Archief Marius Duintjer geïnventariseerd
Marius Duintjer (1908-1983) is vooral bekend als architect van kantoorkolossen in het hart van Amsterdam: het hoofdkantoor van de Nederlandsche Bank en het ABN Kantoor aan de Vijzelstraat. Maar hij bouwde veel meer, waaronder twee prachtige kerken die gerekend mogen worden tot het beste dat de naoorlogse architectuur te bieden heeft. Het archief van Duintjer werd in Augustus 2008 geïnventariseerd en laat een veelzijdig architect zien die de uitgangspunten van het functionalisme op geheel eigen wijze toepaste.
12 augustus 2009
(Gepubliceerd op nai.nl 12 augustus 2009)
Het archief Duintjer bestaat eigenlijk uit twee schenkingen. Een is afkomstig van bureau De Jong Gortemaker Algra, de rechtsopvolger van Bureau Duintjer Istha Cramer en Willigen. Het bevat vooral foto's, documentatie en een beperkt aantal tekeningen. Het andere deel is afkomstig van de zoon van Duintjer en bevat het deel van zijn werk dat hij in privébezit hield, zoals reisschetsen, kaarten en ontwerptekeningen, onder andere van de kerken uit zijn oeuvre.
Daarnaast bevinden zich nog tekeningen van Bureau Duintjer in het archief van Piet Goede, de belangrijkste tekenaar van het bureau, dat eveneens door het NAi verworven is. Die aanvulling is van groot belang voor de kennis over het werk van Duintjer, juist omdat het Duintjer-archief relatief weinig ontwerptekeningen bevat. In het archief Goede zitten bijvoorbeeld tekeningen van het ontwerp voor De Nederlandsche Bank.
Shake-hands
Duintjer was geen aanhanger van het Nieuwe Bouwen, maar hij stond sympathiek tegenover de uitgangspunten ervan. Hij bouwde functioneel, maar was niet dogmatisch en zeker niet a-esthetisch. Zijn werk kan gerekend worden tot de 'shake hands architectuur': de strakheid en abstractie van het modernisme gecombineerd met traditionele elementen. Een ontmoeting tussen beton en baksteen, tussen techniek en vormgeving.
M.F. Duintjer. Politiebureau aan de Delftse Veerweg in Vlaardingen, 1955-1956. Fotograaf onbekend. Collectie NAi/DUIN 228
M.F. Duintjer. Fabrieksgebouw fa. Stibbe Amsterdam, 1964. Foto: P.H. Goede. Collectie NAi/DUIN 315
M.F. Duintjer. Politiebureau aan de Delftse Veerweg in Vlaardingen, 1955-1956. Fotograaf onbekend. Collectie NAi/DUIN 228
Le Corbusier
Na zijn studie bouwkunde aan de Eidgenössische Technische Hochschule (ETH) in Zurich heeft Duintjer in 1933 bij Le Corbusier op het bureau gewerkt, zoals meer jonge architecten deden in die tijd. De ongekende mogelijkheden van gewapend beton zijn de basis van zijn werk gaan vormen. Ook de invloed van Frank Lloyd Wright is zichtbaar in de krachtige, horizontale, ver uitkragende vloeroverstekken en de grote glazen puien. Heldere structuren, open plattegronden en zorgvuldige detaillering zijn kenmerkend voor Duintjer. Net als zijn keuze voor natuurlijke materialen als hout, beton en baksteen en het gebruik van daglicht.
Jaren zestig
Duintjer beheerste een heel scala aan typologieën: hij ontwierp woningen, kantoren, oorlogsmonumenten, stadsuitbreidingen, kerken, scholen, fabrieken en ziekenhuizen. De belangrijkste werken uit zijn oeuvre kwamen tot stand in de jaren zestig, toen de economie weer aantrok. Hij bouwde het hoofdgebouw voor Schiphol, de Nederlandsche Bank en het ABN kantoor in Amsterdam, provinciehuizen in Zwolle en Assen, het Christelijk Lyceum Buitenveldert en het Andreas Ziekenhuis in Amsterdam. Grote gebouwen die toch open en toegankelijk waren voor de burger. Zo werden in zijn architectuur de maatschappelijke veranderingen van zijn tijd zichtbaar.
Cityvorming
De bekendste gebouwen van Duintjer waren en zijn nog steeds omstreden: De Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein en het ABN kantoor aan de Vijzelstraat, beide in het centrum van Amsterdam. De politiek van cityvorming, grootschalige ingrepen op het gebied van nieuwbouw en infrastructuur in de binnenstad, kende fanatieke tegenstanders. De kritiek op het gebouw van Duintjer betrof meer de lokatie en de functie dan het gebouw zelf. DNB bestaat uit een rechthoekige toren van 66 meter hoog, omgeven door laagbouw van 120 meter lang en 100 meter diep, met afwisselend open en gesloten geveldelen. Hoewel Duintjer met de laagbouw en de roodbruine betegeling heeft willen aansluiten bij de omringende stad, is er toch sprake van een grote schaalsprong en een stijlbreuk met de historische binnenstad.
