Van scanner naar digilab: digitalisering verder geprofessionaliseerd
Al meer dan 10 jaar werkt Het Nieuwe Instituut aan het digitaliseren van de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw. Dat proces heeft nu een aanzienlijke professionalisering en versnelling ondergaan als onderdeel van het zesjarig programma Architectuur Dichterbij, dat zich richt op het behoud en de zichtbaarheid van de collectie. Digitalisering is het startpunt en de voorwaarde voor tal van projecten om de architectuurcollectie zichtbaar en toegankelijk te maken.
25 juli 2021
Nieuwe faciliteiten
Het digitaliseren van de Rijkscollectie begon tien jaar geleden met één AGFA A4 scanner in het kantoor van het toenmalige Nederlands Architectuurinstituut, een van de voorlopers van Het Nieuwe Instituut. Met de recente transformatie van 'digistraat' tot digilab is alle benodigde apparatuur voor opname en nabewerking samengebracht in één daarvoor optimaal ingerichte ruimte. Door de snelle ontwikkeling van professionele camerasystemen en vanwege de flexibiliteit die camera's bieden, zijn alle scanners vervangen door camera's. Naast een versnelling en vereenvoudiging van het opnameproces, zorgt het nieuwe systeem voor een hogere beeldkwaliteit en een veiliger omgang met de vaak kwetsbare, originele stukken.
De nieuwe Phase One IXG camera is uitgerust met een 'autocolumn', die de camera automatisch op de juiste hoogte brengt om op de gewenste resolutie een opname te maken. Met Auto ppi en Auto cropping van Capture One software kan automatisch worden scherpgesteld en wordt het beeld direct na opname geheel automatisch uitgesneden. De Phase One middenformaat camera van 100 megapixel maakt het mogelijk om grotere oppervlaktes te digitaliseren. Zo kunnen ontwerptekeningen tot 150 cm in één opname gedigitaliseerd worden. Ook is er een set speciaal voor transparanten waarmee glasnegatieven, dia's en negatieven worden gedigitaliseerd. Door te werken met meerdere camera-opstellingen wordt ook het digitaliseren van collecties die uit veel verschillende materialen en formaten bestaan een stuk eenvoudiger.
Ondanks de mogelijkheden tot versnelling blijft zorgvuldigheid en kwaliteit het uitgangspunt. Kleine projecten kunnen vanwege hun specialistische karakter of specifieke eisen relatief veel tijd kosten. Zo wordt de collectie Van Doesburg op hoge kwaliteit zowel voor als na restauratie gedigitaliseerd. Dat stelt conservatoren in staat de originelen goed op eventuele schade te beoordelen nadat ze zijn tentoongesteld of in bruikleen gegeven zijn.
Brede toegankelijkheid
Het digitaliseren van materiaal is een voorwaarde voor de brede toegankelijkheid van de collectie die Het Nieuwe Instituut nastreeft. Ten eerste doordat de noodzaak tot fysieke raadpleging vervalt, waardoor de originelen beter behouden blijven. Ten tweede omdat digitalisering online gebruik van de collectie mogelijk maakt en stimuleert.
Digitalisering is daardoor verbonden aan tal van projecten binnen Architectuur Dichterbij, zoals de ontwikkeling van een nieuwe collectie-interface, de verbetering van het huidige zoekportaal, contentdonaties aan Wikimedia Commons, en beschikbaarstelling van de collectie aan andere partijen door middel van Linked Open Data. Daarnaast worden er licenties en rechtenverklaringen aan de bestanden gekoppeld, zodat duidelijk is op welke manier het materiaal gebruikt kan worden.
Mede door deze toepassingen krijgen twee belangrijke uitgangspunten vorm: meerstemmigheid en netwerkvorming. Collectiestukken kunnen vanuit diverse perspectieven benaderd worden, en nieuwe verbindingen worden door gebruikers zelf gelegd. De hele collectie met een omvang van een paar miljoen documenten digitaliseren is niet haalbaar en ook niet het doel van de digitaliseringsoperatie. Conservatoren van Het Nieuwe Instituut buigen zich daarom over de vraag welke archieven het meest relevant of noodzakelijk zijn om te digitaliseren. Daarbij spelen verschillende factoren een rol zoals de fysieke staat van het materiaal, de maatschappelijke relevantie van het archief, de vraag vanuit gebruikers en de samenhang met andere archieven. Het zijn vragen die samenkomen in het project Rethinking the Collection, dat zich bezighoudt met waardetoekenning en betekenisgeving, en dat met behulp van speculatief, kritisch en artistiek onderzoek nieuwe manieren ontwikkelt om naar de collectie te kijken.
Curatoren Koehorst in 't Veld over het belang van digitalisering
Atelier Nelly en Theo van Doesburg "Een essentiële verschuiving tekent zich af in de wijze waarop we digitalisering beschouwen. Vooralsnog domineert het beeld van een zuiver technische opgave. Maar de wezenlijke impact is naar onze overtuiging gekoppeld aan de culturele waarde die erin besloten ligt. Omdat digitalisering toegang geeft tot alle mogelijke dwarsverbanden en netwerken. Zo'n laag is onmisbaar om tot wezenlijk andere ontsluitingen van het erfgoed te komen. Wij zien Atelier Nelly en Theo van Doesburg als een pleidooi om bij de ontsluiting van archieven juist de veelstemmigheid te zoeken, door verbindingen tussen collecties te leggen en het publiek te betrekken bij de interpretatie van de verhalen die dan tevoorschijn komen."