architect, verb: the New Language of Buildingarchitect, verb: the New Language of Building

Of het nu gaat om sciencefiction-achtige megastructuren in het Midden-Oosten of historische steden in het Verenigd Koninkrijk, nieuwe projecten worden steevast met dezelfde modewoorden op de markt gebracht: "van wereldklasse", "bekroond", "creatief", "innovatief", "duurzaam", "leefbaar", "mooi" of "een gevoel van plaats en welzijn" bevorderend. Wat is de betekenis van dergelijke termen? Wanneer verdient een gebouw het label "van wereldklasse"? Waarom is de ene stad "leefbaarder" dan de andere? Wat is de betekenis van "innovatie" in de architectuur? En welk gebouw kan geloofwaardig aanspraak maken op de verbetering van iemands "welzijn"?

Ging De Graafs eerste boek Four Walls and a Roof over het ontkrachten van mythes binnen de architectuur, in architect, verb doet hij hetzelfde met mythes die door de buitenwereld op de architectuur worden geprojecteerd - een weerlegging van dogma's die de afgelopen twintig jaar op de architectuur zijn toegepast.

Het opnemen van termen als "leefbaarheid", "innovatie" of "welzijn" in het glossarium van de architectuur maakt deel uit van een trend waarbij de taal om over architectuur te praten steeds minder die van architecten zelf is, en steeds meer die van externe krachten die verwachtingen van buitenaf opleggen. De beroepspraktijk die ooit bekend stond om zijn manifesten, wordt nu gedwongen steeds extremere posities van deugdzaamheid in te nemen, ter verantwoording geroepen door de financiële wereld, de sociale wetenschappen of de medische sector. Het boek bevat een satirisch woordenboek van "Profspeak", de bedrijfstaal van consultants, ontwikkelaars en planners, van "actief luisteren" tot "zoom ready".

De avond start met een lezing van Reinier de Graaf, gevolgd door een Q&A waarin het publiek de mogelijkheid krijgt vragen te stellen.