Ontwerpplatform
Herman Verkerk
Herman Verkerk was als art director verantwoordelijk voor het overkoepelende concept van de inrichting van het Tijdelijk Modemuseum (2015).
Tijdelijk Modemuseum
In het Tijdelijk Modemuseum werd de mode vanuit een sociaal-cultureel perspectief bekeken. Een blik die, vertelt Herman Verkerk, de Nederlandse omgang met mode reflecteert. Die omgang kwam in het modemuseum speciaal tot uitdrukking in de tentoonstelling Een Speculatieve Geschiedenis van de Nederlandse Mode. 'Het Tijdelijk Modemuseum was een propositie, een denken over wat een modemuseum - een instituut dat in Nederland nog niet bestaat - zou kunnen zijn. Het museummodel werd hierbij afgezet tegen dat van de modewereld. Mode wordt normaal gesproken in een retail-omgeving gepresenteerd, waarin associaties met luxe, schoonheid en verleiding worden oproepen. Er gaat veel geld om in de mode, terwijl daar in een museum altijd gebrek aan is. Van dat verschil was het Tijdelijk Modemuseum een sociaal-culturele vertaling, waarbij de beeldtaal van de retail als een spiegel voor het museum werd ingezet.'
Bij de totstandkoming van het project waren verschillende ontwerpdisciplines betrokken. Zelf nam Verkerk als architect de rol van art director op zich. 'Ik stippelde door het gebouw een route uit, waarbinnen steeds andere ontwerpers een onderdeel vorm gaven. Dat maakte de opgave zo interessant: het vormgeven van al die verschillende functies en onderdelen die samen een modemuseum maken.' Interactie was een belangrijk kenmerk van het Tijdelijk Modemuseum, benadrukt hij. 'Die ervaring begon bij de entree, waar de bezoeker werd ontvangen met een speciaal ontworpen parfum. Als een antichambre van het museum. Het parfum als efemeer symbool van de vluchtigheid van de mode. Vervolgens was de ontvangst van jassen in de garderobe als een ritueel vormgegeven.
De foyer bood, als in een winkelstraat, een caleidoscoop aan ervaringen voor de gebruiker van mode. De bezoeker kon er schoenen passen in de Pumporama, kleding maken in de Haberdashery en op de hoogte blijven van de actualiteit bij de The Now, een etalage van de tien meest gepubliceerde kledingstukken van dat moment.' De collecties in de grote zaal van het modemuseum konden aangeraakt en deels zelfs gepast en gekocht worden.
Op de tweede verdieping bestond _Hacked by Van Slobbe en Van Benthum uit een mengvorm van tentoonstelling en winkel. 'De presentatie was een analyse van het systeem van de mode: van grondstof en ontwerp tot het verkoopbare product. Alle aspecten werden getoond: de overschotten van de fast fashion, de productiemethodes, de totstandkoming van de kledingstukken in de tentoonstelling en de ontwikkeling van de campagne waarmee het merk Hacked by in de markt werd gezet. De kleding kon ter plekke worden gepast en aangeschaft.'
Tijdelijk Modemuseum was een 1:1 model van een museum. Het Nieuwe Instituut presenteerde zich in zijn geheel tijdelijk als een modemuseum. Het ontwerp moest op een logische en organische manier kunnen worden gelezen, benadrukt Verkerk. De vormgeving en gebruikte materialen waren daarom eenvoudig gehouden. 'Ik ontwerp vaak tentoonstellingen die onaf en geïmproviseerd lijken. Als een propositie, een voorstel aan de bezoeker om het verhaal in te vullen en verder te brengen. Het ontwerp van het Tijdelijk Modemuseum moest zoveel mogelijk samenvallen met zijn context. Het samenstellen, ontwerpen en maken van de verschillende tentoonstellingen vond grotendeels gelijktijdig plaats. 'Dat maakte het heel intensief en interessant. Ik heb het als een organisch proces ervaren: transformatie was een essentieel onderdeel van het voorstel voor een modemuseum.'
Herman Verkerk
Herman Verkerk studeerde architectuur aan de TU Delft en ETH Zürich. In 1993 richtte hij EventArchitectuur op, een ontwerpbureau voor 'time and experience based' architectuur met projecten variërend van een tijdelijk kunstmuseum, een reeks landschapsparken tot winkelinterieurs, tijdelijke tentoonstellingen en installaties over hedendaagse cultuur voor culturele instellingen in binnen- en buitenland. Verkerk doceerde vormgeving, tentoonstellingsontwerp en architectuur aan de Design Academy Eindhoven, Hochschule Düsseldorf, TU Delft en Sandberg Instituut Amsterdam. Samen met architect Rianne Makkink was hij medeoprichter van Sloom.org, een organisatie die opereert in langzame groeiprocessen. Momenteel is hij hoofd van de afdeling interieurarchitectuur en meubelontwerp (IA&FD) aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij stelde een boek samen over het tijdelijke in de architectuur en vijfentwintig jaar EventArchitectuur getiteld EVENTS: Situating the Temporary, dat in 2017 bij Birkhauser Verlag verscheen.