Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

De anderhalve meter van Neufert

De Covid-19-pandemie heeft direct bijgedragen aan een toegenomen bewustzijn van verschillende bewegingen van diverse lichamen in de publieke ruimte. Tegelijkertijd heeft 'social distancing' in Nederland geleid tot de introductie van één enkele norm waar de gehele samenleving aan wordt onderworpen: de anderhalve meter. Hiermee wordt teruggegrepen op een rationele beheersing van de samenleving op basis van uniforme oplossingen die het openbare leven weliswaar mogelijk maakt, maar tegelijkertijd bijdraagt aan ongewenste vormen van uitsluiting. De huidige sociale en ecologische crises tonen de kwetsbaarheid van dit denkbeeld en zetten bovendien aan tot nadenken over hoe een eventueel 'Nieuwe Normaal' ook kan worden opgevat als een ontwerpvraagstuk.

19 juni 2020

Ernst Neufert, Maten en afstemming van tafels, stoelen en benodigde ruimte voor zitten, eten, opstaan en bedienen in restaurants. Bau-entwurfslehre, Frankfurt, 1964. (detail pagina)

Het Nieuwe Instituut ziet het als taak om de historische wortels bloot te leggen van dit even preventieve als ruimtelijke beleid, op basis van archieven uit de Rijkscollectie en eerdere projecten van het instituut. Zo is een directe verbinding te leggen tussen de anderhalvemetersamenleving en het experimentele rationaliseringsdenken van de Bau-entwurfslehre van de Duitse architect Ernst Neufert uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Dit handboek, dat tot op de dag van vandaag als belangrijke referentie geldt voor ontwerpers, voorziet in maatvoeringen voor materialen, ruimten en hele gebouwen, en draagt daarmee niet alleen bij aan de universele standaardisatie van de gebouwde omgeving maar ook aan het leven daarin.

Ernst Neufert. Weergave van de mens als de maat der dingen, Bau-entwurfslehre. Frankfurt, 1964.

1 of 10

Ernst Neufert. Weergave van de mens als de maat der dingen, Bau-entwurfslehre. Frankfurt, 1964.

Controle als middel

Sinds de Covid-19 pandemie de wereld in haar greep houdt, proberen overheden het virus onder controle te krijgen met tal van ingrepen. Los van kortetermijnmaatregelen zoals zelfisolatie, social distancing en het gebruik van mondkapjes, lonkt een langetermijnuitdaging voor ontwerpers. Immers, dit virus --of nieuwe virussen, als onvermijdelijk gevolg van de antropocentrische exploitatie van de natuur door de mens--zal ook in de toekomst een blijvende impact hebben op de mensheid en haar habitat. Vergelijkbaar met de introductie van de Bau-entwurfslehre in de jaren 30, grijpen overheden naar normering en monitoring van de leefomgeving: van mobiele applicaties voor het opsporen van besmettingen, tot het radicaal herindelen van publieke ruimten om anderhalve meter afstand te garanderen.

Neufert en de Collectie van Het Nieuwe Instituut

Dit onwrikbare geloof in een rationele beheersing is allesbehalve nieuw, het is al sinds jaar en dag maatgevend voor de sociaal-economische en ecologische systemen in de westerse wereld. De archieven van Het Nieuwe Instituut kennen talloze voorbeelden van dit rationele vooruitgangsdenken. Van diverse negentiende-eeuwse atlassen die systematisch ziektes, sterfte- en geboortecijfers relateren aan de leefomgeving en de hygiënische richtlijnen in de Woningwet uit 1901, tot de verkeerstellingen in het archief van Joël Meijer de Casseres rond 1927. En van studies naar de interactie van het menselijk lichaam met gebruiksvoorwerpen in het archief van Johan Niegeman, tot de standaard maatvoeringen en plattegronden voor doorzonwoningen uit 1965 in het archief van Willem Wissing.

C.E. Shelly, Transactions of the Seventh International Congres of Hygiene and Demography, Volume I Section I Preventive Medicine, London, 1891. Collectie Het Nieuwe Instituut. Boekencollectie van Pierre Cuypers, 34.565

Willem Wissing, Standaardwoningen Patrimonium in het uitbreidingsplan Noord II, Barendrecht, circa 1962. Collectie Het Nieuwe Instituut. Archief Willem Wissing, WISSr101

Staalkaart van herdrukken

Minstens zestien exemplaren van de Bau-entwurfslehre bevinden zich in de collectie, van edities uit 1936 tot 1992. Ze zijn afkomstig uit diverse archieven, zoals die van het Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening, de Bond van Nederlandse Architecten en het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst, en uit de nalatenschappen van architecten zoals de eerder genoemde Joël Meijer de Casseres, maar ook constructeur Joop de Graaf en architecten Hans Oud en Bruno Mertens. Deze zestien exemplaren - nog een bescheiden aantal, aangezien al aanwezige titels doorgaans niet opnieuw in de collectie worden opgenomen - vormen gezamenlijk een interessante staalkaart van de vele herdrukken van het boek. Ze tonen aan dat de inhoud van het handboek niet statisch is en regelmatig werd aangepast als reactie op veranderende culturele waarden en ontwikkelingen in het vakgebied.

