Agentschap
Dalang Fever 3. Data voor Controle of Empowerment?
Het Nieuwe Instituut en het International New Town Institute (INTI) bundelden hun krachten voor het participatieve onderzoeksproject Dalang Fever 3: How Data Can Empower a Migrant Society. Het project had als doel de wensen en behoeften van de arbeidsmigranten in Dalang, een snel transformerend gebied aan de rand van Shenzhen, beter te begrijpen.
Dalang Fever 3 combineerde de uitgebreide werkervaring van INTI in Dalang met de opgedane kennis over data en de smart society in het DATAstudio programma van Het Nieuwe Instituut. Dalang Fever 3 is samengesteld door Linda Vlassenrood en bestond uit onderzoek, een tentoonstelling op de Shenzhen Biennale of Urbanism/Architecture in 2019 en een workshop. Hier beschrijft zij de uitkomsten en gevoeligheden van het project.
Eyes of the City
De impact van dataficatie op onze samenleving en dagelijkse omgeving is alomtegenwoordig. Wereldwijd willen steden 'smart' worden, waarbij ze data gebruiken om zichzelf schoner, veiliger en efficiënter te maken. Daartoe worden - vooral door commerciële bedrijven in opdracht van lokale overheden - digitale hulpmiddelen ingezet die gegevens verwerken, maar ook in toenemende mate genereren. Zowel gemeentelijke ambtenaren als bedrijven verzamelen en analyseren deze data in hun zoektocht naar oplossingen voor allerlei (maatschappelijke) problemen. Het op grote schaal verzamelen van data biedt tal van nieuwe inzichten en mogelijkheden, maar het vormt tegelijkertijd de grootst mogelijke bedreiging voor de democratische rechtsorde en de wijze waarop de relatie tussen overheden, private partijen en burgers wordt georganiseerd. Sommige regeringen gebruiken big data namelijk ook om bewoners te controleren of zelfs te onderdrukken, terwijl veel technische bedrijven veel geld verdienen door hun data aan derden te verkopen. De kansen en bedreigingen die dit voor het stedelijk leven met zich meebrengt worden echter nog steeds onvoldoende herkend door ontwerpdisciplines zoals architectuur en stedenbouw.
De 2019 Shenzhen Biennale of Urbanism/Architecture, met als thema _Urban Interactions_, verkende de veranderende relatie tussen de stedelijke ruimte en technologische innovatie vanuit verschillende perspectieven. Dalang Fever 3 maakte deel uit van de tentoonstelling _Eyes of the City_ die op 21 december opende, waarin de curatoren zich afvroegen hoe digitale technologieën het stedelijk leven beïnvloeden.
Wat betekent het voor stedenbouwkundigen, architecten, burgers en beleidsmakers wanneer een groeiend aantal sensoren, gezichtsherkenningscamera's, kunstmatige intelligentie en deep learning de architectuur in staat stelt te 'zien'?
Dalang Fever 3 is vooral een antwoord op de vijfde onderzoeksvraag van de open oproep door het curatorenteam van Eyes of the City: hoe kunnen ontwerpers en burgers de kracht van real-time data op nieuwe manieren benutten, met name om vanuit de architectuur beter op de behoeften van mensen te kunnen reageren? De behoeften van mensen staan echter zelden centraal in het verzamelen van data. Dalang Fever 3 voegt daarom een nog belangrijkere vraag toe aan het discours: hoe kunnen we het verzamelen van gegevens over de behoeften en wensen van de burgers daadwerkelijk als uitgangspunt nemen? Een slimmere samenleving begint namelijk bij het beter verzamelen en begrijpen van de vragen en behoeften die relevant zijn voor die samenleving, bij het centraal stellen van de burgers in plaats van de technologie.Het was een van de belangrijkste conclusies uit het programma van de DATAstudio (2015-2017). Het programma was een samenwerking tussen Het Nieuwe Instituut en de gemeente Eindhoven. In de DATAstudio stond de vraag centraal hoe je in plaats van een slimme stad, een slimme samenleving kunt worden. Oftewel: wat hebben burgers en buurten aan data en technologie? De DATAstudio organiseerde uiteenlopende activiteiten waaronder workshops, lezingen, educatieve programma's en een Embassy of Data. Daarbij ging het steeds om verzamelde data te begrijpen of aan te vullen. We vroegen hardop wat we ermee moesten, met die gegevens en technologische mogelijkheden. En we keken naar wat we ermee konden, om samen tot een fijnere buurt te komen. Zie ook: https://destaatvaneindhoven.hetnieuweinstituut.nl/. De Britse architect Cedric Price zei ooit terecht: 'Technologie is het antwoord, maar wat was de vraag?' Technologie mag inderdaad geen doel op zich zijn, maar moet in plaats daarvan gebruikt worden om specifieke, lokale problemen in de samenleving op te lossen.
