Nieuwe Instituut
Nieuwe Instituut

Huis Sonneveld

Archief van architect Jo Coenen verworven

Op 10 oktober hebben architect Jo Coenen en het Nieuwe Instituut hun handtekening gezet onder de schenkingsovereenkomst waarmee het archief van Jo Coenen & Co officieel wordt overgedragen aan de Rijkscollectie. Het archief omvat ruim 400 projecten uit de periode 1970 tot 2020. Een belangrijke aanwinst voor de collectie, voor onderzoekers en publiek. Het archief geeft inzicht in de ontwerp- denk- en werkwijze van Coenen, geeft context aan archiefdossiers die het instituut al beheert, en biedt tal van mogelijkheden voor toegankelijke publiekspresentaties

11 oktober 2024

Jo Coenen tijdens de overdracht van zijn archief in het Nieuwe Instituut. Foto: Aad Hoogendoorn

50 jaar bureaupraktijk

De verwerving van dit archief is een lang gekoesterde wens: Jo Coenen is een toonaangevend architect met een omvangrijk en veelzijdig oeuvre, waarvan zich al een aantal maquettes en dossiers in de collectie bevinden. Hij is bovendien de architect van het gebouw voor het Nederlands Architectuurinstituut (1993), waar nu het Nieuwe Instituut en de Rijkscollectie gehuisvest zijn.

Het archief van Jo Coenen omspant bijna 50 jaar bureaupraktijk waarin zo goed als alles bewaard is gebleven. Daardoor zijn er allerlei maatschappelijke ontwikkelingen over een langere termijn te traceren, zoals bijvoorbeeld de opkomst van de samenwerking met private partijen, internationalisering van de architectonische praktijk en digitalisering van de ontwerppraktijk.

Jo Coenen

Coenen is architect, stedenbouwkundige en supervisor van complexe stedenbouwkundige opgaven. Van 2000 tot 2004 was hij Rijksbouwmeester. Enkele belangrijke projecten zijn de herinrichting van het voormalige fabrieksterrein Céramique in Maastricht, het stedenbouwkundig ontwerp van het KNSM-eiland in Amsterdam, het Stadskantoor van Delft, het masterplan voor de Vaillantlaan in Den Haag, en de openbare bibliotheken in Amsterdam, Maastricht en Heerlen.

Ontwerptekeningen in originele verpakking van het Stadskantoor Delft. Foto Johannes Schwartz.

De Eindhovense School

Jo Coenen studeerde af in 1975 als bouwkundig ingenieur in Architectuur en Stedenbouw aan de Technische Hogeschool in Eindhoven. In 1988 werd die eerste lichting Eindhovense afstudeerders als groep gepresenteerd in de tentoonstelling en publicatie ‘De Eindhovense School’. Volgens de samenstellers onderscheidden deze architecten, onder wie ook Wiel Arets, Bert Dirrix, John Körmerling, Sjoerd Soeters en Rudy Uytenhaak, zich door een brede culturele oriëntatie op het vakgebied. Het is een rode draad die door het oeuvre van Jo Coenen loopt: architectuurhistorische referenties manifesteren zich op allerlei niveaus. In de typologie, de ruimtelijke organisatie, in de detaillering en/of de materialisatie van het ontwerp. 

Architectonisch-stedenbouwkundig

Een ander terugkerend motief is dat Coenen veel van zijn architectonische ontwerpen benadert vanuit een stedenbouwkundig perspectief: uit welke structuren en patronen bestaat de omgeving en hoe verhouden die zich tot het ontwerp? Een mooi voorbeeld hiervan is zijn ontwerp voor de nieuwbouw van het toenmalige NAi, en de situering ervan aan de rand van het Museumpark. Coenen heeft zijn werk zelf regelmatig ‘architectonisch-stedenbouwkundig’ genoemd, waarmee hij bedoelde dat architectuur en stedenbouw in een gelijkwaardige relatie uitdrukking krijgen in het ontwerp, zonder hun autonomie te verliezen.

Tekeningen in originele verpakking van het ontwerp voor het Nederlands Architectuurinstituut. Foto Johannes Schwartz.

Presentatieboek Stadskantoor Delft. Foto Johannes Schwartz.

