast interieurs voor particulieren, woonhuizen en en bedrijven, werden zij keer op keer gevraagd door overheidsinstellingen.

Duik in het archief: kantoorinrichtingsconcepten

Het kantoorconcept dat Van der Valk en Woudstra begin jaren 2000 neerzetten voor de Belastingdienst in Almelo is geheel doordacht 'flex'. Dit aspect van hun werk illustreert de overstap van eenpersoons gesloten kantoorkamertjes naar open kantoortuinen met gedeelde werkplekken. "We hebben grondig afgerekend met de vaststaande kamerstructuur" aldus Van der Valk. Dit leverde in het kantoor méér werkplekken op, ook om tijdelijke piekdrukte (rond de belastingaangifte) op te vangen, het vloeroppervlak is optimaal benut. Om de werknemers in beweging te houden en het contact op de werkvloer nog te bevorderen, plaatsten ze de dossierkasten op de gang. "Niettemin staat de persoonlijkheid centraal. We vertalen de menselijke overwegingen naar kantoor. Iedereen heeft 'een plek' en moet in deze situatie 'thuiskomen'", legde Van der Valk uit. Aardig detail over de aanpak van dit bureau is dat ze in een leegstaande supermarkt een deel van het ontwerp op schaal 1:1 namaakten om te testen met de medewerkers.

Plattegrond/indeling van het interieur van het gebouw van de Belastingdienst in Almelo, uit het Archief Van der valk-Woudstra. Foto met dank aan de ontwerpers.

Detail van de ontvangsthal van 'De Knip' in Amsterdam Sloterdijk, met een interieur van Van der Valk en Woudstra. Foto met dank aan de ontwerpers.

Meer van de interessante aanpak van dit bureau voor ontwerpoplossingen voor overheidsdiensten, tegen de maatschappelijke ontwikkelingen van de tijd, zien we een vijftal jaar later. In 2005 kwam de opdracht om de ontvangsthal met balies van het kantoor van de Belastingdienst in Amsterdam Sloterdijk her in te richten. In 1994 werd dit gebouw 'De Knip' gerealiseerd door Bonnema Architecten. De ingrepen kwamen voort uit de wens, of beter de noodzaak, om de bezoekersroutes te scheiden van die van de medewerkers van de dienst. De tijd dat bezoekers voor hun afspraak mee mochten lopen in de kantoren was allang voorbij, omwille van het beschermen van gegevens. Afspraken vonden plaats in afgesloten kantoortjes, waar de deur met een klik in het slot viel, terwijl beveiligers klaar stonden om in te grijpen. Dit was nodig, aangezien er nog wel eens incidenten plaatsvonden. Toch wilde men van deze 'opgesloten' werkwijze af. Van der Valk en Woudstra stelden de werkwijze voor met gastheren die de bezoekers ontvingen en naar hun afspraak brachten of informatie gaven. Dit zorgde voor een opener houding en kwam de sfeer ten goede. De inrichting laat dit ook zien, met de rode banken in een slingerende vorm geplaatst, sprekende kleuren en transparante panelen. De kleuren rood en grijs én de verlichting zorgden voor een sympathieker en minder strenge uitstraling. Het vernuft van vorm en functie zit hem met name in de zogenoemde 'spreekboxen'. Bij de spreekboxen bleef de klant staan -je werd immers vlot geholpen- en de medewerker zat erachter. Toch keek je elkaar aan op gelijke hoogte. De looproutes voor het personeel waren inderdaad gescheiden van het bezoekersdeel, en liepen achter de medewerkers in de spreekboxen langs. Deze nabijheid van collega's was voor de medewerkers een geruststellende factor. Het is een teken van de tijd, de mondige burger en het contact met de overheid.

Kantoorplattegrond uit het Archief Van der Valk-Woudstra. Foto met dank aan de ontwerpers.