De centrale regering van China werkt hard om van Shenzhen haar belangrijkste technologie- en innovatiecentrum te maken. Inderdaad, de stad heeft een groot aantal wereldwijd succesvolle start-ups zoals Tencent, een beroemde 'maker' scene, en een cultuur die bekend staat om het ontwikkelen en snel kunnen produceren van hardware. Shenzhen is een stad die al decennialang opvalt vanwege haar snelle ontwikkeling en uitzonderlijke positie in de Chinese economie. De dagelijkse realiteit in Shenzhen is echter weerbarstig. In de afgelopen 40 jaar is het aantal inwoners gegroeid van ongeveer 300.000 - binnen de huidige grenzen van Shenzhen - tot een onofficiële schatting van tussen de 15 en 20 miljoen mensen. Volgens het statistisch jaarboek uit 2017 telde Shenzhen begin dat jaar 11,9 miljoen permanente inwoners. Hiervan stonden er slechts 3,8 miljoen met een Shenzhen hukou geregistreerd_._China introduceerde de hukou-huishoudelijke registratie in de jaren vijftig. Het verdeelt en scheidt de bevolking in stedelijke en plattelandsbewoners. Mensen die op het platteland geregistreerd staan, maar in de stad wonen en werken, kunnen niet gebruik maken van dezelfde medische voorzieningen en gratis onderwijs voor hun kinderen, als mensen die officieel geregistreerd staan als stadsbewoners. Het betekent dat meer dan 8 miljoen permanente inwoners niet geregistreerd stondenZie: https://www.china-briefing.com/news/chinas-hukou-system-benefits-and-application-process-in-shenzhen/, gedownload op 29 juli 2020. en dat dit aantal in werkelijkheid dus nog veel hoger lag.
Het is duidelijk dat de meerderheid van deze ongeregistreerde groep niet deelneemt aan het 'smart city' leven van efficiëntie en toegankelijkheid: de meesten leven onder de radar in extreem dichtbevolkte urban villages (informele enclaves van dicht naast elkaar gebouwde woontorens), met weinig toegang tot on- en offline-netwerken.
De huidige Covid-19 pandemie heeft de situatie van deze kwetsbare groep nog uitdagender gemaakt.Zie: https://www.piie.com/blogs/china-economic-watch/chinas-migrant-workers-need-help-economic-downturn, gedownload op 29 juli 2020.
Het onderzoek van Dalang Fever 3 richtte zich op Dalang om beter vat te krijgen op de maatschappelijke behoeften binnen deze lokale gemeenschap en om verdere stappen voor te stellen om de leefomstandigheden en de stedelijke omgeving te verbeteren. We wilden onderzoeken hoe data over de behoeften van migranten konden worden geïntegreerd in de voortdurende transformatie van het gebied. Wat zijn hun problemen, ambities en wensen? Hoe moeten we deze gegevens verzamelen en toegankelijk maken? Welke ruimtelijke, organisatorische en digitale transities moeten we vervolgens in gang zetten?
Dalang
Dalang is een snel veranderend gebied in het achterland van Shenzhen met diverse sociale problemen en weinig stadsplanning. Dalang maakt sinds 2012 deel uit van het internationale onderzoeks- en uitwisselingsprogramma van INTI in Shenzhen. In 2013 en 2015 leverde INTI een bijdrage aan de Shenzhen Biennale of Urbanism/Architecture met het evenement Da Lang Fever en de tentoonstelling Da Lang Fever 2.0. Da Lang Fever staat voor het potentieel van een zeer levendige zelforganiserende migrantenmaatschappij in Dalang; zowel het evenement als de tentoonstelling toonde het empowerende karakter van bottom-up activiteiten voor arbeidsmigranten en werden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de overheid van Dalang.Zie: http://www.newtowninstitute.org/spip.php?article1074.
In Dalang ontbreekt een systematische en geïntegreerde planningsaanpak om sociale en stedelijke ontwikkelingsproblemen het hoofd te bieden. Het is vooral een verzameling van dicht opeengepakte urban villages en fabriekscomplexen. Dalang is moeilijk te bereiken, heeft weinig openbare voorzieningen en beschikt nauwelijks over groene en openbare ruimten. In Dalang wonen ongeveer 574.375 mensen, waarvan er slechts 39.563 lokaal geregistreerd staan met een Shenzhen hukou.Statistieken zijn afkomstig van de Dalang overheid, 14 oktober 2019. 534.812 burgers behoren tot de zogenaamde floating population, terwijl 336.615 mensen langer dan zes maanden in Dalang wonen. In Shenzhen hebben urban villages zoals Dalang altijd gefungeerd als zogenaamde arrival cities voor migranten. Het zijn plekken waar burgers zich kunnen ontwikkelen, ook al veranderen zowel de bevolking als de economische realiteit voortdurend.
Jonge arbeidsmigranten komen uit het hele land naar Dalang en zijn vol ambitie, maar ze hebben ook problemen om zich aan te passen aan het leven in de stad en de grote werkdruk.
