Talent
Een nieuwe definitie van talent
Het Nieuwe Instituut wil de notie van talent onderzoeken om te zien welke waarden in een dergelijk begrip verstopt zitten, hoe het functioneert en voor welke agenda's het wordt ingezet. Naast deze vorm van reflectie, ontwikkelt het instituut ook nieuwe manieren en opdrachten om ontwerpers te betrekken bij het programma. Vanuit welke waarden en opvattingen doet het instituut dit? In dit interview zijn onderzoeker Klaas Kuitenbrouwer, director of Research Marina Otero Vezier, hoofd Agentschap Francien van Westrenen en art director Maureen Mooren aan het woord.
'We willen de notie van talent onderzoeken, om te analyseren welke waarden in een dergelijk begrip verstopt zitten, hoe het functioneert, voor welke agenda's het wordt ingezet,' vertelt Klaas Kuitenbrouwer, researcher bij Het Nieuwe Instituut. 'Die ondervragende rol hoort bij de plek die Het Nieuwe Instituut in het cultuurbestel heeft ingenomen. Het Nieuwe Instituut wil, als grote instelling waarbinnen de disciplines architectuur, design en digitale cultuur samenkomen, een laboratorium voor samenlevingsvormen en actie zijn.'
Als culturele instelling opereert Het Nieuwe Instituut zowel nationaal als internationaal, benadrukt Marina Otero Vezier, director of Research in Het Nieuwe Instituut. 'Als instituut identificeren en ondersteunen we ideeën en praktijken die afwijken van gevestigde denkwijzen en die niet-uitbuitende vormen van samenleven mogelijk maken. Regelmatig betrekken we gevestigde namen bij ons programma, alsook meer zoekende en experimentele ideeën en praktijken. Tegelijkertijd hebben we de verantwoordelijkheid om lokaal opkomende ideeën en praktijken te ondersteunen en te promoten. We werken samen met professionals, maar ook met studenten en met mensen die niet eerder de gelegenheid kregen om hun projecten te ontwikkelen. Het verbinden van die werelden, het met elkaar in contact brengen en van elkaar leren, is fundamenteel voor Het Nieuwe Instituut. Maar we vragen ons ook af of een instelling als Het Nieuwe Instituut onafhankelijke praktijken kan erkennen, zonder ze onderdeel te maken van de kleine wereld die we paradoxaal genoeg mainstream noemen. We kijken kritisch naar onszelf en proberen de verleiding te weerstaan alleen op bekende paden, gedeelde talen en erkende trajecten te vertrouwen.'
Talent verhoudt zich altijd tot anderen
'Iedereen heeft kwaliteiten,' gaat Otero verder, 'die gecultiveerd en gestimuleerd kunnen worden.' Maar aan het begrip 'talent' zijn in de loop van de tijd ook problematische aspecten gaan kleven. Talent heeft zich ontwikkeld tot een product dat kan worden vermarkt en waaromheen een dynamiek is ontstaan die Het Nieuwe Instituut wil doorbreken. 'Iemand wordt als talent erkend als de kwaliteiten en vaardigheden van deze persoon door bepaalde mensen en instellingen worden gewaardeerd en bevestigd. Schoolresultaten, prijzen, beurzen en referenties van mensen met een zeker gezag: talent bestaat uit een verzameling aanbevelingen die rond iemand wordt opgebouwd, en die toegang geeft tot bepaalde posities en projecten. Het betekent ook dat mensen die buiten deze validatiestructuur vallen, bepaalde kansen niet krijgen.'
'Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat wij talentvolle mensen waarderen, zonder uit te gaan van conventionele ideeën van excellentie en systemen van culturele hegemonie? Dat is een vraag die wij ons bij Het Nieuwe Instituut willen stellen.'
