Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Het levende archief van MVRDV

De computer is niet meer weg te denken uit het ontwerpproces. Daarom wordt er steeds vaker digitaal archiefmateriaal opgenomen in de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw, gehuisvest in Het Nieuwe Instituut. Zo ook het archief van MVRDV, het architectenbureau dat verantwoordelijk is voor spraakmakende projecten als de Martkhal en het nieuwe depot van Museum Boijmans van Beuningen, de grote glanzende pot in het Museumpark met een gevel van gebogen spiegels. Tijdens de conferentie Repositioning Architecture in the Digital werd een workshop gewijd aan het digitale archief van MVRDV: Behind the Screens. Daarin werden onderwerpen besproken als de acquisitie, het beheer en behoud, de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van digitale archieven.

11 mei 2021

MVRDV. Visualisatie Pig City. Productie Wieland en Gouwens. Collectie Het Nieuwe Instituut, archief MVRDV. TP 181.

Verzamelen

In 2015 is een deel van het archief van MVRDV verzameld. Het zijn de eerste vierhonderd projecten van het bureau, dat al sinds de oprichting in 1993 digitaal werkt. Aan het verzamelen van het archief van MVRDV ging daarom een ongebruikelijk proces vooraf. Normaliter wordt er een ordening en selectie aangebracht in de dozen, mappen en tekenrollen met archiefmateriaal die verhuizen naar de depots van Het Nieuwe Instituut. Nu was er naast het papieren archief ook een klein doosje dat speciale omgang vereiste en bovendien leidend was in de acquisitie: de harde schijf van MVRDV met 5 TB aan data. Of eigenlijk, een kopie van de harde schijf. MVRDV bewaart zelf ook de bestanden, want op het bureau worden die nog veelvuldig geraadpleegd en hergebruikt voor lopende en toekomstige projecten.

/"Het Nieuwe Instituut heeft het archief van MVRDV verworven omdat het een buitengewoon belangrijke bron is voor onderzoek naar de ontwikkelingen in de Nederlandse architectuur in de afgelopen twee decennia./" vertelt Suzanne Mulder, conservator bij Het Nieuwe Instituut. /"In het nieuwe verzamelbeleid is architectuur en digitale cultuur één van onze hoofdthema's. MVRDV speelde vanaf de jaren 90 een belangrijke rol in de ontwikkeling van het gebruik van de computer als design tool, door de ontwikkeling van hun eigen software, maar ook door hun interdisciplinaire aanpak en ontwerpmethodiek van datascapen; vanuit digitale data nieuwe ruimtelijke plannen ontwerpen. Het oeuvre, en dus het archief, omvat naast architectuurprojecten ook onderzoeksprojecten, boeken, websites, games, software, tentoonstellingen, multimediale installaties en zelfs dansvoorstellingen./"

Het verzamelbeleid van Het Nieuwe Instituut is gericht op het ontwerpproces. In plaats van alleen de presentatie van een project te bewaren, bijvoorbeeld de definitieve plattegronden, doorsnedes, aanzichten en renders (architectuur visualisaties), wil Het Nieuwe Instituut ook het achterliggende ontwerpproces bewaren dat verscholen ligt in bijvoorbeeld de Rhino modellen, Autocad bestanden, BIM libraries, en meer. Maar digitaal erfgoed is bedreigd erfgoed. Talloze computerprogramma's uit de jaren 80, 90 en recenter, zijn in onbruik geraakt; softwarebedrijven bestaan allang niet meer; updates voor besturingssystemen zijn er nooit gekomen of zijn helemaal niet meer beschikbaar. Dus hoe kunnen die bestanden nog worden geopend? Oude apparaten zijn niet altijd onderdeel van het archief en Het Nieuwe Instituut zoekt naar oplossingen om digitale archieven raadpleegbaar te houden.

Met betrekking tot het ontwerpproces en digitale archieven rijst er nog een ander vraagstuk op. Hoe is software gebruikt destijds? Zelfs bij recente projecten is dat al lastig te begrijpen, gezien de snelheid waarmee programma's elkaar opvolgen. Dan is er ook nog een verschil in methodiek per gebruiker. Georg Vrachliotis, hoogleraar Theory of Architecture and Digital Culture aan de TU Delft, vertelt over een experimenteel project waar hij aan meewerkte op de ETH Zürich. Er werd een aantal korte filmclips gemaakt van iemand die met verschillende software werkte op een computer. Hierdoor kon de 'human-machine interaction' vastgelegd worden en naderhand bestudeerd. Suzanne Mulder vult aan dat ze interviews doet met werknemers van MVRDV en andere betrokkenen, om de menselijke verhalen achter de files te leren kennen zodat het archief beter ontsloten kan worden. Ze praat met hen over hoe het digitale archief is ontstaan en hoe het tegenwoordig wordt gebruikt; MVRDV is zelf de belangrijkste gebruiker van het archief.