Er zijn nauwelijks gegevens beschikbaar - met uitzondering van ontoegankelijke gebruikersgegevens van mobiele telefoons en sociale-mediaplatforms zoals WeChat of Sina Weibo - over de bewoners en activiteiten in dit afgelegen en daardoor vaak over het hoofd geziene deel van de stad. Het betekent dat data ontbreekt over het aantal mensen dat in het gebied woont en werkt, de duur en reden van hun verblijf, leeftijd, geslacht, inkomen, opleidingsniveau, herkomst, commerciële activiteiten of banen. Bovendien ontbreken gedetailleerde kwalitatieve gegevens over hun levensloop, sociale kwesties, levensomstandigheden, problemen of behoeften, laat staan dat er iets bekend is over subjectieve informatie zoals hun ambities, wensen of ideeën voor een beter leven en een betere toekomst.
Het verzamelen van data
Het Nieuwe Instituut en INTI werkten samen met het bureau _Shanzhai City_ uit Hong Kong om zelfstandig kwantitatieve en kwalitatieve data in Dalang te verzamelen. Het onderzoeksteam verzamelde structurele en semi-structurele gegevens van mensen die wonen en werken in het onderzoeksgebied dat bestond uit de gemeenschappen Xinshi, Dalang, Langkou en Tongsheng. Hier woonden in totaal ongeveer 400.424 mensen, waarvan er 13.774 zijn geregistreerd. Het onderzoek vond plaats van september tot november 2019 en richtte zich op verschillende informatielagen. De onderzoekers interviewden eerst 15 bewoners over hun saamhorigheidsgevoel, identiteit, sociale behoeften, de omgeving, het vervoer, de woonlasten en de openbare ruimte van Dalang. Op basis van hun verhalen werd een online vragenlijst samengesteld. Vervolgens stuurde Shanzhai City vier medewerkers op pad die 350 respondenten benaderden om de vragenlijst online in te vullen. Dalang Fever 3 ging niet over het gebruik van de nieuwste technologieën. Immers, het primaire doel was om de vaak ongehoorde gemeenschappen uit de urban villages zo goed mogelijk te betrekken. Kortom, de bewoners in Dalang werden uitgenodigd om anoniem hun persoonlijke verhalen te delen; hun bevindingen over hun buurt te delen door middel van foto's en korte verklaringen; hun geslacht, leeftijd, plaats van herkomst, opleidingsniveau, burgerlijke staat, verblijfsduur, inkomen, commerciële activiteiten en banen te beschrijven; en over hun gevoel van saamhorigheid en algemeen welzijn in Dalang te vertellen.
In de lange interviews kwamen, niet verrassend, vooral urgente sociale en stedelijke kwesties naar voren. Het blijkt dat veel mensen het financieel moeilijk hebben door voortdurende en willekeurige huurverhogingen, hoge schoolkosten en dagelijkse kosten.
Een andere opvallende zorg werd geuit door vrouwelijke werknemers die in de veertig zijn en zich zorgen maken over het leven na hun pensionering op vijftigjarige leeftijd.
Het leven in Dalang is duur en ze hebben geen, of weinig pensioen omdat arbeidsmigranten in het algemeen niet gedekt zijn door het stedelijke pensioenstelsel.Arbeidsmigranten afkomstig van het platteland kunnen deelnemen aan het stedelijk pensioenstelsel, maar dat is niet verplicht. Het lijkt erop dat zowel de werkgevers als de arbeidsmigranten terughoudend zijn om mee te doen vanwege de hogere arbeidskosten en dat arbeidsmigranten meer geïnteresseerd zijn in het directe loon dan in het pensioen. Bovendien wisselen arbeidsmigranten vaak van woonplaats en van werkgever, wat het voor hen moeilijker maakt om toe te treden. Zie: https://www.pensionfundsonline.co.uk/content/country-profiles/china/105, gedownload op 2 oktober 2020. Ze vragen zich af of het voor hen mogelijk is om nieuwe vaardigheden te leren en een andere baan te vinden, zodat ze in Dalang kunnen blijven en niet terug hoeven te keren naar het platteland. Bovendien lijken alle ouders zich zorgen te maken over de stijgende kosten van het onderwijs. Ze willen hun kinderen niet terugsturen naar hun geboorteplaats omdat ze dan van hen worden gescheiden. Tot slot werden een gebrek aan openbare ruimte, parkeergelegenheid en plekken om te schuilen voor de regen of de zon, de slechte waterkwaliteit, beperkt openbaar vervoer en doorlopende wegwerkzaamheden vaak aangekaart als problematische kwesties van de huidige stedelijke omgeving.
De online vragenlijst maakte het mogelijk om de hoeveelheid verzamelde kwalitatieve en kwantitatieve data op te schalen, maar ook om aannames uit eerder onderzoek over Dalang te verifiëren. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de relatief jonge leeftijd van de arbeidsmigranten: 206 van de 350 respondenten waren 18 tot 35 jaar oud. Bovendien waren deze jonge respondenten gemiddeld hoger opgeleid dan de 122 respondenten die tussen 36 en 55 jaar oud waren. De jongere groep verdiende meestal meer, behalve als de banen gerelateerd waren aan hogere functies die meer ervaring vereisten. Ook werd duidelijk dat 250 respondenten alleen een opleiding op middelbare schoolniveau hadden afgerond. De meeste respondenten werkten als laaggeplaatste werknemers, gevolgd door onderzoekers, technici, contractwerkers of afdelingsmanagers in de elektronica-, service-, automobiel- en consumentengoederenindustrie. 266 respondenten verdienden tussen 3.000 en 8.000 yuan, wat neerkomt op zo'n ¬364 tot ¬973 per maand.