Het Archief Van der Valk-Woudstra als casus

Dit is niet het enige onderwerp dat je kunt terugvinden in het Archief Van der Valk en Woudstra, bureau voor architektonische vormgeving en interieurarchitektuur. Beiden genoten hun opleiding aan de Rietveld academie. Woudstra werkte ook voor KLI Associates, met Kho Liang Ie en Nel Verschuuren. Van der Valk gaf les aan de -net opgerichte- Christelijke Academie voor Beeldende Kunsten in Kampen. In 1979 zette hij daar de afdeling Architectonische vormgeving op. Wat centraal staat in zijn opvatting van het vakgebied is "alle architectuur is interieurarchitectuur". Bovendien is het een goed bewaard, compleet, voorbeeld van een tweekoppig bureau, in een lange aaneengesloten periode.

Detail uit een foto waarop Hendrik Jan van der Valk en Trudy Woudstra aan het werk zijn, uit het Archief Van der Valk-Woudstra. Foto met dank aan de ontwerpers.

Het interieurvormgeverskoppel zoekt sinds het afronden van de bureaupraktijk en een verhuizing, onderdak voor het archief. Dit blijkt niet een-twee-drie gevonden. Geen archiefinstelling toont tot nu toe interesse. Er zijn simpelweg geen erfgoedinstellingen bij wie het in het verzamelbeleid past, noch die er nu in kunnen investeren. Daarin staat dit archief niet op zichzelf, het is één van de vele die hier tegenaan lopen.

"Waar blijven de voorbeelden uit de Nederlandse ontwerpgeschiedenis als we ze nodig hebben?"

Ondertussen vraagt de houdbaarheidstermijn steeds sterker om actie. Denk aan het verdwijnen van informatie, beschadiging van archiefstukken, de leeftijd van de archiefvormer. Archieven op papier of digitale dragers liggen te verzuren, verstoffen, bitrot op te lopen en onbruikbaar te worden. Onbekend en onbemind te worden. Kortom, er dreigt een gat te vallen in het netwerk van archiefinformatie, de ontwerpgeschiedenis van Nederland. Gebouwen worden weer aangepast, heringericht, herbestemd of gesloopt. Waar blijven de voorbeelden uit de Nederlandse ontwerpgeschiedenis als we ze nodig hebben?

Het NADD als wegbereider

Aan het NADD is tot doel gesteld om hierin de weg te bereiden. Het mag duidelijk zijn dat dit een veelzijdige en taaie opdracht inhoudt. Zoals benoemd in het Manifest NADD ondersteunen we in dit netwerkverband het toekomstbestendig maken van het erfgoed design en digitale cultuur, door het geheugen van de sector duurzaam en centraal toegankelijk te maken. Het NADD werkt al aan de nodige instrumenten, samenwerkingsverbanden, kennisdeling en zichtbaarheid.

Om de teloorgang van archieven nu een halt toe te roepen moet het vangnet worden uitgerold. De methode voor waardering en selectie moet operationeel worden, zodat we dóór kunnen met het organiseren van het opvangen van archieven design en digitale cultuur. Met structurele middelen voor de samenwerkende erfgoedinstellingen. Zodat archiefinstellingen en musea de depots kunnen openen voor design- en digitale cultuurarchieven. De archieven worden behouden en toegankelijk voor publiek. Het NADD heeft nadrukkelijk geen taak om zelf archieven aan te nemen, het is immers de spin in het web.

Oproep: wie meer wil weten over het archief of interesse heeft om het onder te brengen, neem contact op met het NADD voor een lijst van de inhoud en een biografie van het_ Archief Van der Valk en Woudstra, bureau voor architektonische vormgeving en interieurarchitektuur._

Anja Tollenaar

Anja Tollenaar is conservator communicatiecultuur bij museum Beeld en Geluid Den Haag. Ze werkte in het verleden onder meer aan het Centraal Register Vormgevingsarchieven (CRVa) en het Nationaal Ontwerp Archief (NOA). Dit waren initiatieven van Het Nieuwe Instituut (ten tijde van het CRVa nog van Premsela, Nederlands Instituut voor Design en Mode) en het RKD, Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Als deskundige op het gebied van design- en digitale-cultuurerfgoed was Tollenaar in 2020 betrokken bij het opstellen van een toetsings- en waarderingskader op grond waarvan het toen net opgerichte NADD archieven kan selecteren voor behoud als Nederlands erfgoed.

Tags

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.