Rietvelds kratmeubelen in productie genomen
De kratmeubelen die Gerrit Rietveld in 1934 ontwierp zijn opnieuw in productie genomen onder de naam Rietveld Originals x HAY. Daarvoor zijn twee ontwerptekeningen van G. Th. Rietveld uit de collectie van het Nieuwe Instituut gebruikt. Rietveld maakte zijn kratmeubelen van vurenhouten planken afkomstig van verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd bij het transport van meubelen.
28 februari 2023
Verlost van overtolligheden
De eerste kratmeubelen dateren van 1934: een fauteuil, een laag tafeltje en een boekenkast. De serie werd later uitgebreid met een bureau, nog een ander laag tafeltje, en een rechte stoel. Het eenvoudige ontwerp had een sociaal ideologisch karakter. Het hout was goedkoop en in een tijd van wereldwijde depressie was er een grote behoefte aan goedkope meubels. Maar het ontwerp kwam ook voort uit artistieke overtuiging: Rietveld hield van een sobere vormgeving en materiaalgebruik, verlost van overtolligheden.
Bouwpakket
Aanvankelijk produceerde Rietveld de kratmeubelen in eigen beheer. Het meubilair werd als bouwpakket geleverd dat door de klant zelf in elkaar moest worden gezet. Vanaf 1935 waren ze te koop bij het toonaangevende, chique warenhuis Metz &Co. "In de folders van het warenhuis worden de meubels bestempeld als ‘weekendmeubelen’, bedoeld ‘voor weekendhuizen, serre’s, studenten- en kinderkamers’. Deze beoogde functie is niet alleen tekenend voor de gegoede klantenkring van Metz, impliciet toont het ook de enigszins sceptische houding die het warenhuis ten aanzien van Rietvelds nieuwste ontwerpen had." (1)
Wat is er tegen spaanders?
Een recensent van het Bouwkundig Weekblad, Jan de Meyer, hekelde onder het kopje 'Vakverrotting' de naar zijn idee ondermaatse afwerking van 'een dood-simpel meubilair voor een week-endhuisje'. (2) Een paar weken later verscheen in hetzelfde tijdschrift de reactie van Rietveld, die het waard is hier in z'n geheel weer te geven:
"Mijnheer Jan de Meyer, ik heb het nooit zoo durven uitdrukken, maar geroken heb ik het allang; ik bedoel die vakverrotting. Toch rook ik iets anders dan U; ik vond de producten van de „ware martelaren voor de goede zaak" zoo dood. Toen ik het voorstel deed, deze vurenhouten meubelen in den handel te brengen, schreef de heer de Leeuw (waarover U gelukkig waardeerend spreekt): We kunnen geen spaanders verkoopen ; maar, wat is er tegen spaanders? Vindt U eigenlijk vurenhout niet mooi? lichter dan zijde. Vindt U de structuur niet mooi uitkomen bij machinaal geschaafd hout? (ik bedoel het hout zooals het uit Zweden komt).
“ Afgezaagde koppen hebben iets schilderachtigs. Veel hout van dezelfde breedte bij elkaar geeft iets rustigs, als de naden duidelijk zichtbaar zijn en de neiging tot hol en rondtrekken niet door wanhopige lijmpogingen onderdrukt is. ”
"En dan nog iets: een meubel van edelhout en zuiver ambachtelijk gemaakt, wordt, om het tegen beschadigen en breken te beschermen, verzonden in een krat. Iemand, die zoo'n pakket thuis krijgt zegt hoogstens: goed verpakt; maar nog nooit was vastgelegd, dat zoo'n krat een vrije timmermethode vertegenwoordigt, die recht op het doel afgaat. Met de sobere middelen, waarmee het is samengesteld is het sterker dan z'n edele inhoud. Verder is het licht, vroolijk van kleur en onschuldig aan de zorgenrimpels van onze ambachtslieden. Daarom moest er eindelijk eens iemand zijn, die het krat verkoos boven het „meubel". De meubels zijn geschroefd bedoeld met open naden en liefst ongeschilderd — doch wenscht men een beschermende verflaag, dan wordt ieder plankje afzonderlijk ingesmeerd, zonder plamuren en dan wordt geschroefd; dus geen wegstoppen van naden of schroeven.
Toch kan ik Uw verontwaardiging begrijpen, vooral daar er toch al zoo weinig vakkennis is. Daarom bied ik U vriendelijk aan, als U eens een heel mooi stukje vakwerk te maken hebt, waar U niemand voor kunt vinden, die het zuiver en gaaf genoeg en krimpvrij voor U maken kan, komt U dan eens bij mij, en U zult zien, waarom ik mij de vrijheid mag veroorloven ook een krat mooi te vinden." (3)
Bronnen en meer lezen
(1) Interview met meubelrestaurator en Rietveldkenner Jurjen Creman.
(2) Bouwkundig Weekblad jrg. 56 (1935) p. 463
(3) Bouwkundig Weekblad jrg. 56 (1935) p. 489
De getoonde tekeningen maken deel uit van het archief van G. Th. Rietveld in de collectie van het Nieuwe Instituut.
De beschrijving van het Rietveldarchief is beschikbaar via het Zoekportaal
Genoemde bijdragen uit het Bouwkundig Weekblad uit 1935 zijn hier online te lezen
De kratcollectie op de website van Rietveld Originals x HAY