Verbazingwekkend genoeg woonden slechts 58 respondenten langer dan tien jaar in Dalang, terwijl 270 respondenten niet van plan waren langer dan vijf jaar te blijven of niet wisten hoe lang ze zouden blijven. De top vijf redenen om Dalang te verlaten bleken verandering van baan, hoge kosten van levensonderhoud en financiële druk, scholing voor kinderen, geen toegang tot betaalbare huisvesting en het gebrek aan pensioenzekerheid. De vijf dingen waar de respondenten zich het meest zorgen over maakten in hun persoonlijke leven waren verhoging van het inkomen, verbetering van de levensomstandigheden, loopbaanontwikkeling, het leren van meer vaardigheden en de opleiding van hun kinderen. De vijf dingen waar de respondenten zich het meest zorgen over maakten in verband met Dalang waren onderwijs, het gebrek aan betaalbare huisvesting, een slechte stedelijke omgeving, onhandig vervoer en gezondheidszorg.
Fundamentele vragen
Door het combineren van de verschillende data konden meer diepgaande conclusies worden getrokken die leidden tot zes fundamentele vragen die deel uitmaakten van de tentoonstelling en de daaropvolgende workshop.
Workshop
Een samenvatting van het onderzoek werd getoond in een installatie in de tentoonstelling Eyes of the City, die door de uitbraak van Covid-19 vervroegd moest sluiten. Een multidisciplinair ontwerpteam uit zowel Nederland als China kwam in juni 2020 tijdens een vierdaagse online workshop bijeen om de onderzoeksmethode te herzien, de verzamelde gegevens te analyseren en verbeteringen voor Dalang voor te stellen.De Nederlandse en Chinese deelnemers: Marthijn Pool (architect en medeoprichter Space&Matter), Harm van Beek (industrieel ontwerper en medeoprichter The Incredible Machine), Sabine Niederer (hoogleraar Visuele Methoden aan de Hogeschool van Amsterdam), Ester van de Wiel (ontwerper, onderzoeker en curator openbare ruimte), Linda Vlassenrood (curator Dalang Fever 3), Tat Lam (architect en oprichter Shanzhai City), Yijing Xu (community curator, architect en oprichter Sans Practice), Alvin Yip (ontwerper, curator, sociaal ondernemer en oprichter Circus Tram), Wendy Wu (stedelijk onderzoeker, curator bij architectenbureau Urbanus), Tim Lin (ontwerper, sociaal ondernemer bij Shanzhai City) en Chris Gee (digital solution architect bij Shanzhai City). Het doel was om erachter te komen hoe de behoeften van mensen kunnen worden geïntegreerd in de continue transformatie van het gebied. Welke ruimtelijke, organisatorische en digitale transities moeten dan worden geïnitieerd?
De Chinese en Nederlandse deelnemers keken naar de belangrijkste zorgen die arbeidsmigranten zelf aan de orde hadden gesteld. Hieruit begrepen ze dat ze over het algemeen moeite hebben om een gevoel van saamhorigheid te vinden, het moeilijk vinden zich aan te passen aan het leven in de stad en de werkdruk, moeite hebben om financieel te overleven en geen duidelijke documentatie van hun prestaties kunnen accumuleren, terwijl de dynamiek van de stad vraagt om wendbaarheid - zowel persoonlijk als professioneel - om een toekomst veilig te stellen. Tegelijkertijd hebben urban villages altijd gefunctioneerd als aankomststeden en als een emancipatiemachine. De Nederlandse deelnemers vroegen zich af of het mogelijk is om in deze migrantenwijken ook een gevoel van saamhorigheid 'aan te wakkeren'. Een gevoel van saamhorigheid dat breder wordt gedefinieerd dan door het hebben van een woning en/of een lokale hukou, zoals de meeste respondenten hebben aangegeven.
Zou een gevoel van saamhorigheid niet ook tot stand kunnen komen door zinvolle relaties met anderen en de leefomgeving op te bouwen?
Hierdoor zou uiteindelijk een groter verantwoordelijkheidsgevoel kunnen ontstaan evenals meer ondernemingszin en eigenaarschap in brede zin. Het hele team wilde fysieke en digitale interventies bedenken die zouden kunnen werken voor alle urban villages, maar vooral voor mensen van alle leeftijden die door hun inkomen moeite hebben om financieel te overleven in de stad.
