Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

'Architectuur gaat ons allemaal aan.' Bij het overlijden van oud-NAi-directeur Kristin Feireiss

"Architectuur gaat ons allemaal aan, of we het nu leuk vinden of niet." [1] Op 20 april 2025 overleed de Duitse architectuurcurator en -schrijver Kristin Feireiss. Van 1996 tot 2001 was ze directeur van het Nederlands Architectuurinstituut, een van de voorlopers van het Nieuwe Instituut. Onder haar leiding werd het NAi laagdrempeliger, nadrukkelijker maatschappelijk geëngageerd en internationaler. Haar streven om ‘de geest van architectuur’ over te brengen op iedereen die erin woont en er gebruik van maakt heeft een onmiskenbare invloed gehad op het wereldwijde architectuurdiscours van de afgelopen veertig jaar. 

27 april 2025

Kristin Feireiss stond in haar vakgebied niet bekend als een theoreticus of analytische wetenschapper, maar eerder als een bevlogen liefhebber en ambassadeur van de bouwkunst. [2] Ze gold als ‘een kunstkenner in de beste zin van het woord’, zoals de Berliner Zeitung het in de week van haar overlijden formuleerde. [3] Andere media noemden haar onder meer ‘een icoon’, ‘een echte bouwer’ [4] en – in het oorspronkelijke Duits toch het mooist – ‘Die Türöffnerin’. [5] Met haar onconventionele aanpak wist ze vanaf 1996 ook de deuren van het NAi open te gooien.

Portretfoto uit 1999 van Kristin Feireiss in het toenmalig Nederlands Architectuurinstituut. Foto Tom Croes. Collectie Nieuwe Instituut, archief NAIN

'Ze werkte het hardst van allemaal'

Francien van Westrenen, nu Hoofd Agentschap bij het Nieuwe Instituut, herinnert zich haar ontmoeting en vormende samenwerking met Feireiss bij het toenmalige NAi:

"'Je hebt precies de juiste kleur om hier te komen werken.’ Zo begroette Kristin Feireiss mij in december 1997 toen ik als stagiair werd aangenomen op de communicatieafdeling van het NAi. Ze lachte er haar brede lach bij. Mijn wangen, rood aangelopen van de spanning en de warmte, zouden nog vele malen rood kleuren in dat jaar waarin ik werkte aan South African Seasons. Vaak van de inspanning van het werken en leren, soms van opwinding over iets waar ik me boos over maakte, en af en toe van schaamte omdat ik iets niet goed had gedaan. Kristin werkte met een schwung en een snelheid die ik aanstekelijk vond. Ze werkte het hardst van allemaal, zag er altijd goed gekleed uit en ze had elke dag wel een nieuw idee, wat haar uiteraard niet altijd in dank werd afgenomen. Voor mij is haar sociale opvatting van architectuur, het verbinden met andere disciplines en de ruimte die zij bood voor experiment vormend geweest voor alles wat ik erna gedaan heb."

Het Nederlands Architectuurinstituut was destijds het grootste architectuurmuseum van de wereld. De overstap van een galerie met een handjevol medewerkers naar een instelling waar ze met meer dan honderd collega’s samenwerkte, betekende dat Feireiss onderzoek kon doen en tentoonstellingen kon ontwikkelen op een ongekende schaal. Omdat ze er de vrije hand kreeg, kon ze daarbij wel de grondslagen blijven hanteren die haar een onderscheidende stem in het veld hadden gemaakt.

De culturele en maatschappelijke kant van architectuur

Net als bij haar eigen galerie Aedes vond ze het bij het NAi waardevol dat ze zelf geen architect was. Ze hoefde zich niet te laten leiden door de toen gangbare discussies over opeenvolgende en elkaar beconcurrerende scholen en stijlen. Zo kon ze zich richten op het tentoonstellen van gedachtegangen en processen waarvan ze vond dat die de moeite waard waren om over te brengen op het publiek. Waar ecologie en de consequenties van ontwerpkeuzen voor bewoners en gebruikers in vakdiscussies vaak ondergeschikt werden gemaakt aan stilistische kenmerken, stelde zij die juist centraal. [6] Ze zette zich in voor een dialoog tussen architectuur, maatschappij en cultuur. "Misschien klinkt het eenvoudig, maar het gaat erom dat het instituut de culturele en maatschappelijke kant van de architectuur laat zien. Architectuur is niet louter cultuur, een kwestie van esthetiek." [7]

'De gebouwde omgeving is deel van het dagelijks leven'

"Architectuur gaat ons allemaal aan." Bijna iedereen woont immers in een gebouw, beweegt zich door de publieke ruimte en maakt gebruik van openbare voorzieningen. Een uitspraak van Feireiss in een ander interview ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van Aedes typeert ook de benadering van tentoonstellingen die ze bij het NAi hanteerde: "Wij wilden bijdragen aan het bewustzijn dat architectuur en de gebouwde omgeving deel uitmaken van het dagelijks leven. Tentoonstellingen waren het juiste middel om die boodschap over te brengen. Ik heb architectuur vanaf het begin gezien als een wezenlijk onderdeel van sociale en culturele identiteit." [8]

De context van de stad

Feireiss presenteerde architectuur bij voorkeur in de context van de stad. Het viel niet altijd mee om die in al zijn complexiteit op een prikkelende manier aan het publiek te laten zien, maar ze had gemerkt dat er een soort natuurlijke behoefte is om bouwkundige projecten in een breder kader te verklaren. Tentoonstellingen waren niet uitsluitend of in beginsel op het vakgebied gericht, maar nadrukkelijk op het publiek en daarmee op de stad. "Een architect is maar een van de vele spelers op het stadstoneel." [9]

Gelaagde tentoonstellingen en een levendig instituut

De brede opzet moest niet ten koste gaan van de band met het veld, legde ze in een Volkskrant-interview uit 2000 uit: "Ik wil in elke tentoonstelling zoveel verschillende lagen stoppen dat zowel het algemene publiek als mensen uit de vakwereld het interessant vinden." [10] Dat pakte goed uit. De bezoekersaantallen namen toe en veel van de tentoonstellingen zoals een spraakmakend Van den Broek en Bakema-retrospectief met metershoge torens in de grootste tentoonstellingszaal, Het Stadion waarmee ze inhaakte op het EK voetbal en zelfs het in eerste instantie omstreden project Blank: Architecture, Apartheid and After – de eerste verkenning van Zuid-Afrikaanse architectuur na de afschaffing van de Apartheid – werden een groot succes. De ‘Duitse wervelwind’, zoals journalist Geke van der Wal haar in hetzelfde artikel noemde, vond zelf haar missie geslaagd: "Het is een levendig instituut geworden, een plek waar je voelt en ziet waar architectuur over gaat." [11]

'Kristin was een magneet'

Nieuwe Instituut is tot op de dag van vandaag geïnspireerd door de inzet waarmee Kristin Feireiss de weg heeft bereid voor wat het instituut nu is.

Algemeen en artistiek directeur Aric Chen: "Kristin was een magneet. Zij omringde zichzelf altijd met mensen, van de eerste keer dat ik Aedes bezocht – en architect Bernard Tschumi er toevallig ook bleek langs te komen – tot aan de vele bijeenkomsten die haar partner Hans-Jürgen Commerell en zij organiseerden in hun appartement in Berlijn. Ze was met haar niet-aflatende energie, gulheid en toewijding zélf een spil in de architectuur. Ik zal haar altijd dankbaar zijn voor hoe ze ons bij het Nieuwe Instituut heeft gesteund."

Bronnen

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.