Talent wordt vaak op een specifieke manier ingezet, zegt ook Kuitenbrouwer. 'Als een naam waar je een programma aan kunt ophangen, of een brand dat als vehikel voor promotionele activiteiten functioneert. Daarnaast is het begrip talent nauw verbonden met bepaalde opvattingen over kunstenaarschap en auteurschap. Het individuele genie dat geweldige dingen schept. Maar talent verhoudt zich altijd tot anderen en is op geen enkele manier een vaststaande eigenschap: je hebt commercieel talent, sociaal, politiek, visueel, emotioneel talent. Als talent wordt gepresenteerd, zie je het resultaat van een selectie, maar de criteria en agenda's die zijn gehanteerd om tot die selectie te komen blijven meestal onzichtbaar. Talent heeft een succesvolle context nodig, waarin mensen effectief en radicaal kunnen zijn. Aan al die vaak onbenoemde facetten willen wij aandacht besteden.'
Het Nieuwe Instituut wil dus voorbij de lijstjes met beloftevolle, jonge ontwerpers kijken. 'Het gevaar van het produceren van lijstjes, is dat iedereen hijgerig achter het nieuwste talent aanloopt,' meent Francien van Westrenen, hoofd Agentschap van Het Nieuwe Instituut. 'Lijstjes geven de suggestie van overzicht en volledigheid, maar zijn altijd subjectief, moment gebonden en per definitie onvolledig. Ze belichten altijd maar een deel van de groep, waarbij een mogelijk net zo interessante groep dreigt te worden vergeten. 'Het is belangrijk om te onderzoeken met welk doel bepaalde ontwerpers naar voren worden geschoven en door wie, langs welke lat hun talent wordt gelegd, aan welke criteria hun werk moet voldoen en aan welke vraagstukken zij met hun kwaliteiten een bijdrage kunnen leveren. Het is heel waardevol om als instituut jonge mensen een kans te geven, hen het experiment te laten aangaan en hun werk te tonen. Je biedt hen een springplank om een praktijk op te kunnen bouwen. Het Nieuwe Instituut presenteert daartoe ook de New Material Award en de Prix de Rome Architectuur. Maar talent is niet voorbehouden aan pas afgestudeerden, evenmin de behoefte aan experiment.'
Ruimte voor talentontwikkeling bij Het Nieuwe Instituut
Over het begrip talent wordt door Het Nieuwe Instituut niet alleen gereflecteerd. Talentontwikkeling wordt ook heel praktisch opgevat door ontwerpers, makers en denkers op allerlei manieren direct te betrekken bij de uitvoering en ontwikkeling van het programma, door opdrachten voor grafisch ontwerp, ruimtelijk ontwerp, het samenstellen van tentoonstellingen of andere activiteiten te geven.
Vanaf de start in 2013 is Maureen Mooren als art director verantwoordelijk voor de kwaliteit van het grafisch ontwerp van de verschillende communicatiemiddelen en later ook de ruimtelijke vormgeving van de tentoonstellingen en presentaties van Het Nieuwe Instituut. 'We zijn begonnen om, als instituut dat de verschillende ontwerpdisciplines representeert, de waarde van ontwerp zichtbaar te maken met inzet van de middelen die we zelf produceren. We kozen niet voor één vaste ontwerper, maar ontwikkelden een identiteit waarbij we voor ieder project een andere ontwerper in kunnen zetten. We begonnen bij het grafische ontwerp, maar hebben deze aanpak langzaam uitgebreid naar het ruimtelijk ontwerp van de tentoonstellingen en presentaties. Het is een manier om als culturele instelling voor de ontwerpende disciplines heel veel verschillende ontwerpers een opdracht te geven en daarmee zichtbaarheid te verlenen.'
'Het instituut geeft hiermee een heel helder signaal: dit zijn de ontwerpers waarmee wij werken, die wij een podium willen bieden,' meent Van Westrenen. Het opdrachtenbeleid van Het Nieuwe Instituut is volgens haar voorbeeld stellend als middel om talentontwikkeling te stimuleren.
'Wij zoeken daarin het experiment expliciet op door bijvoorbeeld voor de tentoonstellingen te werken met ontwerpers die niet eerder een tentoonstelling ontwierpen. Dat vraagt om een groot vertrouwen in de kwaliteiten van de ontwerper, om een verantwoordelijkheid voor ons als opdrachtgever en om de bereidheid het risico van het niet-slagen aan te gaan en te aanvaarden.'