Aanpak
De Nederlandse deelnemers namen in de eerste plaats de onderzoeksmethode voor Dalang Fever 3 onder de loep en schetsten drie belangrijke stappen: ten eerste het verkrijgen van een diepgaand inzicht in het gebied; ten tweede het in kaart brengen van bestaande netwerken van mensen, NGO's en andere instellingen; en tenslotte het ontwerpen van zinvolle (micro-)interventies. Een diepgaand inzicht wordt verkregen door het verzamelen van 'thick data', wat bestaat uit officiële,Onder meer demografische samenstelling, luchtfoto's en officiële kaarten. online,Onder meer zoekmachineresultaten, sociale media-analyse en mediamonitoring. en participatieve en sociale onderzoeksgegevensOnder meer media- en technologieconsumptie onderzoek, interviews, enquêtes, observaties, datawandelingen en photovoice. over het gebied en hoe dat gebied wordt ervaren. Om dit laatste te verifiëren is het belangrijk om de gegevens te visualiseren en deze samen met bewoners en andere lokale stakeholders te bespreken en te annoteren. Interessante hulpmiddelen hiervoor zijn 'talking back to the map', waarbij lokale belanghebbenden kaarten interpreteren en toelichtenIn het project Naturpradi Paris van Médialab Science Po hebben lokale belanghebbenden het social media-onderzoek naar groene ruimten en 'revegetatie' in Parijs geannoteerd, zie: https://medialab.sciencespo.fr/en/activities/naturpradi/, gedownload op 21 augustus 2020., maar ook visuele participatieve onderzoeksmethoden zoals 'photovoice' (deelnemers worden uitgenodigd om momenten of plekken te fotograferen die hun zorgen weergeven) of 'soft mapping' waarbij subjectieve informatie op een kaart wordt weergegeven.
Stap twee omvat het identificeren van lokale hubs, verbinders, pioniers, evenementen, digitale hulpmiddelen, media en communicatiekanalen in de bestaande netwerken. Ook hiervoor geldt dat deze informatie moet worden gecontroleerd en aangepast in samenwerking met de inwoners en andere lokale stakeholders. Stap twee moet uiteindelijk leiden tot het formuleren van bruikbare inzichten om het ontwerpproces te stroomlijnen.
De laatste stap omvat het ontwerpen van zinvolle (micro-)interventies op locatie en online via bestaande en, indien nodig, nieuwe kanalen.
Dalang School of Life
We wilden onze kennis over de vraagstukken en de context van de urban villages vervolgens omzetten in zinvolle digitale en fysieke interventies die saamhorigheid zouden kunnen bevorderen. Hoewel stap twee - het in kaart brengen van bestaande netwerken - ontbrak in het onderzoek van Dalang Fever 3, was het concept van het opzetten van een School of Life (niet te verwarren met The School of Life, opgericht door de Britse filosoof en schrijver Alain de Botton) al snel geboren. De Dalang School of Life is bedoeld als een informeel on- en offline leernetwerk in de urban villages. Het wordt door de gemeenschap zelf gerund en heeft als doel onderling vaardigheden te delen en kennis uit te wisselen. De urban village is de campus van de Dalang School of Life en de inwoners zijn de studenten, docenten en agenten. De inwoners komen naar de stad om geld te verdienen, maar ook om zich te ontwikkelen door nieuwe vaardigheden te leren.
De Dalang School of Life stelt arbeidsmigranten niet alleen in staat om een alternatief curriculum vitae op te bouwen, maar ook om nieuwe mensen te ontmoeten, hun beperkte sociale netwerken uit te breiden, hun werkmogelijkheden te verbreden, hun communicatievaardigheden te verbeteren, zelfvertrouwen op te bouwen, hun omgeving te verbeteren en vooral ook plezier te hebben.
Het wordt verondersteld een aanvulling te zijn op alle andere formele systemen van empowerment - inclusief lokale NGO's - die door de overheid worden ondersteund, aangezien de Dalang School of Life door de arbeidsmigranten zelf wordt vormgegeven.
The Dalang School of Life. Film door Marit Geluk.
Hoe werkt het? Wanneer nieuwkomers in Dalang aankomen met al hun ambities, dromen, verschillende culturele achtergronden en vaardigheden, is het moeilijk voor hen om te weten wat ze kunnen verwachten van de lokale gemeenschap. Er is geen handleiding over hoe je er deel van uit kunt maken. Maar iedereen beschikt over tijd, kennis, vaardigheden en ideeën die van grote waarde zijn voor de gemeenschap als de bewoners eenmaal zijn aangesloten op het on- en offline leernetwerk. Kortom, iedereen sluit zich bij aankomst aan bij de Dalang School of Life en wordt uitgedaagd om kennis en vaardigheden te delen en op te doen.
Om de mogelijkheden van het netwerk te visualiseren en vorm te geven, werd inspiratie gevonden in twee diagrammen van de Britse antropoloog Tim Ingold, die een web van verstrengelde lijnen en een netwerk van verbonden punten laten zien.Tim Ingold, Being Alive: Essays on Movement, Knowledge and Description (Abingdon: Taylor & Francis, 2011). We projecteerden deze op de gemeenschap en stelden ons mogelijke ontmoetingen voor. We somden bovendien een grote variëteit aan zachte en harde kwaliteiten op, maar ook rollen die voor de uitwisseling van vaardigheden en kennis van belang kunnen zijn. Bijvoorbeeld een kleermaker die ook een uitstekende kok is, terwijl een schoonmaakster ook een goede probleemoplosser kan zijn.
