Van Nelle fabriek UNESCO Werelderfgoed
De Van Nelle fabriek in Rotterdam heeft de status van Unesco Werelderfgoed gekregen. Daarmee hebben nu tien objecten of gebieden in Nederland dit predicaat, waaronder de molens van Kinderdijk en de Amsterdamse grachtengordel. De Van Nelle fabriek (1925-1931) is een ontwerp van architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt. Het Nieuwe Instituut beheert het omvangrijke archief van Brinkman en van der Vlugt, inclusief het dossier met ontwerptekeningen van de Van Nelle fabriek.
30 april 2015
Van Nelle was de belangrijkste opdrachtgever van Brinkman en Van der Vlugt. Het Rotterdamse bureau ontwierp niet alleen de Van Nelle fabriek in Rotterdam, maar ook filialen in Leiden en Utrecht. Daarnaast lieten de directeuren van Van Nelle, onder wie Cees van der Leeuw en Albertus Sonneveld, hun eigen woonhuis door het bureau ontwerpen. Huis van der Leeuw en Huis Sonneveld, de museumwoning van het Nieuwe Instituut, behoren net als de Van Nelle Fabriek tot de iconen van het Nieuwe Bouwen, een functionalistische architectuur die zijn hoogtepunt tussen de twee wereldoorlogen beleefde. Niet monumentaliteit lag aan de basis van het ontwerp, zoals bij veel traditionele architectuur, maar de functie van het gebouw en de behoeften van de gebruikers. Met moderne technieken en materialen als beton en staalconstructies werden efficiënte, hygiënische gebouwen ontworpen.
Arbeidsomstandigheden
De Van Nelle fabriek is in nauwe samenwerking met Van der Leeuw ontworpen, die zeer specifieke ideeën had over arbeidsomstandigheden en hygiëne. Het mocht niet zomaar een fabriek worden voor de verwerking van koffie, thee en tabak. Met een overvloed aan daglicht, sanitaire voorzieningen en een schone en doelmatige ondersteuning van het werkproces schiepen de architecten en hun opdrachtgever een gezonde werkomgeving. Het welbevinden van de fabrieksarbeider was niet alleen belangrijk vanuit een economisch perspectief, maar kwam ook voort uit een sociale, maatschappelijke betrokkenheid.
Archief Brinkman en Van der Vlugt
Het bureau Brinkman en Van der Vlugt was een van de belangrijkste en succesvolste architectenbureaus tijdens het interbellum en de voornaamste vertegenwoordigers van het Nieuwe Bouwen. Al direct na oplevering gold de Van Nelle fabriek als hét symbool van Het Nieuwe Bouwen, mede door de publicatie van iconische foto's van bijvoorbeeld E. van Ojen. Des te opvallender is het dat in het Van Nelle dossier technische en sobere tekeningen van vliesgevels en paddesotelkolommen domineren. Het bevat weinig verleidelijke perspectieven of impressies. Het bureau hield in die jaren graag hun imago van zakelijk, kundig en betrouwbaar in stand, en dat weerspiegelt zich in de samenstelling van het dossier.
Het archief van Brinkman en Van der Vlugt is raadpleegbaar in de studiezaal van Het Nieuwe Instituut.