Het digitale archief van architectenbureau MVRDV. Foto Petra van der Ree

De mappenstructuur van Pig City

Digitaal archivaris Frans Neggers is een van de experts van Het Nieuwe Instituut op het gebied van digital born materialen. Op dit moment is hij bezig met een waardering van de bestanden in het MVRDV archief, inclusief preservering en duurzame toegankelijkheid. Het archief van MVRDV is een belangrijke casus bij het realiseren van een infrastructuur voor digitaal materiaal. Hij toont de mappenstructuur van Pig City, een project van MVRDV uit 2001 over het gebruik van land. In de mappen bevinden zich onder meer documenten, renders en films. Soms is het lastig het ontwerpproces te reconstrueren; in welke verhouding staan de bestanden tot elkaar en tot het proces? Welke kopieën en versies waren essentieel in het ontwerpproces, en welke niet? Deze informatie is van belang voor de metadata verbonden aan elk archiefobject. Maar het ontwerpproces was niet lineair. De bestanden zijn als een ecosysteem, vertelt Jan Knikker, partner van MVRDV. Dit ecosysteem begrijpen en helder indexeren, is nog best een klus. Hier komt opnieuw het belang naar voren van het gesprek tussen de archiefvormer MVRDV en de archiefbeheerders.

Frans Neggers licht de twee grootste bedreigingen voor digitaal erfgoed toe, die verbonden zijn aan de geschiedenis van design software. De eerste is het verlies of onbedoeld veranderen van het digitale object zelf, door bijvoorbeeld bit rot. Dit kan tegengegaan worden door een bit preservation-strategie. De tweede bedreiging is het in onbruik raken van de oorspronkelijke software waarmee het bestand gecreëerd is. Bijvoorbeeld als de software om het bestand te lezen niet meer bestaat. Een oplossing is het bestand te converteren naar een open bestandsformaat, zoals het converteren van een Word-bestand naar een PDF, waardoor het in de toekomst nog steeds leesbaar is.

De gemeenschap van digitale archivarissen komt regelmatig bijeen om over deze vraagstukken te praten, bijvoorbeeld in het Netwerk voor Digitaal Erfgoed. Door samen te werken worden er strategieën en diensten ontwikkeld waarmee digitaal materiaal leesbaar blijft. Een voorbeeld daarvan is emuleren. Emuleren is gericht op het 'virtueel nabootsen' van de oorspronkelijke technische omgeving van hardware, besturingssysteem en software.

Een levend archief

De harde schijf van MVRDV bevat eigenlijk slechts één versie van het archief, bevroren in de tijd, zegt Dirk van den Heuvel, hoofd van het Jaap Bakema Study Centre. Zolang MVRDV blijft bouwen zal het archief blijven groeien. Bovendien kunnen oude ontwerpmodellen, methoden en onderdelen in nieuwe ontwerpen van MVRDV terechtkomen. Ellen Smit, conservator bij Het Nieuwe Instituut, vertelt dat er al werd hergebruikt en gekopieerd door architecten voordat de computer zijn intrede deed. Van één ontwerp bevinden zich meestal meerdere kopieën in het archief, van verschillende formaten met verschillende annotaties die steeds in andere contexten dienst doen.

Het zou interessant kunnen zijn de papieren kopieën en digitale kopieën met elkaar te vergelijken, en hun rol in het ontwerpproces te bestuderen. Hoe kunnen we deze nieuwe manieren van copying en sampling theoretisch benaderen, vraagt Georg Vrachliotis zich af. Wat is de remix-ability van het archief? Jan Knikker, benadrukt dat deze voornamelijk praktisch van aard is: door te gebruiken wat er is kan MVRDV sneller en creatiever werken. MVRDV ziet hun collectie als ecosysteem of biotoop, waar talloze onderdelen bewaard kunnen blijven in een klein apparaat. Voor MVRDV maakt het niet zoveel uit hoe het wordt bewaard, als het maar gebruikt kan worden. Het hoeft niet precies in dezelfde staat bewaard te zijn als het oorspronkelijk is gemaakt. Misschien kan dat ook niet.

Voor Het Nieuwe Instituut ligt dat natuurlijk anders; als erfgoedinstelling is het de hoeder van historische bronnen en de collectiebeheerders proberen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke staat te blijven. Paradoxaal genoeg zal de kopie van het archief op het kantoor van MVRDV echter bevroren blijven terwijl de kopie in de Rijkscollectie raadpleegbaar blijft en daardoor een evolutie en migratie zal doormaken. In die zin blijft het archief alleen levend in het instituut, en niet in het bedrijf. Tijdens deze workshop lijkt er een groeiende interesse te bestaan naar hoe archieven gebruikt kunnen blijven worden en kunnen blijven groeien: levende archieven. In deze context noemt Dirk van den Heuvel de tamagotchi van de jaren 90; een virtueel huisdiertje dat alleen met continue aandacht en interactie in leven blijft.