M.F. Duintjer. Hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in Amsterdam, 1960-1968. Foto: P.H. Goede. Collectie NAi/DUIN 290
M.F. Duintjer. Interieur van het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in Amsterdam, 1960-1968. Foto: P.H. Goede. Collectie NAi/DUIN 290
M.F. Duintjer. ABN Kantoor Vijzelstraat 68-78 Amsterdam, 1968-1973. Foto: P.H. Goede. Collectie NAi/DUIN 341-343
Ban de bank
De bouw van het ABN kantoor aan de Vijzelstraat leidde tot rellen en de oprichting van het actiecomité 'Ban de bank'. Het gebouw zou door zijn maat, schaal, verschijningsvorm en functie niet in het straatbeeld passen. De 'Vijzelbank' werd het symbool van een gemeentepolitiek die aanstuurde op schaalvergroting ten koste van het wonen in de binnenstad. Ook hier heeft Duintjer geprobeerd het gebouw in te passen in de omgeving, onder andere door een getrapte volumeopbouw en een begane grond met winkels.
Mijlpaal
Tegenwoordig wordt het gebouw aan de Vijzelstraat steeds meer als mijlpaal van het modernisme beschouwd, dat de omslag markeert in het denken over de binnenstad die zich in die tijd voltrok. Die heeft ertoe geleid dat de binnenstad in 1999 beschermd stadsgezicht is geworden. Net als DNB is de ABN een open en functioneel gebouw, geen gesloten bastion zoals het nabijgelegen bankgebouw van De Bazel. Het gaf uitdrukking aan een nieuwe positionering van bankgebouwen in de samenleving als toegankelijke, dienstverlenende instellingen.
Kerken
Duintjer wordt vaak vereenzelvigd met grootschalige, 'foute gebouwen'. Minder bekend zijn de kerken die hij bouwde, hoogtepunten uit de moderne architectuur en behorend tot zijn beste werk. Tijdens de oorlog heeft Duintjer in drie concentratiekampen gezeten. Van huis uit slechts passief aanhanger van de Nederlandse Hervormde Kerk, raakte hij in die periode intensiever bij het geloof betrokken. Dat is er wellicht mede oorzaak van dat hij na de oorlog een aantal opdrachten kreeg voor het bouwen van kerken.
Kathedralen en bungalows
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een grote behoefte aan nieuwe kerken: veel waren vernietigd, maar er was ook vraag naar kerken in nieuwe uitbreidingsgebieden en in de polders. Er was een levendige discussie ontstaan over de vraag hoe die nieuwe bouwopgave ingevuld moest worden. Voorstanders van monumentaliteit en traditie als wezenlijke kenmerken van kerkelijke architectuur vonden dat kerken kathedralen moesten zijn, en geen veredelde gemeenschapshuizen. De tegenstelling tussen de zogenaamde 'kathedraalkerken' en de 'bungalowkerken', vormde de context waarin Duintjer werkte.
Japanse huizen
Tussen 1951 en 1964 bouwde Duintjer zes kerken in nieuwe uitbreidingsgebieden in het kader van de Wederopbouw. De Kruiskerk in Amstelveen en de Opstandingskerk in Amsterdam West worden gerekend tot de kathedraalkerken, terwijl de andere vier als bungalowkerken te boek staan: eenvoudiger kerken met een rechthoekige plattegrond en overstekende, platte daken. Gesloten wanden worden afgewisseld met glazen puien met vierkante ruiten die doen denken aan de afscheidingswanden in traditionale Japanse huizen. Zonder pontificale entrees en monumentale interieurs zijn deze kerken open, intiem en laagdrempelig.
Geperforeerd
Het bijzondere aan de Kruiskerk is de wand die als een harmonica-achtig kamerscherm rond het liturgisch gedeelte is gevouwen. De wand is geperforeerd door een groot aantal kleine vierkante raampjes, wat zowel binnen als buiten een mystiek effect heeft en het religieuze karakter van het gebouw versterkt. De muur van de Opstandingskerk is opgebouwd uit coulissen, waartussen van vloer tot plafond via verticale stroken daglicht naar binnenkomt, wat het gebouw een bijna gotisch karakter geeft. Het is de bijzondere monumentaliteit van deze kerken die ze een kathedraalachtige allure geeft.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van: M.F. Duintjer, strak, helder, open - architectuur als drager van een nieuwe samenleving : 1908-1983 / Marylse van Bijleveld, Tonny Claassen. - Rotterdam: Stichting Bonas, 2007.