Situaties
We stelden ons ook een reeks 'situaties' voor op vijf verschillende schalen van interactie met een groeiend aantal belanghebbenden: van peer-to-peer uitwisseling tussen slechts een paar individuen tot een samenwerking met lokale NGO's om verbeteringen in de openbare ruimte te realiseren. De kleinste schaal van interactie zou kunnen bestaan uit persoon A, die een bewaker is en mensen observeert die groenten verbouwen. Zij informeert persoon B, die een getalenteerde organisator en verbinder is. Persoon B kent een kleermaker die ook thuis kookt. Ze informeert hem over de tuiniers en richt een tuinclub op. Ze nodigt mensen uit om mee te doen, maar organiseert ook de lunch voor nieuwkomers in het dorp, gemaakt van de verse producten die aan de niet-professionele kok worden geleverd.
Elke situatie wordt gevormd door losjes verbonden gemeenschappen in Dalang die allemaal deel uitmaken van het on- en offline leernetwerk. Een ander niveau van interactie kan bijvoorbeeld betrekking hebben op bewoners die elkaar informeren over wegwerkzaamheden en met restmateriaal alternatieve wandelroutes vormgeven. Situaties kunnen uiteindelijk leiden tot tijdelijke pop-up parken, bioscopen, zonneschermen, speelvelden en voetgangerspaden die matchen met de lokale behoeften. De Dalang School of Life zou een certificaat - een digitaal systeem dat wellicht vergelijkbaar is met LinkedIn - kunnen leveren zodat mensen met hun prestaties en geleerde vaardigheden een curriculum vitae op kunnen bouwen tijdens hun verblijf in een urban village.
De Dalang School of Life gaat over het creëren van waarde voor de bewoners zelf. Maar wie zou zo'n leernetwerk moeten ondersteunen om het betrouwbaar te maken? Wat zou bewoners stimuleren om zich aan te sluiten? Wat is het ondersteunende economische model? Hoe kan vorm worden gegeven aan de geloofwaardigheid van de bewoners die zich bij de Dalang School of Life aansluiten? Is het mogelijk om het sociale kredietsysteem dat momenteel door de Chinese nationale overheid wordt ingevoerd te omzeilen?Zie: https://www.wired.co.uk/article/china-social-credit-system-explained, gedownload op 7 september 2020. Heeft de Dalang School of Life in de eerste plaats als doel om arbeidsmigranten meer 'bankable' te maken, of kan het systeem ook alleen betrekking hebben op de uitwisseling van vaardigheden en kennis? Hoeveel van het systeem zou online moeten zijn om de privacy van de gebruikers nog te kunnen garanderen? Belangrijke vragen die bij de Nederlandse en Chinese deelnemers tot verschillende meningen leidden over de praktische implementatie van de Dalang School of Life.
Bankability
Wat wordt in de eerste plaats bedoeld met de 'bankability' van arbeidsmigranten? Veel plattelandsbewoners die naar de stad komen om te werken zijn financieel onbekwaam. Zonder de juiste documenten moeten ze vertrouwen op werkgevers om hun financiën te beheren, inclusief het loonstrookje, het openen van een bankrekening, enzovoort. Om een bankrekening te openen is alleen een borgbrief van het bedrijf nodig, geen bewijs van adres. De jongere generatie is meer bekwaam, dus ze gebruiken elektronische portemonnees zoals Alipay en WeChat Pay die aan hun rekeningen zijn gekoppeld. Veel arbeidsmigranten worden echter nog steeds contant uitbetaald. Een derde optie is dat de arbeidsmigranten niet betaald krijgen en dat de werkgever hun geld bewaart tot het einde van het jaar of wanneer ze de fabriek verlaten. Deze arbeidsmigranten wonen op het fabrieksterrein en hoeven over het algemeen geen geld uit te geven. De kosten voor voedsel en levensonderhoud worden in mindering gebracht op hun loon. Toch hebben ze een liquiditeitsprobleem met betrekking tot onvoorziene uitgaven. Als ze diensten met elkaar ruilen, hebben ze geen geld. Deze arbeidsmigranten hebben meer middelen nodig om grip te krijgen op de uitwisseling van waarde en kennis.
Bovendien is er, wanneer arbeidsmigranten van de ene naar de andere urban village of naar een andere stad verhuizen, geen systeem dat hun prestaties documenteert. Het betekent dat ze geen officiële staat van dienst kunnen laten zien aan hun nieuwe werkgever en vervolgens vaak financieel worden uitgebuit. Het zou voor het merendeel van de arbeidsmigranten van groot belang zijn om een digitale identiteit op te bouwen met een overzicht van hun werkervaring en vaardigheden. Het zou hen in staat stellen betere banen te vinden, meer geld te verdienen en uiteindelijk beter 'bankable' te zijn.
