Start inventarisatie archief Pi de Bruijn
In de zomer van 2016 is Het Nieuwe Instituut begonnen met de inventarisatie van het omvangrijke archief van Pi de Bruijn (*1942). Bekende projecten van De Bruijn zijn de uitbreiding van het Concertgebouw in Amsterdam (1984-1988), de nieuwbouw van de Tweede Kamer (1981-1992), de prijsvraaginzending voor de Reichstag in Berlijn en de Beurstraverse in Rotterdam (1991-1996). Als stedenbouwkundige én supervisor was hij onder andere verantwoordelijk voor het masterplan voor de Zuidas in Amsterdam (1998). Grote bekendheid verwierf hij met zijn werk voor de herbouw van de door de vuurwerkramp getroffen wijk Roombeek in Enschede (2002-2008). Zijn werk als supervisor is een voorbeeld van de veranderende rol van architect en stedenbouwer.
1 februari 2017
De Bruijn begon zijn carrière in dienst van gemeenten. Na zijn studie aan de toenmalige TH Delft werkte hij bij het Architectures Department van de Londense wijk Southwark en daarna bij de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting in Amsterdam. In deze tijd was hij betrokken bij het ontwerp van de Bijlmermeer. Sinds 1978 werkt De Bruijn als zelfstandig architect. Nationale en internationale bekendheid verwierf De Architecten Cie., het bureau dat hij in 1988 samen met Frits van Dongen, Carel Weeber en Jan Dirk Peereboom Voller oprichtte, en dat tot op heden onder de naam Cie. in een gewijzigde samenstelling van partners bestaat. Van 1993 tot 1998 was De Bruijn tevens professor aan de TU Delft.
Bouwstenen
De Bruijns werk omvat uiteenlopende thema's en schalen, van buurthuis tot shopping mall en stedenbouwkundig masterplan, van nieuwbouw tot complex hergebruik. 'Maatschappelijke oriëntatie en technologie,' noemde De Bruijn tijdens zijn inaugurele rede in 1995 de bouwstenen van de architectuur. Zijn bijdrage aan het architectuurdiscours in Nederland ligt dan ook vooral in zijn rol als ontwerper en organisator van complexe projecten, en in zijn visie op de relatie tussen architectuur en maatschappij. De Bruijn staat bekend om zijn kritische houding ten opzichte van het 'flying circus' van de ster-architectuur. Hij herzag zijn onversneden bewondering voor de modernistische architectuur door de ontwikkelingen rond de Bijlmer en ontdekte de bestaande stad als een drager van culturele waarden die steeds opnieuw in het huidige stadsweefsel geïntegreerd kunnen worden.
Een andere werkhouding
De Bruijns invulling van de rol van stedenbouwkundig ontwerper en supervisor voor de wijk Roombeek in Enschede is exemplarisch voor de manier van werken die hij in de loop der tijd heeft ontwikkeld. De werkwijze in Roombeek kent zowel maatschappelijke instrumenten, zoals participatie, particulier opdrachtgeverschap en zelfbouw, als ruimtelijke interventies: het ontwerpen van heldere openbare ruimten, stedelijke functiemenging en flexibele richtlijnen met betrekking tot het gevelbeeld. De werkwijze geeft vorm aan de wensen van het individu én creëert een samenhangend stedenbouwkundig geheel.
De Bruijns werk en werkwijze wordt door schrijver en criticus Hans Ibelings omschreven als 'onderhandelingsstedenbouw'. De Bruijn fungeert als een tussenpersoon in grote en complexe opgaven met een veelheid aan betrokken partijen, elk met hun eigen eisen, belangen en zeggenschap. Deze houding en de bereikte resultaten zijn in het huidige tijdperk, dat gekenmerkt wordt door een terugtredende overheid en bottom-up initiatieven, een voorbeeld voor een vernieuwende en creatieve aanpak. Ze vormen daarmee een inspiratiebron voor huidige en toekomstige ontwerpers. De verwerving van het archief past binnen het beleid van Het Nieuwe Instituut om de veranderende ontwerppraktijk in beeld te brengen en haar te spiegelen aan maatschappelijke veranderingen.
Work in progress
Het geïnventariseerde archief van De Bruijn zal uit twee delen bestaan: een persoonlijk gedeelte en het bureauarchief waarin de ontwerpen zijn opgenomen. Het persoonlijke archief is door De Bruijn zelf samengesteld en blijft in het archief van Het Nieuwe Instituut als herkenbaar element bestaan. Onderdeel van dit deelarchief zijn voor De Bruijn essentiële ontwerpschetsen en projectdocumentaties, publicaties en manuscripten voor voordrachten, agenda's en presentatieboeken. Naast vakinhoudelijke aspecten zal dit gedeelte van het archief de persoonlijkheid weerspiegelen van een ontwerper die decennialang een sleutelrol binnen de Nederlandse ontwerpcultuur gespeeld heeft. Naar verwachting zal de inventarisatie van het archief medio 2017 afgesloten zijn.
Tekst Andrea Prins, curator afdeling Erfgoed
Van Gool, De Bruijn, Peerenboom. Ontwerp Tweede Kamer, Den Haag, 1981-1992. Natuursteen plaatverdeling plenaire zaal, perstoren. Collectie Het Nieuwe Instituut, BRUI 160-2
1 of 3
Bronnen
- O. Bouman, B. Mousavi, S. Mulder, Keuzes maken. Nieuwe principes voor het acquisitiebeleid van de NAi collectie, Rotterdam 2012.
- Over Pi de Bruijn. In: Ruud Brouwers, e.a., Pi de Bruijn. Engagement + stedenbouw, Enschede 2008, blz.31ff.
- Pi de Bruin, Bouwstenen, inaugurele rede, Delft 1995.
- Crimson Architectural Historians, Architecten Cie, Profession architect: de Architecten Cie, Rotterdam 2002.
- Hans Ibelings, Cino Zucchi, De Architekten Cie : Creativity, Innovation, Experience, [Milano] 2010.
- Mannus van der Laan, Part time hoogleraar wil dat architecten weer richting geven. 'Honderd jaar geleden was er ook zo'n holle sfeer van esthetiek'. In: Delta 15-6-1995.
- Matthijs van Nieuwkerk, Op de Klapstoel. 'De Bijlmer vind ik een prettige omgeving'. In: Het Parool 27-2-1993.
- Website: http://www.cie.nl/employees/6, geraadpleegd 10-11-2016.