Over de vraag wat talent is hoeft Mooren niet lang na te denken: 'Dat gaat over kwaliteit, dat je ergens heel goed in bent, dat je heel specifiek en vernieuwend werkt, of misschien juist wel behoudend, maar dat dan heel goed doet.' Leeftijd maakt daarbij niet zoveel uit. 'Ik denk dat het in Nederland relatief makkelijk is om een carrière te starten. Er is altijd ruimte voor jong talent en een grote nieuwsgierigheid naar nieuwe namen. Om het vervolgens vol te houden is veel ingewikkelder. Terwijl ik sommige ontwerpers pas op latere leeftijd helemaal tot hun recht zie komen.' Volgens Mooren heeft Het Nieuwe Instituut daarin ook een verantwoordelijkheid. 'Er zijn hele goede ontwerpers en kunstenaars waarvan het talent eerst niet werd herkend, die niet werden aangenomen bij bepaalde kunstacademies. Sommige mensen bloeien later.'
Misschien moeten we het begrip 'talent' wel laten vallen, oppert Van Westrenen. 'Volgens mij gaat het veel meer over het stimuleren en ontwikkelen van mensen, van makers. Ik vind het heel bijzonder hoe Pascale Gatzen aan Artez in Arnhem de modemaster heeft opgezet. Zij creëert daar een gelijkwaardigheid met nadruk op collectief werken. Zij blijft helemaal weg van het moeten excelleren als individueel ontwerper.'
Een nieuwe definitie van succes
Die zoektocht naar een andere invulling van talentontwikkeling wordt ook door Otero bepleit. 'Het begrip talent is nauw verbonden met het individu. Maar in het licht van de urgente vraagstukken die voor ons liggen, moeten we ons veel meer richten op vormen van samenwerking. Dan worden kwaliteiten als zorg en solidariteit bijvoorbeeld belangrijker. Bij Het Nieuwe Instituut zijn we niet geïnteresseerd in de volgende stararchitect of -ontwerper, maar zoeken naar nieuwe vormen van collectieve en trans-disciplinaire praktijken, met ruimte voor andere vormen van expertise en kennis, die bijvoorbeeld bij de constructie van de stad kunnen worden ingezet.'
'We hebben een nieuwe definitie van succes nodig. Aan het begrip talent kleeft de verwachting dat deze persoon succesvol zal zijn. Maar hoe meten we succes? Gaat het daarbij om roem, of om geld verdienen? Wat zijn de waarden die vandaag de dag werkelijk noodzakelijk zijn? Zijn er andere vormen van sensibiliteit te bedenken, die we nodig hebben voor een wereld die niet discrimineert en niet op uitbuiting is gericht? Praktijken die niet alleen ons mensen, met onze individuele behoeften, centraal stellen, maar die de noden van andere levende wezens en van het milieu net zo zwaar laten wegen.'
Tegelijkertijd vormen talent en succes ook een representatie van de liefde en erkenning die we ontvangen van het veld waarin we ons bewegen, erkent Otero. 'Welke structuren van zorg of erkenning, waarin het niet noodzakelijkerwijs gaat over roem of geld verdienen, zouden wij kunnen ontwikkelen of kennen wij al?
'Het Nieuwe Instituut is geïnteresseerd in mensen die traditionele patronen doorbreken en alternatieve praktijken ontwikkelen. Door die ogen en stemmen en door die collectieve inspanning kunnen we vooruit komen. We hebben behoefte aan mensen die ons inspireren - in die zin zijn talenten zeer waardevol.'
In het licht van de enorme, maatschappelijke vraagstukken die om aandacht vragen, zoals klimaatverandering, vervuiling en radicale politieke ontwikkelingen, zijn talentvolle mensen heel hard nodig, vindt ook Kuitenbrouwer. 'We hebben mensen nodig die iets kunnen, die kritisch en moedig zijn, die weten hoe ze anderen mee kunnen nemen in nieuwe ontwikkelingen. Het is alleen de vraag of individueel talent wel toereikend is om adequaat te kunnen reageren. Collectieve inspanningen en alliantievorming zijn van belang om politiek te kunnen opereren en vasthoudend te kunnen inzetten op echt radicale koersen.'