Verschillen van mening
De Dalang School of Life is duidelijk een speculatief voorstel, dat in slechts drie dagen is opgezet. Er is zeker meer lokaal onderzoek nodig om goed inzicht te krijgen in de voorwaarden waarop het voorstel verder zou kunnen worden ontwikkeld als een commercieel project of een academisch onderzoek. In de discussies na de eindpresentatie werd echter een fundamenteel verschil van inzicht duidelijk tussen de Nederlandse en Chinese deelnemers op het gebied van dataficatie en controle.
Het Nieuwe Instituut, INTI en Shanzhai City waren niet naïef over China's groeiende behoefte aan surveillance en controle. Het is duidelijk dat de nationale overheid de controle en het beheer van cyberspace aan het aanscherpen is sinds de inwerkingtreding van de wet op de cyberveiligheid op 1 juni 2017. Deze wet heeft betrekking op elke vorm van netwerkactiviteit in China: internet, mobiele telefonie, sociale netwerken zoals WeChat, opslag en binnenlandse en internationale e-mail.Zie: https://www.chinalawblog.com/2019/10/chinas-new-cybersecurity-system-there-is-no-place-to-hide.html, gedownload op 29 juli 2020. Daarom hebben we in augustus 2019 besloten om niet samen te werken met de lokale overheid van Dalang. We wilden namelijk meer vrijheid in de controle van de verzamelde data, wilden het rapporteren aan de overheid vermijden en wilden vooral de privacy van de personen die aan ons onderzoek deelnamen beschermen. Destijds leek het realistisch om de beginfase van het project zelfstandig te ontwikkelen. Shanzhai City heeft inderdaad met succes anoniem gegevens verzameld met een applicatie die is gebaseerd op gedecentraliseerde grootboektechnologie. Het gebrek aan steun van de lokale overheid leidde echter tot de ondervraging van een van haar medewerkers - toen die op zoek was naar respondenten - door de lokale autoriteiten. Het is duidelijk dat de steun van de lokale overheid essentieel is voor de verdere ontwikkeling van het project in samenwerking met lokale belanghebbenden, waaronder NGO's en vrijwilligersorganisaties.
INTI en Het Nieuwe Instituut zijn niet tegen samenwerking met de lokale overheid, maar volledige datacontrole door de overheid is in alle opzichten in strijd met de ambities van dit project: het belang van de deelnemers veiligstellen en ervoor zorgen dat de gebruikers de controle en zeggenschap over hun data krijgen en behouden.
Zelfs in veel landen buiten China wordt deze manier van denken niet algemeen gedeeld of publiekelijk besproken. Maar hoe het publieke belang van gegevens te beschermen en datasoevereiniteit voor burgers vast te stellen, maakt nog wel steeds deel uit van een kritisch discours. Een project als DECODE bijvoorbeeld - onder leiding van een Europees consortium en gefinancierd door het Horizon 2020-programma van de Europese Unie - gaat over het aanreiken van middelen aan individuen om hen eigenaar te maken van hun persoonlijke data. Het is aan hen om hun persoonlijke data privé te houden of te delen voor het algemeen belang. Helaas zijn deze alternatieve trajecten in China onvoorstelbaar geworden. We ontdekten dat een nieuwe cybersecurity wet, bekend als de Cybersecurity Multi-Level Protection Scheme (MLPS 2.0), in december 2019 in werking is getreden.Zie: https://www.datacenterdynamics.com/en/opinions/chinas-new-cybersecurity-law-bad-news-data-center-security/, gedownload op 24 augustus 2020. Het betekent in feite dat de overheid onbeperkte toegang heeft tot alle data in het land, of deze nu op Chinese servers worden opgeslagen of via Chinese netwerken worden verzonden. Een partnerschap zou automatisch leiden tot het delen van de digitale sleutel tot alle verzamelde gegevens, ongeacht welke blockchain technologie is gebruikt. Zelfs onze meest kritische en onafhankelijke lokale partners hebben een verminderde mate van privacy geaccepteerd en hebben er bij de Nederlanders op aangedrongen om op een bepaald moment compromissen te sluiten.
Een andere ongemakkelijke discussie was een meningsverschil over de belangrijkste drijfveer voor de Dalang School of Life: die zou meer gericht moeten zijn op geld verdienen in plaats van het aanwakkeren van een gevoel van saamhorigheid.
De Chinese deelnemers vroegen zich af waarom dat zelfs nodig zou zijn in een plek waar de meeste mensen slechts tijdelijk verblijven. Waren de Nederlandse deelnemers naïef om vooral de uitwisseling van kennis en vaardigheden te adresseren? Ja en nee. Er moet inderdaad sprake zijn van een urgentie om deel te nemen voordat mensen zich aan zullen sluiten bij een leernetwerk. Het leven gaat echter om meer dan alleen het verdienen van geld, aldus de Nederlandse teamleden. Het opzetten van een succesvol participatieproject is weliswaar een uitdaging,Zie: http://socialdesigncookbook.com/, gedownload op 24 augustus 2020. maar een groeiend aantal internationale voorbeelden en interventies, en ook de empowerment van grassroots activiteiten in Dalang zelf, tonen het belang van andere maatschappelijke waarden. De Chinese deelnemers probeerden daarentegen een structureel en fundamenteel complex economisch en sociaal probleem op te lossen dat buiten het bereik ligt van wat de Nederlanders zouden kunnen of moeten begrijpen. Het is dan ook opvallend hoe een van de Chinese deelnemers uiteindelijk het spectrum van beide oplossingen omschreef: bankability van de arbeidsmigranten versus efficiëntie voor de arbeidsmigranten. Efficiëntie staat hier voor het leiden van een comfortabeler leven met gedeelde voorzieningen en activiteiten.