Cultureel statement

In de jaren tachtig werd architectuur steeds meer een cultureel statement en ontwikkelden bureaus een eigen, krachtige beeldtaal. Architectuur werd 'iconisch' en het begrip ‘sterarchitect’ werd geboren. Tegelijkertijd nam de invloed van projectontwikkelaars, aannemers, leveranciers en constructeurs op het ontwerp steeds verder toe. Architectenbureaus reageerden daar verschillend op: OMA met een conceptuele architectuur en MVRDV met datagedreven ontwerp aan de hand van datascapes. Coenen bleef vooral trouw aan wat hij noemt het ambachtelijke bouwen; de toepassing van evenwichtige bouwsystemen, waarin het hele ontwerp tot in detail is uitgedacht. In deze werkwijze is alles onderling afgestemd: schaal, materiaal, bouwtechnische en architectonische detaillering.

Dirigent

Coenen opereert als een dirigent die grip houdt op alle partijen. Niet alleen om zo tot een doordacht ontwerp te komen, het is ook een bewuste positiebepaling. Als ontwerp steeds meer wordt bepaald door aannemers en projectontwikkelaars, kan het beroep van architect alleen overleven als die alle onderdelen zelf ontwerpt en bepaalt. Coenen ontdekte dat de digitale ontwerppraktijk veel kansen bood voor zo'n integrale ontwerpbenadering.

Ordner met informatie over de bouwvergunning voor de Vaillantlaan. Foto Johannes Schwartz.

Toegankelijkheid

Het archief is zeer compleet, rijk van samenstelling en de materiële staat ervan is redelijk tot goed. Dat maakt dat de onderzoekswaarde ervan groot is. Het archief heeft bovendien een grote communicatieve waarde, in de zin dat het archief goed leesbare en fraaie tekeningen en maquettes bevat. Dat maakt het mogelijk om de architectuur en stedenbouw van Coenen voor een breed, nationaal en internationaal publiek toegankelijk te maken, door bijvoorbeeld digitalisering, een tentoonstelling of online presentatie.

Aanvulling op de collectie

Het archief van Coenen betekent een verrijking van de Rijkscollectie en een belangrijke aanvulling op bestaand materiaal. De ontwerphouding van Coenen is verwant aan het gedachtengoed zoals dat tot uitdrukking komt in de archieven van Jos. Klijnen, Jos. Bedaux, M.J. Granpré Molière en F.A. Eschauzier. Ook deze architecten beschouwden de architectuurgeschiedenis als bron van het ontwerpproces, als het begin van een onderzoek naar een zinvolle continuïteit tussen oud en nieuw. Het archief van Coenen heeft ook raakvlakken met het archief van de SAR (1965) en van John Habraken. Habraken was hoogleraar architectonisch ontwerp aan de TU/e toen Coenen daar studeerde. Via hem maakte hij kennis met het onderzoeken en analyseren van stedelijke weefsels. Daarnaast is het archief van Coenen een aanvulling op de archieven van andere architecten van De Eindhovense School, zoals Sjoerd Soeters, Rudy Uytenhaak en Madeleine Steigenga.

Deel van het archief van Coenen in originele verpakkingen, in het depot van het Nieuwe Instituut. Foto Johannes Schwartz.

Verzamelbeleid

De verwerving van dit archief is een toevoeging aan de verzameling archieven die op basis van de verzamelnota Keuzes maken en de daarin genoemde verzamelthema's wordt opgebouwd. Keuzes maken geldt voor archieven vanaf de periode 1960 tot heden. Voor deze periode is gekozen voor een overgang van een overwegend monografisch en op individuele architectenoeuvres gebaseerd verzamelbeleid, naar een thematische invalshoek, die meer nadruk legt op de maatschappelijke context van architectuur en de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen. Die perspectieven sluiten elkaar niet uit. Het archief van Jo Coenen is bij uitstek een archief dat van groot belang is als monografisch oeuvre, en tegelijkertijd aansluit bij verzamelthema's als internationaal, onderwijs, bestaande stad en erfgoed, discours, digitale cultuur en overheid.

Persoonlijk archief

De verwerving betreft in eerste instantie het bureau-archief. Selectie en waardering van het persoonlijke archief, dat betrekking heeft op Coenens docentschappen, hoogleraarschappen, reizen, lezingen en andere activiteiten, wordt later dit jaar afgerond.

Bruikleen

Een deel van de verwerving is voor een periode van 10 jaar in bruikleen gegeven aan het Centre Céramique in Maastricht, de thuisbasis van Jo Coenen. Het betreft de ontwerpen met betrekking tot Europa. Tijdens deze periode zal het archief onderdeel zijn van een onderzoeksprogramma van de Universiteit Maastricht.

Maquette inrichting openbare bibliotheek Amsterdam, met halfronde boekenkasten. Foto Johannes Schwartz.

Nieuwsbrief

Ontvang als eerste uitnodigingen voor onze events en blijf op de hoogte van komende tentoonstellingen.