In het archief van Johan Niegeman bevinden zich studies naar diverse houdingen van het menselijk lichaam, zowel in staande als in rustende positie. Ze zijn gemaakt door leerlingen van Niegeman, tijdens zijn docentschap aan het Instituut voor Ku…

1 of 4

In het archief van Johan Niegeman bevinden zich studies naar diverse houdingen van het menselijk lichaam, zowel in staande als in rustende positie. Ze zijn gemaakt door leerlingen van Niegeman, tijdens zijn docentschap aan het Instituut voor Ku…

Industriële norm als maat

Drie weken na het verschijnen in 1936 was de eerste oplage van de Bau-entwurfslehre al uitverkocht en drie maanden later verscheen de tweede druk. De publicatie beoogde bij te dragen aan de levenskwaliteit van gewone mensen, die verbeterd kon worden door het betaalbaar produceren van fatsoenlijke producten en woningen, mogelijk gemaakt door arbeidsdeling, massafabricage en normalisatie. Naast deze cultureel-economische ambitie speelde ongetwijfeld de politieke situatie van Duitsland op dat moment een grote rol bij de populariteit van het boek. Het Derde Rijk werd gebouwd op pijlers als grootschalige industrialisatie, herbewapening en gelijkschakeling van de mens. Het normatieve aspect van Neuferts door de industrie voorgeschreven bouwmaten en voorschriften sloot bovendien probleemloos aan bij de door de nationaalsocialisten opgelegde disciplinering van de samenleving. Al in september 1939 werden de 'Deutsche Industrie Normen' wettelijk voorgeschreven, waarmee de Bau-entwurfslehre onmisbaar werd voor Duitse architecten in de opgelegde normencultuur.

In 1938, twee jaar na het verschijnen van de eerste druk, aanvaardde Neufert van Generalbauinspektor für die Reichshaupstadt Albert Speer de functie van Beauftragter für Typisierung, Normung und Rationaliserung des Berliner Wohnungsbaus. Deze functie paste in de ambitie van Speer om de bouwsector om te vormen tot een gestroomlijnd onderdeel van het Derde Rijk, door industrialisatie van het ontwerp- en bouwproces. Neufert trad tevens toe tot zijn staf als adviseur van rationalisatievraagstukken. Tijdens dit dienstverband, waarin Speer voor het voeren van de 'totale oorlog' de industrialisatie tot in extremen doorvoerde, ontwikkelde Neufert een mobiele 'Hausbaumachine', die woningbouw in stroken van vier verdiepingen aan de lopende band kon produceren. Tijdens zijn werkzaamheden voor het nationaal-socialistische regime, ontwikkelde Neufert ook een nieuw maatsysteem, de Oktameter, waarbij de verdeling van de meter in achten het gangbare decimale stelsel verving. Neufert nam wederom het menselijk lichaam als uitgangspunt, waarvan alle maten te herleiden waren tot een verveelvoudiging van twaalfenhalve centimeter. Neufert stelde zich ten doel dat de Oktameter de nieuwe norm zou worden van de Deutsche Industrie Norm--en daarmee het ontwerp van alle voorwerpen en gebouwen--een streven dat vooral in de Bau-entwurfslehre editie uit 1943 tot uitdrukking komt.

Bauhaus

De Neufert-standaarden werken generaliserend, maar hebben tegelijk een enorme specificiteit. Het boek biedt uitzonderlijk veel gedetailleerde en veelomvattende informatie in teksten, tabellen en een paar duizend stripachtige illustraties met maattabellen. Ieder bouwkundig element (kozijn, deur, trap), ruimtelijke omgeving (kantoor, school, kerk) en stedenbouwkundige ontwerp (woonwijk) passeren de revue in plattegronden, doorsneden en aanzichten.

De gedetailleerde informatie in de Bau-entwurfslehre is gebaseerd op zowel ervaringen als wetenschappelijke kennis die Neufert verzamelde bij de samenstelling van zijn handboek. Daarin combineert hij zijn vroege ervaring met industriële bouwwijzen, zijn opleiding aan het Bauhaus in Weimar onder Walter Gropius, zijn ervaringen als architect en die van zijn collega's, zijn docentschap in architectuur en zijn uitgebreide kennis van laatnegentiende-eeuwse en vroegtwintigste-eeuwse vakliteratuur waaronder de bouwfysica, gebouwtypen, bouwmaterialen, proportieleer, bouwgeschiedenis en stedenbouwkunde. Toen Neufert in 1926 begon met het verzamelen van informatie voor de Bau-entwurfslehre, was hij net aangesteld als hoogleraar en hoofd van de architectuurafdeling van de Staatlichen Bauhochschule in Weimar, een positie die hij in 1930 verloor nadat de nazi's de school hadden gesloten.

