Archief Jan Verhoeven
In 2007 werd het archief van architect Jan Verhoeven (1926-1994) overgebracht van zijn atelierwoning naar het NAi. Deze acquisitie pastte binnen het beleid van het NAi om meer aandacht te besteden aan de jaren zeventig. Het is deze periode waarin Verhoeven naam maakte met zijn experimentele architectuur. Veel van zijn gebouwen ontwierp Verhoeven met behulp van maquettes. In het archief is hiervan een zestigtal bewaard gebleven.
31 maart 2005
(Gepubliceerd op nai.nl 31 maart 2005)
Dubbelfenomenen
Begin jaren zestig studeerde Verhoeven aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en kreeg onder meer les van Aldo van Eyck. De architectuuropvattingen van Van Eyck zouden een blijvende invloed op hem uitoefenen. Net als zijn leermeester streefde Verhoeven met behulp van geometrische vormen naar de verzoening van 'dubbelfenomenen' als: licht-donker; gesloten-open; groot-klein en privaat-collectief. Dit zien we terug bij zijn eigen woning in Hoevelaken (1965). Niet een koele doos van beton en glas, maar een uit baksteen en hout opgetrokken huis met een tentachtig dak.
Files in 'Verhoevelaken'
De woning werd geprezen in enkele vakbladen waaruit volgde dat hij nog eens vijfendertig soortgelijke woningen in Hoevelaken kon bouwen. Verhoeven raakte de juiste snaar bij de bevolking met zijn expressieve stijl en de 'verfrissende' wisselwerking tussen open- en beslotenheid. Zelfs weekblad Libelle maakte melding van de woningen met kreten als 'gezellig wonen rond een pleintje'. Het dorp werd maandenlang overspoeld door nieuwsgierige kijkers en was vanwege de files nauwelijks bereikbaar in de weekenden. Nadat in 1976 de derde generatie Verhoeven-woningen werd gebouwd, kreeg het dorp in de volksmond de naam 'Verhoevelaken'.
Personalistisch socialisme
Na Hoevelaken volgden meerdere opdrachten. Al snel werd Verhoeven samen met Herman Hertzberger, Joop van Stigt en Piet Blom gezien als de vaandeldrager van het structuralisme. Voortbouwend op de ideeën van Van Eyck wilde deze stroming afrekenen met de zakelijke, grootschalige architectuur van het modernisme. In de ontwerpen met complexe geometrische structuren staat de ontmoetingsplek centraal. Voor Verhoeven was de verhouding individu-gemeenschap cruciaal. Zijn overtuiging: /"Hoe meer aandacht voor het individu des te beter zal hij functioneren binnen een gemeenschap/", omschreef hijzelf als 'personalistisch socialisme'. Het resulteerde in gebouwen met een nadrukkelijke wisselwerking tussen publieke en private ruimten, zoals het plan Hofdijk in Rotterdam. Een labyrint van 38 geschakelde bouwblokken met 584 individueel herkenbare woningen, waarbij de galerijen, binnenpleinen en straatjes de ontmoetingsplekken vormen.
Ontwerpen met maquettes
In het archief Verhoeven bevindt zich een zestigtal maquettes. Een bijzonder mooie is de houten maquette die Verhoeven inzond voor de prijsvraag voor een kerk in Driebergen. De meeste maquettes werden echter niet gemaakt voor presentatiedoeleinden. Ze waren als studieobjecten een belangrijk onderdeel van Verhoevens ontwerpmethode. Bij de serie maquettes van de Streekschool in Den Haag zijn de verschillende stadia in de ontwikkeling van het ontwerp goed zichtbaar. Ook voor het publiek, wanneer de maquettes over enige tijd verhuizen naar het nieuwe open maquettedepot van het NAi in de Schiehal bij de voormalige Van Nelle fabriek.