Daarom wil Het Nieuwe Instituut op een andere manier over talent nadenken. 'Ik denk dat de notie talent in de zin van auteurschap op verschillende, interessante manieren verbreed kan worden. Hoe verhoudt talent zich tot de inzet van nieuwe technieken en tot de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie? Welk auteurschap kunnen niet-menselijke entiteiten ontwikkelen? De vormentaal van de zogenaamde Liquid Architecture is net zo goed het gevolg van ontwikkelingen in software als een signatuur van architecten die de gebouwen ontwierpen. Bij vroege toepassingen van een nieuwe techniek, als de wijze van receptie van die nieuwe vorm nog niet vastligt, speelt het auteurschap van techniek een dominante rol,' aldus Kuitenbrouwer.
Op zoek naar onverwachte talenten
Sinds 2016 schrijft Het Nieuwe Instituut ieder jaar een open call uit voor een fellowshipprogramma. Uit de inzendingen selecteert een internationale jury drie tot vier fellows, die de ruimte krijgen om gedurende een half jaar onderzoek te doen op het gebied van architectuur, design en digitale cultuur. 'We besloten inschrijvers niet om een cv en aanbevelingen te vragen, omdat we niet zozeer geïnteresseerd waren in wat de deelnemers in het verleden hadden bereikt. Als je je daar op richt mis je misschien het talent dat nog geen grote resultaten heeft geboekt, maar wel een fascinerend plan heeft voor een onderzoek dat onze blik op de wereld of in ieder geval die van architectuur, design en digitale cultuur voorgoed zal veranderen. We vroegen de inschrijvers om zichzelf en hun project op hun eigen wijze te beschrijven. We zoeken steeds naar manieren om het instituut open te stellen voor onverwachte deelnemers en perspectieven, die de instelling zullen uitdagen en voor altijd transformeren.'
Het fellowshipprogramma krijgt jaarlijks een thema mee, waarmee een vraagstuk aan de orde wordt gesteld. 'Deze moet relevant zijn en zo open mogelijk worden geformuleerd, zodat zoveel mogelijk verschillende stemmen zich er op verschillende manieren toe kunnen verhouden en op kunnen reageren,' legt Otero uit.
'Het fellowship kent geen leeftijdsgrens en beperkt zich niet tot een nationaliteit. De fellows bestaan uit studenten, pas afgestudeerden en ervaren ontwerpers en onderzoekers die de behoefte hebben om een bepaald project te ontwikkelen of in hun carrière een ander pad in te slaan.'
'Het fellowship verleent vooral ruimte en tijd om te experimenteren en te reflecteren. Na afloop van deze studieperiode van zes maanden, zoeken we samen met de fellows naar mogelijkheden om verder te werken aan hun project en het op andere plekken voor ander publiek openbaar te maken.' Het Nieuwe Instituut zet daarvoor zijn uitgebreide netwerk in, zowel nationaal als internationaal.
Zo bevatte de presentatie WORK, BODY, LEISURE in het Nederlands paviljoen tijdens de architectuurbiënnale van Venetië het werk van twee voormalige fellows: Simone Niquille en Noam Toran. De 2018 fellows: Nathalie Dixon, Malique Mohamud en Elisa Giuliano, organiseerde het openingsprogramma van Het Nieuwe Instituut in Venetië. En in de Nederlandse bijdrage aan de Triennale di Milano 2019 was werk van voormalig fellow Ramon Amaro opgenomen. 'In de uitwisseling tussen de interesses van de fellows en de mogelijkheden die het instituut te bieden heeft, ontwikkelt zich een gesprek dat uiteindelijk zowel het instituut als de onderzoekers doet veranderen,' vat Otero de samenwerking samen.
Interview: Lotte Haagsma