Het lijkt erop dat het moeilijk zal zijn om de verschillen te overbruggen en verder samen te werken. We delen zonder meer de doelstelling van empowerment, maar spreken niet altijd dezelfde taal wanneer we praten over waarden, vertrouwen, (overheids)steun, sociaal kapitaal, kredietwaardigheid of zelfs bankwaardigheid. Laat staan over hoe het verzamelen van data moet bijdragen aan het beter begrijpen van behoeften van mensen, terwijl de nationale overheid haar controle over de bewoners juist vergroot. Bovendien ziet diezelfde Chinese overheid internationale uitwisseling meer en meer als internationale 'inmenging'. We hebben wel nagedacht over enkele vormen van samenwerking die recht zouden kunnen doen aan de verschillende opvattingen. Een optie zou zijn om alleen een offline versie van de Dalang School of Life te organiseren en te beginnen met de kleinst denkbare interventies. De Dalang School of Life zou ook ontwikkeld kunnen worden als een academisch project om de bestaande netwerken in kaart te brengen en kleine interventies te testen door middel van ontwerpend onderzoek. In ieder geval zou het project door een lokale partner geleid moeten worden.
Epiloog
Dalang Fever 3 bleek een project te zijn met een steile leercurve. Zelfs na vele jaren werkervaring in Shenzhen en een lange staat van dienst in de samenwerking met verschillende lokale overheden, werd het duidelijk - aanvankelijk tussen de regels door - dat het organisatiecomité van de Shenzhen Biennale vraagtekens plaatste bij de betrouwbaarheid van INTI en Het Nieuwe Instituut als buitenlandse instituten. De reden hiervoor was dat we aan een lokaal vraagstuk werkten zonder lokale politieke bevestiging. Uiteindelijk kregen we te horen dat we de workshop met Nederlandse en Chinese ontwerpers op biënnaleterrein niet konden organiseren, tenzij we samenwerkten met de regering van Dalang. Goed geïnformeerde bronnen maakten duidelijk dat dit allemaal deel uitmaakte van de groeiende zelfcensuur van het organisatiecomité van de Shenzhen Biennale. Diezelfde censuur leidde tot het verwijderen van verschillende tekstpanelen uit de tentoonstelling die zogenaamd gevoelig waren. Verrassend genoeg zelfs een naar onze mening onschuldig citaat van een 31-jarige man: 'De wegwerkzaamheden maken hier veel herrie - het is te luidruchtig om in het weekend uit te slapen. De wegen worden herhaaldelijk opengelegd en gerepareerd. We weten niet aan wie we deze zaken kunnen melden, dus we leven er gewoon mee. Het geluidsprobleem bestaat al een tijdje. Hoe dan ook, het is wat het is.' Het verwijderen van informatie door censuur is niets nieuws. Jarenlang werden specifieke termen als Taiwan, Tibet en het Tiananmen-plein, of het tonen van kaarten van China, als problematisch beschouwd en werden ze verwijderd door het Shenzhen Department of Cultural Affairs, niet door de organisatoren. Sinds Xi Jinping aan de macht is gekomen, is de censuur echter exponentieel gegroeid. Het is nu het organisatiecomité van de Shenzhen Biennale zelf dat - voordat iemand anders het doet - informatie verwijdert die in de eerste plaats betrekking heeft op de verantwoordelijkheden van de lokale machthebbers. Het maakt pijnlijk duidelijk dat het simpelweg adresseren van de behoeften van mensen al uiterst gevoelig ligt, zelfs op de - sinds de eerste editie in 2005 - progressieve Shenzhen Biennale. Zeker wanneer de behoeften van mensen ook nog eens gerelateerd worden aan voorstellen voor nieuwe organisatiemodellen. En ja, uiteindelijk werd ook deze suggestie uit de tentoonstelling verwijderd omdat ze als een politiek commentaar werd beschouwd. We kregen van een van onze Chinese partners subtiel te horen dat we onze toekomstige internationale aanwezigheid strategisch moeten bagatelliseren, wat betekent dat jaren van vruchtbaar onderzoek en uitwisseling over de ontwikkeling van Shenzhen hier wellicht tot een einde komen.
Het onderzoek en de tentoonstelling kwamen tot stand door een genereuze bijdrage van Het Nieuwe Instituut, de 2019 Shenzhen Biennale of Urbanism/Architecture en het Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden in Guangzhou. De workshop is mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.