Het concept van het 'levende archief' zou gebruikt kunnen worden om de betekenis van het digitale in de Rijkscollectie verder vorm te geven.

MVRDV. Visualisatie interieur Markthal. Collectie Het Nieuwe Instituut, archief MVRDV, TP261.

Remix-ability

Er wordt al geëxperimenteerd met deze 'remix-ability' van collecties. Conservator Eline de Graaf leidt _Open Archief_, een project waarin kunstenaars de mogelijkheid krijgen om een nieuw, autonoom mediawerk te maken gebruikmakend van de digitale collecties van Het Nieuwe Instituut, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Eline de Graaf vertelt hoe creatief hergebruik en artistiek onderzoek bijdragen aan het levend houden van de collectie. De mediawerken hoeven niets met de oorspronkelijke context van een object te maken te hebben. Hoe gaan kunstenaars daarmee om? Hoe vaag mogen de grenzen tussen geschiedenis en fictie worden? In de vorige editie van Open Archief in 2019 gaf Donna Verheijden archiefstukken een nieuw leven door ze onderdeel te maken van een thriller. Guy Königstein gebruikte voor zijn installatie foto's en films van kantoren uit de archieven en maakte daar zelf audio bij van fictieve, onuitgenodigde bezoekers.

Toegankelijkheid is voor Open Archief essentieel. Sommige werken hebben copyrights als mogelijk struikelblok, maar dat is nog een redelijk scherp afgebakende kwestie. Ingewikkelder zijn de vraagstukken rondom privacy en ethiek. Eline de Graaf vraagt zich af of er bijvoorbeeld anders moet worden omgegaan met persoonlijke brieven, of archiefstukken die te maken hebben met het koloniale verleden. Daar ontstaat discussie over onder de deelnemers aan het gesprek. Waarom zouden sommige archiefstukken een speciale behandeling krijgen? Moeten de collectie-beheerders bijdragen aan het normaliseren van bepaalde onderwerpen? Waar binnen de workshop niet over wordt gepraat is dat beeld, als het eenmaal online staat, oncontroleerbaar kan verspreiden en binnen allerlei nieuwe contexten terecht kan komen, bijvoorbeeld in memes of op een Pinterest bord. Wat is de verantwoordelijkheid van de archiefbeheerder daarin? Het is duidelijk dat de omgang met digitale archieven nog een grotendeels onbekend terrein is maar op Het Nieuwe Instituut, ook volop in ontwikkeling.

Tentoonstelling

Rondom het MVRDV-archief wordt in 2021 een publieksprogramma ontwikkeld met onder meer een tentoonstelling. /"Het archief is ontzettend specialistisch, en wij hebben de geweldige taak gekregen om het ook publiek te maken,/" Flora van Gaalen, hoofd Programma, sluit de workshopsessie af met een introductie van het eerste tentoonstellingsidee. Het programma wordt meer dan de viering van de gebouwde hoogtepunten van het inmiddels iconische architectenbureau, het maakt ook voelbaar hoe MVRDV werkt; interdisciplinair, genetwerkt en digitaal. De publieke presentatie, te zien vanaf eind oktober, zal aan de hand van hun werk ook een deel van de geschiedenis van de computer in de architectuur tonen: hoe architectuur en ontwerp zich hebben ontwikkeld in relatie tot de digitale revolutie en de intrede van de computer in het ontwerpproces.

Behind the Screens

De workshop Behind the Screens was onderdeel van _Repositioning Architecture in the Digital_, de zevende conferentie van het Jaap Bakema Study Centre. Tijdens de conferentie werd een kritische blik geworpen op de wisselwerking tussen architectuur en digitale cultuur sinds de jaren zeventig. Het is georganiseerd in samenwerking met Georg Vrachliotis, hoogleraar Theory of Architecture and Digital Culture aan de TU Delft.

Sprekers

  • Flora van Gaalen, hoofd Programma Het Nieuwe Instituut
  • Eline de Graaf, conservator Het Nieuwe Instituut
  • Suzanne Mulder, conservator Het Nieuwe Instituut
  • Frans Neggers, archivaris Het Nieuwe Instituut

Deelnemers

  • Ludo Groen, onderzoeker Het Nieuwe Instituut
  • Jan Knikker, partner MVRDV
  • Marten Kuijpers, onderzoeker Het Nieuwe Instituut
  • Marina Otero Verzier, director Research Het Nieuwe Instituut
  • Ellen Smit, conservator Het Nieuwe Instituut
  • MVRDV - NEXT

Moderators

  • Dirk van den Heuvel, hoofd Jaap Bakema Study Centre
  • Georg Vrachliotis, hoogleraar Theory of Architecture and Digital Culture, TU Delft

Tekst: Soscha Monteiro, coördinator Jaap Bakema Study Centre.

Tags

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.