Folder van de Staatlichen Bauhochschule in Weimar, waar Ernst Neufert tussen 1926 en 1930 hoogleraar en hoofd van de architectuurafdeling was. Collectie Het Nieuwe Instituut, Archief: Cornelis Van Eesteren, EEST 6.322

Cornelis van Eesteren. Verkeersplan van het stedenbouwkundig plan van Weimar met tijdsaanduidingen voor de reistijd, 1927-1929. Collectie Het Nieuwe Instituut, Archief Cornelis Van Eesteren, EEST 6.329-3

Getallen als basis voor ontwerp

In het archief van Cornelis van Eesteren bevindt zich correspondentie met Ernst Neufert waarin Van Eesteren zijn onderzoek naar de maten van trappen voor de tribunes van het Olympisch Stadion in Amsterdam (1925-1927) deelt. Neufert nam deze aanbeveling, zij het in aangepaste vorm, op in zijn richtlijnen voor stadions in de Bau-entwurfslehre. Van Eesteren en Neufert deelden een groot vertrouwen in getallen als basis voor ontwerp. Naast dit schriftelijke contact ontmoetten ze elkaar in 1928 in Nederland en Weimar. Op verzoek van Neufert aanvaardde Van Eesteren eind jaren twintig het docentschap stedenbouwkunde aan de Staatlichen Bauhochschule in Weimar. In deze periode maakte Van Eesteren een stedenbouwkundig plan voor Weimar (1927-1929), waarin de factoren tijd, afstand en bevolkingsdichtheid ten grondslag lagen aan het ontwerp.

Brief van Ernst Neufert aan Cornelis van Eesteren (7 mei 1936) waarin hij aankondigt dat de Bau-entwurfslehre is verschenen, en dat de helft van de oplage reeds voor verschijnen is verkocht. Met een dringend appel op Van Eesteren om zijn public…

1 of 3

Brief van Ernst Neufert aan Cornelis van Eesteren (7 mei 1936) waarin hij aankondigt dat de Bau-entwurfslehre is verschenen, en dat de helft van de oplage reeds voor verschijnen is verkocht. Met een dringend appel op Van Eesteren om zijn public…

Literatuur

  • Ernst Neufert, Bau-entwurfslehre Grundlagen, Normen und Vorschriften über Anlage, Bau, Gestaltung, Raumbedarf, Raumbeziehungen, Maße für Gebäude, Räume, Einrichtungen und Geräte mit dem Menschen als Maß und Ziel Handbuch für den Baufachmann, Bauherrn, Lehrenden und Lernenden. 271 Tafeln mit 3600 Zeichnunen, Berlijn, Bauwelt-Verlag, 1940. Tussen 1936 en 2018 verschenen van de Bau-entwurfslehre ongeveer 800.000 exemplaren.
  • Simone C., Niquille, 'What does the Graphical User Interface want?', in: Marina Otero Verzier en Nick Axel, Work, Body, Leisure, Rotterdam, Het Nieuwe Instituut, 2018, p. 211-231 (publicatie ter gelegenheid van de Architectuurbiënnale Venetië, 2018)
  • Gernot Weckherlin, Walter Prigge, 'Ernst Neuferts 'Bauentwurfslehre' zu den modernen Disposition der Optimierung, Disziplinierung und Gleichschaltung', in: Der Lehrbuchdiskurs über das Bauen, Zürich, 2015, p.244-261.
  • Anna-Maria Meister, 'From Form to Norm: The Systematization of Values in German Design 192x-195x', in: Workbook 14-15 van Princeton University School of Architecture, 2014, p. 150-152. Workbook; Formatting Modern Man; From Form to Norm
  • Gernot Weckherlin, Zur Systematik des Architektonischen Wissens am Beispiel von Ernst Neuferts Bauentwurfslehre, Tübingen/Berlijn, Wasmuth, 2017 (Proefschrift uit 2014 aan de Bauhaus-Universität Weimar)
  • Urtzi Grau, Cristina Goberna, (Fake Industries Architectural Agonism), 1936, Prolog, 2012, The Neufert Variations, 0047 Gallery, Oslo (Online)
  • Walter Prigge, Ernst Neufert Normierte Baukultur im 20. Jahrhundert, Edition Bauhaus Band 5, Frankfurt/New York, Campus Verlag, 1999.
  • Wolfgang Voigt, ''Triumph der Gleichform und des Zusammenpassens''. Ernst Neufert und die Normung in der Architektur', in: W. Nerdinger, Bauhaus-Moderne im Nationalsozialismus. Zwischen Anbiedung und Verfolgung, München, 1993.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.